Jaarverslag 2015

Het jaar 2015 is een jaar geweest met een aantal, bijzondere gebeurtenissen. Na intensieve voorbereiding is het boek ‘Joods leven in het Westland’ op 15 oktober gepresenteerd in een bijzonder sfeervolle ambiance in het recent gerenoveerde Westlands Museum. Het geheel werd opgeluisterd met Jiddische muziek door Bert en Iefke Vos. Voor deze gelegenheid was er ook door het Westlands Museum een wisseltentoonstelling ‘Joods leven in het Westland’ ingericht.

Op 2 december in de Oude Kerk in Naaldwijk de Oud-Westlandprijs 2015 uitgereikt aan Jacques Moerman. Het was voor de jury een erg moeilijke beslissing, want de andere genomineerden Krijn van Dijk en Aad van Holstein waren eveneens benoembare kandidaten.

Het jaarboek 2015 is, zoals gebruikelijk in oktober verschenen.

De aandacht voor historie duurt onverminderd en met enthousiasme voort. Het ledenaantal van het Genootschap bedroeg eind 2015 524 leden, een kleine toename vergeleken met 2014.

Ledenvergaderingen met lezingen.

Dinsdag 17 februari hield Henk van der Lugt, geboren en getogen in Hoek van Holland een lezing met de titel ’De doorgraving van den Hoek van Holland en de geboorte van een dorp’. De inleider is een van de initiatiefnemers van het dat jaar opgerichte ’Historisch Genootschap Hoek van Holland’.
Op 1 januari 2014 was het 100 jaar geleden dat Hoek van Holland werd geannexeerd door Rotterdam, daarvóór hoorde het grotendeels bij ’s-Gravenzande.
In 2014 was het bovendien 150 jaar geleden dat men begon met de aanleg van de Nieuwe Waterweg en dat de eerste permanente bebouwing in Hoek van Holland klaar was. Op 1 juni 1893 werd de spoorlijn (de huidige Hoekse Lijn) in gebruik genomen en hierdoor kwam Hoek van Holland internationaal op de kaart te staan.
Behalve de Harwichboot werden ook andere ondernemingen door de uitstekende spoorwegverbinding aangetrokken. Rotterdam bekeek deze ontwikkelingen, waarop ze geen invloed had, met argusogen.
De nieuwe ondernemingen brachten personeel mee en hiervoor werd binnen een decennium een nieuw gedeelte van Hoek van Holland uit de grond gestampt. Er was echter geen enkele instantie die toezicht hield op de handhaving van de bouwvoorschriften. Alleen de Prins Hendrikstraat was verhard en er was geen drinkwaterleiding, riolering, elektriciteit en gas. ’s-Gravenzande was in die tijd een armlastige gemeente en kon deze nutsvoorzieningen, waarover men overigens zelf ook niet beschikte, niet betalen. Bovendien wist men daar niet beter, het grootste gedeelte van de bevolking woonde daar al van generatie op generatie.
Een zelfstandige gemeente was echter niet mogelijk en Rotterdam kon door annexatie zijn kans om controle over de Waterwegoever te krijgen.

Deze avond was tevens onze Jaarvergadering 2015. De jaarstukken van het Genootschap werden onverkort en zonder amendementen, met de complimenten aan het bestuur, aangenomen.

De avond vond plaats in de zaal Mijn Torpedoloods in Hoek van Holland en werd door ca. 180 leden en belangstellenden bezocht. Het was daarmee overvol, maar werd daardoor ook een bijzondere avond.

