Oud Westlandprijs 2024 voor Krijn van Dijk

Krijn van Dijk is de winnaar van de Oud Westlandprijs 2024. De in De Lier woonachtige Van Dijk kreeg de prijs afgelopen zaterdag in De Kiem in ’s-Gravenzande uitgereikt vanwege zijn inzet voor de historische kennis van het Westland en De Lier in het bijzonder. De prijs bestaat uit een oorkonde en een geldbedrag van € 500,-

Van Dijk onderscheidde zich met name in het ordenen van oude handschriften. Hij leerde een brede groep geïnteresseerden om deze oude documenten te vertalen in modern Nederlands. Van Dijk is autodidact. Hoewel hij goede cijfers had voor geschiedenis, deed hij in Rotterdam eindexamen MULO B. Pas later ging hij daar op het gemeentearchief werken. Na zijn huwelijk in 1968 vestigde Van Dijk zich in De Lier.

Tijdens een lezing door de bekende streekhistoricus Michiel van Adrichem werd Van Dijk gegrepen door de geschiedenis. ,,Dat is in de tijd dat mijn zoon werd geboren’’, zei Van Dijk. ,,Die is inmiddels vijftig jaar. Zo lang ben ik er inmiddels mee bezig’’. Naast zijn werk op het archief in Rotterdam, was Van Dijk 21 jaar secretaris van het Genootschap Oud Westland.

Bestuurslid Harry Groenewegen van het Genootschap Oud Westland prees Van Dijk als een onbaatzuchtig persoon en een bescheiden mens, die in zijn gedrevenheid hoge eisen aan zichzelf stelt. Het gebied van het Ambacht De Lier heeft zijn bijzondere belangstelling. Ook onderscheidde Van Dijk zich in de archeologie. Recent schreef hij samen met de bekende archeoloog Epko Bult een hoofdstuk in het boek Kastelen in het Westland, dat eind dit jaar verschijnt.

Andere genomineerden waren Cora van Dalen en Arnold Knoppert. Cora van Dalen is al jaren voorzitter van de Werkgroep Historie Bartholomeus Poeldijk. Zij  heeft een breed publiek bij de geschiedenis van Poeldijk betrokken en was bijzonder actief in het organiseren van rondleidingen in het huis annex praktijkruimte van Dr. ter Haar. Arnold Knoppert is al jaren archivaris van de Oude Kerk van Naaldwijk en heeft in deze rondleidingen en tentoonstellingen georganiseerd. Daarnaast heeft hij veel publicaties over de geschiedenis van deze kerk op zijn naam staan.

 

Foto’s zijn van Thierry Schut en Willem de Bruijn

Westlands bedrijf VanderValk+DeGroot inspecteert riolen in heel Nederland

De familie Van der Valk is een zeer oud Westlands geslacht van ondernemers. De stamboom van Reinigingsbedrijf Van der Valk-De Groot gaat terug tot 1300 toen de naam Van der Valk voor het eerst in Monster opdook. In de 16de eeuw kreeg de belastinginner Nicolaas Jacobus van der Valk van keizer Karel V een eigen wapen.

Verre nazaten van Nicolaas zijn nog steeds trots op dit wapen. De familie bestaat uit ondernemers, die in het hele land zijn gevestigd. In 1962 startte de Westlandse tak van de familie in Poeldijk een reinigingsbedrijf op een terrein bij veiling de Leuningjes. Inmiddels zit de derde generatie in deze onderneming, die zich als een verantwoorde aandeelhouder gedraagt.

De dagelijks bedrijfsvoering laten de aandeelhouders over aan de directie. Deze wordt geleid door John Witkamp, die al 38 jaar aan het bedrijf is verbonden. ,,Ik ben als het ware van de kleuterschool binnengelopen en heb het nog steeds enorm naar de zin,’’ zegt Witkamp. ,,Ik heb zeven jaar op de vrachtwagen gereden en ken daardoor de werkzaamheden van binnen en buiten. Ik ben doorgegroeid, ieder jaar een kilo’’, grapt de directeur.

