Deze week is het Historisch jaarboek Westland 2008 verschenen. Deze 21e editie van het Jaarboek bevat weer een gevarieerd scala aan artikelen.
Het Historisch Jaarboek Westland 2008 is vanaf deze week voor 10 euro te koop in de boekhandels in de regio en in het Westlands Museum.
D. Ruis, bestuurslid van de Stichting Fort aan den Hoek van Holland, beschrijft in een boeiende bijdrage hoe drie Engelse kruisers in september 1914 voor de kust van het Westland worden getorpedeerd door een enkele Duitse U-boot. De kruisers meten ongeveer 12.000 ton en hebben elk een bemanning van 750 koppen aan boord. Bij deze vergeten ramp uit de Eerste Wereldoorlog komen niet minder dan 1460 opvarenden van de Engelse kruisers om het leven. Enkele honderden opvarenden kunnen worden gered door twee Nederlandse vrachtschepen die zich in de buurt bevinden. Ook enkele Engelse trawlers slagen er in een aantal drenkelingen uit het water te halen. Op de begraafplaats van ’s-Gravenzande liggen 64 slachtoffers van deze ramp begraven, de meesten in een gezamenlijk graf. De graven worden gemarkeerd door een groot stenen kruis, het zogenaamde Cross of Sacrifice.
J. Dahmeijer onderzoekt in zijn bijdrage hoe de overheid aan het eind van de 19e eeuw te werk ging om de choleradreiging in Hoek van Holland aan te pakken. In 1892 bleek de bemanning van twee schepen besmet te zijn. Dankzij quarantainemaatregelen en adequaat ingrijpen van vooral burgemeester Dingemans van de Kasteele van ’s-Gravenzande bleef de cholera beperkt tot de bemanning van deze twee schepen.
Met de ogen van nu vinden we het misschien een rare gewoonte, maar in vroeger tijd verhuisden de boeren in het voorjaar van de winterkamer naar een zomerverblijf naast de boerderij of naar een gedeelte van de stal waar met schotten een woonruimte werd gecreëerd. De bijdrage van F.W. van Ooststroom inventariseert wat er nog aan sporen van dit verschijnsel in het Westland is terug te vinden.
De opkomst en ondergang van de aardappelteelt in het Westland wordt beschreven in een gedegen bijdrage van A.J. Vijverberg. In 1845 werd Europa getroffen door de aardappelziekte. Ook in het Westland mislukte de oogst. Aan het eind van de 19e eeuw ontstaan er problemen bij de afzet van vroege aardappelen, onder meer door bedrog bij de leverantie aan de afnemers. De problemen bij de afzet van vroege aardappelen staan aan de basis van de latere velingorganisatie.
J.C. Kort gaat heel ver terug in de geschiedenis. Hij stelt dat Monster reeds in de achtste eeuw gesticht moet zijn. Pas veel later, in 1270, maakt de Sint Paulusabdij aanspraak op de kerk van Monster. De abdij doet dat op basis van een valse oorkonde, die gedateerd is op het jaar 1006.
Ook Jorrit van Horssen gaat in zijn artikel over een Karolingische nederzetting in Wateringen ver terug. Hij maakt op basis van bodemvondsten aannemelijk dat er in de achtste eeuw in Wateringen een nederzetting moet zijn geweest.
Uiteraard ontbreken ook in deze jaargang de vaste rubrieken niet van de hand van Ton Immerzeel. Dat zijn de Archeologische Kroniek en de Bibliografie van het Westland.