Woensdag 15 april hield Ad van Liempt, schrijver van diverse boeken en historicus van het jaar 2009, de lezing Nederland 1945 –1950 ‘verlangen naar vernieuwing’. Hij behandelt dit thema uitgebreid in zijn boek ‘Na de bevrijding’, de loodzware jaren 1945 – 1950.
Na de aanvankelijk, uitzinnige vreugde over de bevrijding heerste er in het Nederland van 1945 al snel een gevoel van pessimisme. De vrijheid waar iedereen zo naar had uitgekeken bracht niet de verwachte vrolijkheid en voorspoed; integendeel: veel voedingsmiddelen bleven lang op de bon, van de politieke en maatschappelijke vernieuwing waar velen naar hadden uitgekeken kwam niets terecht, er was weinig te koop, en vooral: er was enorme woningnood en het herstel van de ravage in het land ging veel te langzaam.
Langzamerhand kwam daar nog een probleem bij: het conflict met de Republiek Indonesië groeide uit tot een heuse oorlog, die de politieke elite jarenlang in extreme mate bezighield en die ook bij de mannelijke bevolking een zeer zware tol eiste: ca. 135.000 mannen vochten mee, meer dan 5000 van hen sneuvelden. Uiteindelijk kostte die oorlog Nederland heel veel internationaal prestige, en ook heel veel geld.
Tegenover de baaierd van problemen (denk ook aan de bijzondere rechtspleging en de diepgevoelde bezorgdheid over de jeugd) stonden in de eerste vijf jaar na de oorlog maar weinig lichtpunten. Nederland was een tobbende natie, een land in de war, dat met zijn Indonesië-politiek in een tragedie terecht kwam waar het land bijna aan ten onder ging.
Pas na 1950 kwam het herstel echt op gang, en dat leidde meteen tot een welvaartsexplosie die decennia aanhield en die Nederland tot een van de rijkste én gelukkigste landen van de hele wereld maakte. Maar daar was tussen 1945 en 1950 nog weinig van te merken.

Hoewel de inleider het deed zonder een PowerPoint presentatie hebben de toehoorders van begin tot eind geboeid naar hem geluisterd.

De lezing werd door ca. 160 leden en belangstellenden bezocht.

Dinsdag 20 oktober hield de heer Nico Koomen, de lezing ‘Zaadteelt, zaadhandel, zaadcontrole, toekomst ervan in Nederland, maar toegespitst op het Westland’. Een lezing waarin de zaadteelt in Nederland werd geschetst.

In het Westland zijn, al van ver voor de Tweede Wereldoorlog, een aantal zaadbedrijven actief geweest. Wie waren dat en hoe is het hen vergaan? Niet alleen de Westlandse zaadbedrijven hebben een goede reputatie opgebouwd. De Nederlandse groentezaadbedrijven bedienen de Nederlandse tuinbouw maar spelen ook een belangrijke rol op het wereldtoneel. Hoe is hen dat gelukt, wat waren de bepalende succesfactoren en … hoe gaat dit verder?’
Helder en met goed verzorgde slides licht de inleider de ontwikkelingen in de zaadteelt toe en wat er van de diverse bedrijven geworden is. Als directeur van NAKG (de keuringsdienst voor groente- en bloemzaden) en vervolgens als directeur van Naktuinbouw na de fusie met NAKG in 2000 mag Nico Koomen een ingewijde genoemd worden in deze wereld. Het bleek een interessante aanvulling op het bezoek aan zaadteeltbedrijf Rijkzwaan eerder in het jaar.

De lezing werd door ca. 135 leden en belangstellenden bezocht.

De laatste lezing van dit jaar was op woensdag 2 december. De titel van de lezing was ‘Middeleeuwse’ boeken uit Naaldwijk door E. (Ed) T. van der Vlist , collectiespecialist Middeleeuwse handschriften, gestudeerd in Leiden, met als specialisatie paleografie en codicologie van westerse handschriften.

Het boekenbezit van het St.-Adriaanskapittel in Naaldwijk (‘Books for the chapter. Donations in the “Registrum capituli Naeldwicensis”’, is door de heer van der Vlist beschreven in het Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis 21 (2014), p. 9-30).

Aan de hand van een vijftiende-eeuwse ‘boekenlijst’ laat hij de boeken die het Naaldwijkse kapittel heeft bezeten de revue passeren. Hij besteedt daarbij aandacht aan zowel de inhoud (‘wat waren dat voor boeken?’) als aan de uiterlijke vorm (‘hoe zagen die boeken er uit?’). De rode draad was, dat ‘het middeleeuwse boek’ niet bestaat: allerlei boeken kwamen voor in allerlei gedaanten.