Koeienmest

Opa Piet van der Valk begon als beurtschipper en vervoerde met zijn schuit ‘’Kleine Jo’’ koeienmest voor de tuinders. In 1962 werd door Piet’s zoon Henk van der Valk de eerste tankwagen met hoge drukspuit aangeschaft. Dit jaar geldt als de start van het bedrijf. De gemeente Monster werd de eerste klant. In die tijd werd het merendeel van het rioolonderhoud door Duitse bedrijven gedaan. Henk vroeg de gemeente of hij voortaan dit werk mocht doen. Hij ging ook eigen voertuigen bouwen. Vanaf een chassis van DAF of SCANIA ging hij alles zelf opbouwen.

De meeste innovaties kwamen uit het bedrijf zelf. Er werd begonnen met de inspecties aan leidingen om de kwaliteit te controleren zodat reparaties en vervangingen mogelijk werden. Door gestage groei werd het bedrijf door een landelijk dekkend netwerk marktleider in reiniging, onderhoud en behoud van riolering. In 1965 kwam Willem de Groot in het bedrijf, een man met veel ervaring in de techniek van het watergemaal. In 1978 volgde de eerste uitbreiding in het Brabantse Waalwijk. Het wagenpark verhuisde en een aantal Westlandse families ging mee naar Brabant.

Overnames

De tweede vestiging was het begin van een stormachtige ontwikkeling met talloze overnames en uitstapjes naar het Verenigd Koninkrijk en België. In 1988 werd Zandrecycling Nederland overgenomen, waardoor het lukte om voortaan tegen lagere kosten van het uit de riolering opgezogen zand af te komen.  In 1996 kreeg het bedrijf door een overname in Wolvega voet aan de grond in de noordelijke provincies en in 1999 werd een inspectiebedrijf met wagens met camera’s overgenomen.

Om de groei te financieren werd via private equity kapitaal binnengehaald. De lasten drukten echter zwaar op het bedrijf.  Er kwam een nieuw bestuur en het lukte John Witkamp en enkele medebestuurders om de Rabobank te overtuigen het krediet niet op te zeggen. Uiteindelijk slaagde de familie Van der Valk erin om de aandelen weer terug te kopen. De aanwezigheid van de familie had nog een ander positief effect. De klanten maar ook het personeel bleven trouw aan het bedrijf.

Nieuwe vrachtwagens

Ook  de leverancier van de voertuigen, Dietman Kaiser uit Liechtenstein behield zijn vertrouwen. Het bedrijf ging ermee akkoord dat de vrachtwagens pas na zij zes à acht maanden werden betaald als zij in Nederland geheel waren afgebouwd. Het gaat niet om een klein bedrag. Van der Valk-De Groot heeft 40 `a 50 nieuwe vrachtwagens nodig. Pas als deze wagens zijn omgebouwd, kan er geld mee worden verdiend. Het bedrijf zet vol in op het verzamelen en leveren van data, waarmee onderhoud en reparaties aan het riool zo efficiënt mogelijk kunnen worden uitgevoerd.

Voor opbouw en onderhoud aan het wagenpark werkt Van der Valk-De Groot met eigen gespecialiseerde monteurs. Deze krijgen hun training aan een eigen bedrijfsschool. Binnen het bedrijf bestaan talloze doorgroeimogelijkheden. Een chauffeur hoeft niet zijn hele arbeidzame leven op een vrachtwagen te blijven rijden. John Witkamp is het levende bewijs. ,,Begonnen als putjesschepper werd ik projectleider en later directeur.’’

 

Op de foto’s:  in zwart pak commercieel directeur Arnold van Klaveren

Royalty-kenner vertelt smeuïg over 450 jaar Oranje

De stemming zat er op 8 oktober meteen goed in tijdens de lezing voor de leden van het Genootschap Oud Westland over het Koninklijk Huis in Bij Barth in Poeldijk.  Oranje-kenner en Royalty watcher Wim Bom uit Poeldijk zette luid in met het lied ‘’Waar de blanke top der duinen, schittert in de zonnegloed’’.

Daarmee bracht Bom een Koninginnedag zestig jaar geleden in herinnering. De jonge Wimke stond dan met zijn schoolgenoten opgesteld bij de Rabobank tegenover de Bartholomeuskerk. Zij zongen uit volle borst eerst over de daden van Piet Hein, vervolgens over de blanke top om te eindigen bij het Wilhelmus.  Daarna kregen zijn een sinaasappel en gingen naar huis om op de televisie naar het defilé op Paleis Soestdijk te kijken.

