Wie wint de Oud-Westlandprijs 2012?

De jury van de Oud-WestlandprijsHet Genootschap Oud Westland heeft een prijs ingesteld die eens in de twee jaar zal worden toegekend aan een persoon, groep personen of instelling die zich de afgelopen tijd heeft ingespannen voor het in stand houden, onderzoeken of onder de aandacht van het publiek brengen van de Westlandse geschiedenis en/of het Westlandse historisch erfgoed.

Wat moet je nou precies doen om voor deze prijs in aanmerking te komen? De speciaal voor deze prijs ingestelde jury (bestaande uit Ton Immerzeel, Thomas van Straalen, Jan Willem vd Beukel en Jan Buskes) geeft graag wat concrete voorbeelden:

  • schrijven van een scriptie, manuscript of boek over de Westlandse geschiedenis;
  • inzet voor behoud of restauratie van een (deel van een) monumentaal gebouw of de aanwijzing tot rijks- of gemeentelijk monument;
  • regelmatige publicatie van een historische rubriek in de krant;
  • oprichten van een historische vereniging of werkgroep;
  • opzetten van een speciale historische website of bijhouden van een weblog;
  • aanleggen en onderhouden van een belangwekkende verzameling;
  • samenstellen van een tentoonstelling, historische route of speurtocht;
  • ontwikkelen van lesprogramma’s of schoolproject m.b.t. de Westlandse geschiedenis

U ziet, je hoeft dus niet beslist een historicus of gerenommeerd schrijver te zijn om voor deze prijs in aanmerking te komen.

Wat is de prijs?
De prijs, die bestaat uit een geldbedrag van € 500,- en een oorkonde, zal voor het eerst worden uitgereikt tijdens een bijeenkomst van het Genootschap Oud Westland in het najaar of de winter van 2012.

De bronzen beelden van Naaldwijk

Op www.romeinsekust.nl vonden wij een artikel van dhr. Lourens van der Feijst over de intrigerende vondst van vele fragmenten van bronzen beelden. Verwijzen deze beelden naar een Romeins castellum, vicus of zelfs heiligdom? Of moet de verklaring misschien elders worden gezocht?

Van der Feijst bezocht vorige maand het Duitse Rastatt in het kader van een internationaal project en presenteerde de beelden aldaar aan zijn collega onderzoekers.

Lees hier zijn bevindingen!

‘Verzetsboek is op feiten berustende roman’

Driemaal is er volledig mee afgerekend. Door evenzoveel deskundigen op dinsdagavond 28 februari in de Ontmoetingskerk in Naaldwijk. En wel met het boek De Afrekening van de Maassluise professor Maarten van Buuren.

Drie sprekers lieten er – als het op een wetenschappelijk werk zou moeten lijken – geen spaan meer van heel. Uitermate jammer is, dat de hoogleraar zelf niet was komen opdagen. Dat kwam volgens de voorzitter van het organiserende Genootschap Oud-Westland Wil van den Bos, omdat hij diverse haatmails uit het Westland  zou hebben ontvangen. ,,Waar de honden geen brood van lusten”, voegde Van den Bos daar nog aan toe. Maar de voornaamste reden – zo hoorde ik in de wandelgangen – is dat men vanuit het Westland op universitair niveau vragen heeft gesteld over de minder wetenschappelijke wijze waarop de professor voor dit boek aan het werk zou zijn gegaan. Ondanks zijn afwezigheid waren er toch nog heel wat leden van het Genootschap op af gekomen.

De eerste spreker, David Barnouw was nog nooit in het Westland geweest en vroeger wonend in Den Haag niet verder gekomen dan de middelbare school die hij volgde en die aan de rand van de stad lag. Wel was hij onlangs in Maassluis wel weer vrij dicht bij het Westland, want aanwezig bij de herdenking van het bombardement op die stad, waarbij negentien mensen het leven lieten. Ook was hij toen weer eens in een kerk. Nu opnieuw. Zijn vader, die dominee was zou ervan opkijken als hij zag dat zijn ongelovige zoon weer in een kerk was.
Zijn betoog over het boek van Van Buuren kwam erop neer, dat hij het meer een roman vond, berustend op feiten.

De tweede spreker de ‘s-Gravenzander Ph. van den Berg doet promotieonderzoek naar de NSB in het Westland. Zowel lokaal als bestuurlijk. Toen hij in zijn toespraak de situatie in de jaren dertig vergeleek met nu door in een adem fascisme en Wilders te noemen, interrumpeerde de Westlander Kees van Ruijven hem, zeker denkend dat het indirect op hem sloeg, door te verklaren dat hij het daar niet mee eens was en zichzelf een Fortuynist noemt. Voorzitter Van den Bos greep in door te bepalen, dat voortaan interrumperen alleen via de microfoons mocht. Van den Berg toonde onder meer met cijfers over het verzet uit het boek Gemeente Naaldwijk 1940-1945 aan, dat de NSB in de oorlog vaak hoger scoorde dan het verzet. De meeste mensen keken toe en deden niets.