Vooraf aan de lezing was er de feestelijke uitreiking van de Oud-Westlandprijs 2015.

Deze avond werd bezocht door ca. 130 leden en belangstellenden.

Overige activiteiten

Oud-Westlandprijs 2015

Zoals hierboven genoemd werd op woensdag 2 december in de Oude kerk in Naaldwijk de Oud – Westlandprijs 2015 uitgereikt.

Namens de jury maakte Ton Immerzeel de winnaar bekend. Dat bleek de auteur de heer Jacques Moerman uit Schipluiden te zijn van het boek over het kleinste dorpje van Nederland, ’t Woudt. Maar Jacques Moerman doet meer. Zo is hij voorzitter van de Historische Vereniging Oud-Schipluiden. Hij schrijft al jaren stukken voor het Historisch Jaarboek Schipluiden en Westland en heeft inmiddels zeer veel publicaties op zijn naam staan en lezingen gehouden.

De Oud-Westlandprijs bestaat uit een oorkonde en een bedrag van 500 euro. In de jury zaten Ton Immerzeel, Thomas van Straalen, Jan-Willem van den Beukel en Piet van der Valk.

De voorzitter van het Genootschap, Wil van den Bos Czn zei vooraf dat Midden-Delfland – waar ook Schipluiden toe behoort – door het Genootschap niet los gezien wordt van het oorspronkelijke, historische Westland. Dat strekt zich immers verder uit dan de nu met ‘Westland’ aangeduide gemeente, als tegenhanger van Midden-Delfland.

Jacques Moerman verwees in zijn dankwoord naar de grondlegger van de overal ontstane werkgroepen op historisch terrein in het hele Westland, Chiel van Adrichem. Hij kondigde aan het ontvangen geldbedrag te steken in verder onderzoek naar de historie van het Westland.

Boek ‘Joods leven in het Westland’

Het boek ‘Joods leven in het Westland’ is op 15 oktober gepresenteerd.

Het verhaalt de 200-jarige geschiedenis van een Joodse gemeenschap in het Westland die excellent integreerde en jarenlang een synagoge had in Naaldwijk.

Het boek met een vijftiental auteurs geeft een compleet overzicht van het Westlandse Joodse leven, bijvoorbeeld een 17e-eeuws stuk waarin de ‘bekering van de Joden’ wordt beschreven, de oorlogstijd met ontroerende maar ook spannende onderduikverhalen, het transport van 10.000 Joodse kinderen door mevrouw Truus Wijsmuller via Hoek van Holland alsmede herinneringen van de weinige overlevenden. Ook wordt een hoofdstuk gewijd aan Joodse schilders en het Westland met bijzondere aandacht voor bohemien-schilder Anton van Teijn.

Het boek werd mede gesponsord door het Prins Bernard Cultuurfonds, de Nederlands Israëlitische Gemeente Den Haag, Stichting Levi Lassen, Fonds Westland en Stichting Loswal de Bonnen.

Excursie en bedrijfsbezoek

Opnieuw is in het verslagjaar een bezoek gebracht aan een bedrijf met een Westlandse historie. Op donderdag 21 mei 2015 werd het veredelings- en zaadproductiebedrijf Rijk Zwaan aan de Burgemeester Crezéelaan in De Lier bezocht.

Het bezoek startte met een lezing over de historie van het familie bedrijf door Henk van Lenteren.
Uitgebreid werd geschetst hoe de familie van Lenteren van vader op zoon hun rol in het bedrijf hebben gehad. Vervolgens neemt een dochter van Henk van Lenteren het stokje over.