Wimke was voor het Koninklijk Huis gewonnen. Hij schreef brieven en kreeg kaartjes met foto’s en handtekening terug. Hij spaarde ook tegeltjes, glazen en andere koninklijke parafernalia. Sinds zijn recente verhuizing naar Poeldijk heeft hij echter grote schoonmaak in zijn collectie gehouden. Zijn liefde voor het Koningshuis is er niet minder om geworden. In zijn lezing besprak hij alle hoogte en dieptepunten van de Oranjes sinds het begin van de 80 jarige oorlog toen Willem van Oranje het initiatief naar zich toetrok in de strijd tegen de Spaanse koning Philips !!.

Katholicisme

Willen van Oranje was na een Lutherse opvoeding een tijd katholiek toen hij aan het hof van keizer Karel V in Brussel verbleef. Toen de strijd tegen de Spaanse overheersing los barstte, koos hij voor een tolerante vorm van protestantisme. Inmiddels is het geloof geen punt van discussie meer.  De overgang tot het katholicisme van prinses Irene en haar huwelijk leverden in 1964 nog een rel op. Bij Armgard, de moeder van Prins Bernard en bij Prinses Christina was dit geen punt meer. Ondanks dat de grondwet voorschrijft dat het staatshoofd Nederlands Hervormd is, bleef Koningin Maxima het katholieke geloof aanhangen.

Vervolgens ging het met zeven mijlslaarzen door de vaderlandse geschiedenis. Willem van Oranje werd middelpunt van de Opstand. ,,Nederland was een klein pestland maar wist zich tegen het machtige Spanje te verzetten’’, zei Bom. Smeuïg vertelde Bom over het Leids ontzet in 1574 dat ieder jaar nog op 3 oktober wordt gevierd met haring, hutspot en wittebrood. ,,Er zijn toen veel mensen doodgegaan van teveel eten. Zij vraten zich letterlijk dood.’’ Via de moord op Willem van Oranje ging het naar zijn laatste huwelijk met de Franse Louise de Coligny. Samen kregen zij een zoon Frederik Hendrik, die na de dood van zijn halfbroer Maurits in 1625 stadhouder zou worden.

Slot Honselersdijk

Frederik Hendrik trouwde met Amalia van Solms. ,,Het stel was ontzettend rijk en leefde op grote voet’’, zei Bom. ,,Zij hielden exorbitante feesten. In die tijd is Huis ten Bosch en het buitenverblijf Slot Honselaarsdijk gebouwd’’, zei Bom. ,,Juliana woonde op Soestdijk maar Beatrix koos voor Huis ten Bosch. Dat moest voor miljoenen worden opgeknapt. Vorige week hield ik een lezing voor de Dienst Koninklijk Huis. De tuinman heeft mij toen verteld wat er gedaan is om de tuin weer in orde te krijgen, die onder Juliana zwaar verwaarloosd was.’’

Via zijn zoon Willem II en de koning stadhouder Willem III getrouwd met de Engels Mary, ging het naar de stadhouders van de Friese tak, Willem IV en Willem V. Deze tijd werd gekenmerkt door nepotisme, de handel in ambten waardoor kinderen al jonge een hoge, goedbetaalde functie  kregen. Verder stond stadhouder Willem V bekend om zijn buitenechtelijke affaires. In de 19de eeuw werd het niet veel beter. Van de drie koningen was Willem I nog de beste. Zijn zoon Willem II veroorzaakte enorme schulden omdat hij werd gechanteerd vanwege homoseksuele contacten. Diens zoon Willem III had een nog slechtere beeldvorming. Hij trouwde met zijn nicht Sophie van Würtenberg, die hij zeer onaangenaam behandelde. Zij beleefden weinig vreugde aan elkaar en leefden een gescheiden leven.  Het echtpaar kreeg drie zonen, die alle drie jong stierven. Toen ook Sophie in 1877 overleed, was de weg vrij voor een nieuw huwelijk. De 62-jarige koning trouwde met de 21-jarige Emma van Waldeck Pyrmont. ,,Zo, ben je met je opa aan het wandelen?’’, merkte een tuinman op toen het stel in de tuin een wandeling maakte om elkaar beter te leren kennen.