Ernstigste fout

Eric Slot tenslotte ging meer in op wat over Piet Doelman in Van Buurens boek gedebiteerd wordt. Hij kwam met het ene na het andere bewijs, dat Van Buuren het nodige heeft gefantaseerd. Een ernstige fout is, dat van Buuren beweert dat Doelman nooit gestraft is voor het slaan van NSB’er Franke die daarna is overleden. Hij is wel degelijk gestraft. En de daaraan gekoppelde bewering dat hij ook niet gestraft is voor ‘zijn andere oorlogsmisdaden’ klopt eveneens niet, want daarvoor is op geen enkele manier bewijs gevonden.. Dat blijkt na nauwkeurig bestuderen van het dossier Doelman in het Nationaal Archief. Van Buuren doet in het boek ook talrijke beweringen, waarbij hij geen moeite doet daar alternatieven voor te vinden. Even ontstaat er tijdens zijn lezing nog een korte discussie met enkele aanwezigen of de Maassluise moffenmeiden waar het boek het over heeft zich nu wel of niet lachend aan de ‘kappers’ overgaven toen ze werden kaalgeknipt. Kortom, de hoogleraar is volgens Slot of gewoon een beetje slordig geweest, of – en dat is erger – hij heeft een en ander met opzet gedaan om Doelman te beschadigen.

Na de toespraken en een half uur pauze werd nog geruime tijd gediscussieerd over de toespraken en de inhoud van het boek.

Genieten van Buitenplaatsen

De pakweg honderd leden van de 540 die het Genootschap Oud-Westland nu telt, die op woensdag 18 april in De Brug in ‘s-Gravenzande bijeen waren, weten waar het over gaat als ze horen dat het jaar 2012 in het teken van de buitenplaatsen staat.

De in Naaldwijk geboren en opgegroeide Rene Dessing heeft hen als kunsthistoricus en voorziter van de stichting Themajaar Historische Buitenplaatsen 2012 op niet mis te verstane wijze van op de hoogte gesteld, zo ze het al niet waren. Hij weet veel over die buitenplaatsen, zelfs van binnenuit, want hij woont zelf in Huis te Manpad in Kennemerland. Hij nodigde het genootschap al meteen uit om daar met een excursie naartoe te komen.

Ook het Westland heeft buienplaatsen gekend, waarvan het bekendste het hof Honselersdijk is. Wonend aan de Dijkweg in Naaldwijk was hij altijd al geinteresseerd in het oude gebouw van het Groene Kruis. Hij werd geboeid door de walnootbomen die daar groeiden. Nu als kunsthistoricus veronderstelt hij, dat dit ook wel eens een buitenplaats zou kunnen zijn geweest dat zijdeling te maken had met het hof. De buitenplaatsen werden gebouwd door rijke inwoners van de steden, die – verlost van de stank die in de steden, vooral Amsterdam heerste – in de zomermaanden op het platteland wilden wonen. Er werden er duizenden gebouwd. Ooit waren er wel zesduizend, nu zijn er nog 550 over. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed ziet erop toe dat ze ook in stand blijven.

(met dank aan Aad van Holstein)

Lezing Buitenplaatsen in het Westland

Westland – Tijdens de jaarvergadering van het Genootschap Oud-Westland, op 18 april a.s., zal aandacht worden besteed aan buitenplaatsen in onze omgeving. De heer René Dessing, initiatiefnemer van het ‘Themajaar Historische Buitenplaatsen 2012’ komt op uitnodiging van het Genootschap een lezing geven over dit onderwerp.

2012 is uitgeroepen tot het Jaar van de Historische Buitenplaats. ‘De buitenplaatsen’ is één van de 50 vensters van de Canon van de Nederlandse Geschiedenis. Ooit was de buitenplaats een belangrijk fenomeen en belichaamde zij vooral in de huidige Randstad een bijzondere band tussen stad en land. In voorbije eeuwen telde Nederland vermoedelijk zesduizend of meer grote en kleine buitenplaatsen. Hiervan resteert nu nog slechts 10%. Deze circa 600 buitenplaatsen zijn in alle provincies te vinden.
De lezing gaat over het ontstaan en de uiteenlopende verschijningsvormen van de Nederlandse historische buitenplaatsen tussen 1600 en 1900. Aan de hand van fotomateriaal vertelt Dessing over de ontwikkeling van dit type landleven, staat hij stil bij sociaal historische feiten en schetst hij een interessant beeld van de wereld van de buitenplaatsen in vroeger tijden.

In het kader van dit themajaar heeft PostNL (in samenwerking met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) de postzegelserie Buitenplaatsen in Nederland uitgebracht.

Lezing: woensdag 18 april 2012, Lezing over Buitenplaatsen in het Westland.
Spreker: de heer dhr. René Dessing (Initiatiefnemer en voorzitter van de stichting ‘Themajaar Historische Buitenplaatsen 2012’.
Locatie: Zalencentrum ‘De Brug’, Koningin Julianaweg 61 in ’s-Gravenzande.
Aanvang 20.00 uur. Zaal open vanaf 19.30 uur.
Gasten zijn van harte welkom, wel wordt van hen een bijdrage gevraagd van € 4,00 i.v.m. de kosten van de koffie.

René Dessing startte na het behalen van zijn masters Kunstgeschiedenis en Klassieke Archeologie (in 1988, Universiteit van Amsterdam) Cultureel Organisatiebureau Artifex Travel. Tot in 2006 voerde hij als eigenaar de directie. In de vele jaren waarin hij Artifex leidde, groeide het bureau uit tot het meest gerenommeerde culturele organisatiebureau van Nederland. Dessing nam het initiatief voor het ‘Themajaar Historische Buitenplaatsen 2012’ en werkt momenteel aan een boek over dit onderwerp.