Rijk Zwaan heeft meer dan 80 jaar ervaring op het gebied van groenteveredeling en zaadproductie. Van een groentezadenwinkel in Rotterdam in 1924 groeide het bedrijf naar een belangrijke wereldspeler in het creëren van succesvolle groenterassen.
Het hoofdkantoor van Rijk Zwaan verhuisde in 1970 naar De Lier, in het hart van de Nederlandse glastuinbouw.
Rijk Zwaan kenmerkt zich door een continue, autonome groei, met een focus op de belangen van de medewerkers. Ook toen Rijk Zwaan in 1989 tijdelijk te koop stond, na een korte periode eigendom te zijn geweest van olieconcern BP, speelden deze principes een belangrijke rol. Rijk Zwaan stelde toen als voorwaarde dat medewerkers hun baan konden behouden én dat Rijk Zwaan zich zelfstandig zou kunnen blijven ontwikkelen. Het resultaat was uiteindelijk een succesvolle management buy-out, waarmee de aandelen van Rijk Zwaan in de handen van drie families kwamen. Sindsdien is Rijk Zwaan altijd een zelfstandige koers blijven varen.

De 90’er jaren werden voor Rijk Zwaan gekenmerkt door verdere internationalisering en snelle technologische ontwikkelingen. Als gevolg van de groei werden de veredelings- en kantoorfaciliteiten uitgebreid en gemoderniseerd. Investeringen in kennis en mensen blijven bovendien doorgaan, omdat Rijk Zwaan er van overtuigd is alleen zo te kunnen blijven groeien in innovatie en kwaliteit.

Aan dit bedrijfsbezoek namen 38 leden deel. De inschrijving werd drie keer overtekend, zoveel belangstelling bleek er te zijn.

De dagexcursie werd gehouden op vrijdag 6 november bij de Koninklijke Bibliotheek (KB) in Den Haag.

Na een ontvangst met koffie en thee en een korte inleiding, werd de Topstukkententoonstelling bezocht, een algemene rondleiding door de KB gedaan en een VIP-behandeling in de colloquiumruimte bij de afdeling Bijzondere Collecties gegeven.
Afgemeten aan de reacties van de deelnemers was het een zeer geslaagde excursie, die door de deelnemers zeer op prijs werd gesteld.

Aan de excursie namen 43 leden deel.

Bestuursvergaderingen

Het bestuur vergaderde zeven maal; nl. op 21 januari, 9 februari, 18 maart, 2 juni, 25 augustus, 22 september en 17 november.

De secretaris Leen M. Valstar is in de jaarvergadering op Dinsdag 17 februari herbenoemd voor een periode van 4 jaar.

De samenstelling van het bestuur is daarmee:

Jaarboek en Publicatiecommissie

De cover van het JaarboekDe 27e editie van het jaarboek werd in de oktobervergadering gepresenteerd. De uitgave van het jaarboek is opnieuw voorzien van een eigentijdse lay-out.

De publicatie commissie bestaat uit mevrouw G. Gunneweg-van Zeijl en de heren H.I.M. Groenewegen en G.C.L. van Gaalen. De heer drs. L.J.M. van den Ende is als voorzitter de stabiele factor gebleven van deze commissie.

Ledenbestand

In het verslagjaar 2015 neemt het ledental gering toe.

Het aantal aanmeldingen bedraagt 23 leden. Het aantal opzeggingen bedraagt 17 leden.
Deze cijfers resulteren in een totaal aantal leden van 524 op 31 december 2015.

We betreuren het overlijden van een achttal leden, te weten:

  • De heer G.Th.A. Menges, Dalem
  • De heer A.A.M. v.d. Voort, Honselersdijk
  • De heer F.V. Valstar, Lunteren
  • Mevrouw P. Goeijenbier, Naaldwijk
  • De heer H.C. van Schie, Naaldwijk
  • Mevrouw M.J.B.M. van der Velden – de Rooij, Wateringen, voormalig penningmeester
  • De heer P. Eering, Naaldwijk
  • De heer H. Vingerling, Naaldwijk

Leen M. Valstar, secretaris

Jaarverslag 2014

Het jaar 2014 is een jaar geweest zonder bijzondere evenementen. Het Genootschap heeft aandacht besteed aan het feit dat Maassluis zijn 400 jarig bestaan vierde, door een lezing te houden en een excursie naar Maassluis. Het bedrijfsbezoek was in het verslagjaar aan Kubo in Monster.

De lezingen werden in 2014 door gemiddeld 120 leden en belangstellenden bezocht. Het gemiddelde in de laatste 5 jaar ligt op 130 per avond/per jaar.Het jaarboek 2014 is, zoals gebruikelijk in oktober verschenen.