Na de dood van Willem III werd Emma in 1890 regentes voor haar tienjarige dochter. Om het imago van de monarchie op te vijzelen, ging Emma met haar dochter op tournee door het land. Het gevolg was dat Wilhelmientje waanzinnig populair werd. Het was moeilijk voor Wilhelmina om een partner te vinden. Emma kwam haar te hulp en bracht haar in contact met Hendrik van Mecklenburg. In 1901 werd een huwelijk gesloten. Er werd in Parijs een prachtige bruidsjapon gekocht maar het geluk was van korte duur. Hendrik was ongelukkig omdat hij zich nergens mee mocht bemoeien en daardoor niets te doen had.

Drank

Wim Bom weet uit zijn eigen familie over het gedrag van de prins-gemaal. Zijn grootouders exploiteerden café de Bonte Haas en prins Hendrik kwam er om met zijn grootvader te gaan jagen. Na afloop werd er zo stevig gedronken dat Hendrik een duwtje nodig had om in zijn auto te komen. Door alle drank kon hij niet meer goed lopen. Naast de drank had Hendrik nog een andere ondeugd. Hij maakte diverse buitenechtelijke kinderen. De vertrouweling van Wilhelmina Francois van ’t Sant had er een hele taak aan om deze avontuurtjes te verdoezelen.

Wim Bom eindigde zijn lezing met foto’s van de talloze bezoeken van leden van het Koninklijk Huis aan het Westland. Prins Hendrik opende in 1929 het Vincentiushuis in Poeldijk en Wilhemina bezocht in gezelschap van de burgemeester en Jan Barendse de plaatselijke veiling. In 1961 bezocht haar haar dochter Koningin Juliana Naaldwijk en in 1976 ’s-Gravenzande waar toen een vijfling was geboren. In 1979 bezochten Prinses Beatrix en Prins Claus samen het Heilige Geesthofje in gezelschap van de legendarische wethouder M.A.G. Zwinkels en Koningin Beatrix was in 2000 te gast bij Dario Fo in Poeldijk. Kortom de koninklijke familie probeerde het contact met de bevolking altijd goed op te pakken.

 

 

 

 

 

 

Eerste Jaarboek 37 voor pastoor en dominee

Het Historisch Jaarboek Westland 2024 is op zaterdag 7 september in de Domkerk in De Lier aangeboden aan pastoor Jaap Steenvoorden en dominee Lennert van Berkel. De keuze voor de twee geestelijken en de Domkerk is niet toevallig. In het boek is een artikel opgenomen over de eerste protestantse predikant van de Domkerk, Arend Dirkz Vos.

Arend Vos was aanvankelijk rooms katholiek priester maar werd gaandeweg een overtuigd aanhanger van de nieuwe leer. Hij hield in De Lier zijn eigen beeldenstorm door het zilver van het beeld van Sint Joris te slopen en het hout in het vuur te werpen onder de brouwketel van zijn bier. Het liep slecht af met Vos toen hij in handen viel van de inquisitie. Omdat hij weigerde zijn ‘ketterse’ opvattingen te herroepen stierf hij in 1570 de marteldood. Hij werd gewurgd en zijn lichaam belandde op de brandstapel.

Geuzenliederen

Auteur van het artikel in het jaarboek over Arend Vos is de Zoetermeerse historica, Eveline van der Pool. Zij gaf in de Domkerk een lezing over Arend Dirkz Vos, een vroegmoderne martelaar in de media. In de 16de eeuw nam de drukkunst een hoge vlucht. Daardoor raakten nieuwe religieuze opvattingen snel verspreid. Als uiting van verzet tegen de Spaanse overheersing in de Nederlanden ontstonden de geuzenliederen. In 1581 werd een zogenoemd ‘geuzenliedboek’ uitgegeven waarin twee liederen van Arend Vos werden opgenomen.

Een lied was van de hand van Vos zelf, het andere ging over zijn terechtstelling. De tekst van het lied: ‘slaat op de trommele’ is van Arend Vos en stamt uit de periode na 1566 toen een verbod op de hagenpreken was afgekondigd. Het verbod werkte averechts. Er kwamen meer bezoekers naar de hagenpreken en Vos schreef zijn lied met scherpe kritiek op de Spaanse inquisitie. Eveline van de Pool liet een moderne uitvoering van het lied horen. Het lied kreeg nieuwe actualiteit toen het in 1944 in een oplage van duizend exemplaren werd herdrukt om het verzet tegen de Duitse bezetter te inspireren.