De aandacht voor historie duurt onverminderd en enthousiast voort.

Het ledenaantal van het Genootschap aan het eind van het jaar is 517 leden. Een teruggang van 20 leden in 2014.

Ledenvergaderingen met lezingen

Op dinsdag 18 februari werd de jaarvergadering gehouden in de Hoornbloem in Den Hoorn. Na de huishoudelijke vergadering hield de heer Jacques Moerman, voorzitter van de Historische Vereniging Oud-Schipluiden een lezing met de titel “’t Woudt, De rijke geschiedenis van het kleinste dorp van Nederland“.

Aanleiding van de lezing was het verschijnen van het gelijknamige boek, waarin zowel het kerkdorp als de kerk uitgebreid beschreven werden. De spreker heeft de laatste jaren een aantal nieuwe ontdekkingen gedaan, die in het boek en in de lezing besproken werden. Hoewel ’t Woudt altijd klein is geweest, heeft het dorp met de omgeving een opvallend rijke historie. De bewoningsgeschiedenis begint in de Steentijd; in de Romeinse tijd stonden hier verschillende boerderijen. In de Middeleeuwen is er op terpen gewoond, die hier en daar in het landschap nog zijn terug te vinden. Vanaf die periode werd er volop boter en kaas geproduceerd, zuivelproducten die tot in de Zuidelijke-Nederlanden werden afgezet. De boeren met de meeste grond in Delfland woonden in de zestiende eeuw in de Woudse Polder. De benoeming van de pastoor en later de predikant gebeurden in ’t Woudt op een opvallend democratische wijze. Het kerkdorp heeft een aantal zeer bijzondere bewoners gehad, waaronder de welgeboren Aem van der Burch, predikanten, schoolmeesters en de portretschilder Woudanus.

Jacques Moerman illustreerde zijn lezing met vele fraaie beelden. In één avond passeerden alle hoogtepunten uit de geschiedenis van ’t Woudt.

De avond werd door ca. 130 leden en belangstellenden bezocht.

Woensdag 16 april hield mevrouw T. (Ineke) M. Vink, vrijwilliger bij de Historische Vereniging Maassluis uitgeroepen als ‘Vrijwilliger van het jaar 2012’ in Maassluis, een lezing met de titel ‘400 jaar Maassluis in 2014’. De lezing werd gehouden in zaal ‘De Brug’ in ’s-Gravenzande.

Al 400 jaar is Maassluis zelfstandig. Wat gebeurde er in die 4 eeuwen? De geschiedenis van deze plaats laat zich lezen als een spannend boek, met hoogte- en dieptepunten. Sommige hoofdstukken, zoals het psalmenoproer en het bombardement in de oorlog, zijn bekend omdat ze al vaker zijn verteld. Andere hoofdstukken zijn minder bekend, zoals de kaperschepen die Maassluis uitstuurde in tijden van oorlog en de werkverschaffing die burgemeester Ary Roest uit eigen zak betaalde.

Het verhaal van 400 jaar Maassluis was boeiend, onderhoudend en verrassend. Maar ook wat aan die 4 eeuwen vooraf ging, het ontstaan en de groei van de plaats en de aanleiding zich in 1614 af te scheiden van Maasland was de moeite van het vertellen waard. Maassluis werkt op dit moment ook hard aan zijn toekomst, hoe zal die er uit gaan zien?
Het was een goed verzorgde lezing die door ca. 95 leden en belangstellenden werd bezocht.

Dinsdag 14 oktober hield de heer Wouter Dhaeze, stadsarcheoloog in Oudenburg (België), in de zaal Kastanjehof in Kwintsheul de lezing ‘De kustverdediging in West-Nederland, toegespitst op het Westland’.

De Romeinse forten langs de zuidoostkust van Engeland spreken tot de verbeelding. Een aantal van deze forten, waaronder die van Portchester, Richborough en Pevensey, behoren zelfs tot de best bewaarde van het Romeinse Rijk. Ze beveiligden de havens, maar werden ook ingeschakeld als kustverdediging tegen Germaanse raiders, groepen die met plundertochten de kusten onveilig maakten.