Raad van Beroerte

Een aantal de liederen uit de 16de eeuw bespotte de priesters en de Heiligheid van de paus. De hertog van Alva reageerde na zijn aankomst in de Nederlanden onverbiddelijk  en richtte de Raad van Beroerten op. Rond de 8950 mensen werden schuldig bevonden  aan majesteitsschennis en ketterij. Vos wist twee keer de dans te ontspringen maar de derde keer volgde arrestatie. Hij werd samen met drie andere ‘ketterse’ priesters opgesloten. Drie jaar later op 30 mei 1570 werden de vier priesters in Den Haag terecht gesteld. Door de verspreiding van liederen en pamfletten kreeg het volk waardering voor de standvastigheid van de ter dood veroordeelden.

Pastoor Steenvoorden sprak zijn schaamte uit over onverdraagzaamheid en machtsmisbruik. Hij memoreerde dat er in Monster net zoals in De Lier protestantse en katholieke martelaren zijn. ,,Was het maar geschiedenis’’, verzuchtte Steenvoorden. ,,Als je nu naar de wereld kijkt, leren mensen het nooit.’’ Dominee Van Berkel zag ook in dit opzicht weinig vooruitgang: ,,Tijdens mijn Bijbellessen worden wij soms geconfronteerd met genocide en dat deze zich vandaag in Israël herhaalt, vervult mij met schaamte.’’

Foto’s: Willem de Bruijn, Frank de Klerk

Excursie naar Huis Landfort

Stipt volgens plan vertrok een volle bus met daarin leden van Groei & Bloei Westland en het Genootschap Oud-Westland op zaterdagmorgen 1 juni om 08.00 uur ’s morgens naar het Oosten des lands. De bestemming was ruim twee uur rijden verder gelegen: de buitenplaats Huis Landfort gelegen in Megchelen in de Gelderse achterhoek. Daar werd het gezelschap in het geheel herbouwde koetshuis verwelkomd door René Dessing, directeur stichting Erfgoed Landfort. In zijn welkomstwoord liet Dessing duidelijk blijken heel blij/trots te zijn dat mensen uit het Westland gekomen waren. Immers aldaar liggen zijn roots.

 

Westlandse connectie

Dessing komt zelf uit het Westland en zijn voorouders waren architect en aannemer te Naaldwijk. Zijn overgrootvader was Chris Dessing en zijn grootvader Adriaan Dessing. Deze was gemeentearchitect van Naaldwijk en heeft een groot aantal karakteristieke panden in Naaldwijk en het Westland op zijn naam staan.

Gesterkt door een kop koffie/thee met gebak maakte de groep zich op voor een rondleiding door het volledig gerestaureerde landhuis. De groep werd verdeel over drie gidsen. De gids vertelde dat slechts één element nog authentiek was te weten de vloer van de keuken. Zo is bijvoorbeeld de buitenkant van het koetshuis authentiek weer opgetrokken maar de binnenkant volgens de huidige normen ingericht. Dit moest zo gebeuren doordat op het einde van WO II het koetshuis geheel was weggebombardeerd en een van de twee vleugel van het landhuis geheel was geruïneerd. De groep kreeg een inkijkje in diverse kamers, die met prachtig meubilair en passende kunstvoorwerpen ingericht waren. Helaas waren niet alle kamers te bezichtigen. Het landhuis wordt namelijk bewoond door de heer Dessing en zijn partner.

 

Courgettesoep

Een heerlijke lunch, bestaande uit een zelfgemaakte courgettesoep en rijk gevulde broodjes, zorgde voor nieuwe energie voor het buiten gebeuren. Met grote interesse werd de door Zocher jr. ontworpen tuin en de in ere herstelde moestuin gewandeld. Ongeveer 80 vrijwilligers heeft men ter beschikking. Deze worden ingezet voor het onderhoud van de tuin. Landfort beschikt wel over een professionele tuinman.

Inmiddels scheen de zon volop en werd genoten van het buitenzijn. Een drankje zorgde voor een goede afsluiting van deze dag. Vermoeid maar voldaan kwam het gezelschap tegen 19.00 uur terug in Naaldwijk. Geconcludeerd kan worden dat het een zeer succesvolle excursie was voor zowel liefhebbers van historie als van natuur. Zeker voor herhaling vatbaar.