Waar in Engeland een lange traditie bestaat in het onderzoek naar deze forten en hun rol voor de Romeinse administratie, leger en economie, staat het onderzoek naar de militaire installaties aan deze zijde van de Noordzee en het Kanaal in een priller stadium, maar komt stilaan in versnelling.

De laatste twintig jaar zijn aan onze kant van het Kanaal en de Noordzee nieuwe militaire sites en belangrijke vondsten aan het licht gekomen, zoals het minicastellum van Ockenburg en de vlootinscriptie van Naaldwijk-Hoogwerf, en vond er hernieuwd archeologisch onderzoek plaats in de reeds bekende militaire sites van Maldegem-Vake, Oudenburg, Aardenburg en Boulogne-sur-Mer.

De lezing was zeer interessant en werd door ca. 130 leden en belangstellenden bezocht.

De laatste lezing van dit jaar was op woensdag 10 december in gebouw Rehoboth in Honselersdijk. De titel van de lezing was “Schipperen naast God” door de heer Paul Vis, geboren in Kwinstheul en schrijver van meerdere boeken, waaronder ‘Schipperen Naast God’, ‘De Succelentenkweker’, ‘Tomatenblues’ en ‘Zoutwatervrees’.

De relatie die Vis met zijn vader denkt te hebben gehad is het best te typeren aan de hand van de bekende reclameslogan ‘Wie is die man die op zondagmorgen het vlees snijdt?’. Alleen in het weekeinde – en dat was in feite slechts de zondag – was zijn vader, schipper van beroep, thuis. In het boek gaat Vis op zoek naar het levensverhaal van zijn vader, waarbij hij vooral wilde ontdekken of het nu tegenstellingen of juist overeenkomsten waren die de ruzies tussen hen beiden veroorzaakten.

Een verhaal dat duizelingwekkend gewoon is. Vis typeerde dat als volgt: behalve als verwekker van kinderen heeft zijn vader geen historie geschreven, maar maakte hij wel alle turbulente ontwikkelingen van de vorige eeuw mee. De eerste Spijker-automobiel rolde het dorp binnen en te midden van een duizendkoppig publiek landde een Fokker Spider (de eerste vliegmachine) in de polder. Tussen twee wereldoorlogen door was er de diepe economische crisis en daarna volgden de roerige jaren zestig, met niet alleen grote maatschappelijke veranderingen, maar ook nog eens de eerste wandeling van een mens op de maan. Intussen ploeterde schipper Arend door en wist hij maar net het hoofd boven water te houden.

Schipper Arend leefde in een totaal andere wereld. Een wereld van een verzuilde samenleving waarin iedereen wel ergens in een hokje paste en alleen de hoofdmannen van de verschillende zuilen met elkaar spraken. Een tijd waarin persoonlijke daden het algemene nut moesten dienen en een ander jouw toekomst bedacht.

Kom daar nu nog maar eens om.

De lezing werd bezocht door ca. 125 leden en belangstellenden.

Excursie en bedrijfsbezoek

In het verslagjaar is voor de vierde keer een bezoek gebracht aan een bedrijf met een Westlandse historie. Op donderdag 24 april en 8 mei 2014 werd Kubo in Monster bezocht. Er bleek bij inschrijving zoveel animo dat, met welwillende medewerking van de heer Ed Kuiper, 2 bezoeken zijn gebracht.

Elk bezoek startte met een rondleiding, waarna de heer Ed Kuiper een uitgebreide toelichting gaf over de historie van het bedrijf door de jaren heen. Hoe het als lokaal bedrijf was begonnen en nu is uitgegroeid tot een bedrijf dat op veel plaatsen in de wereld zijn activiteiten heeft. Degelijkheid en innovatie zijn de sleutelwoorden tot dit succes. Als kroon op het werk is in het voorjaar van 2014 een prachtig nieuw kantoorgebouw betrokken.

Aan deze bedrijfsbezoeken namen in totaal 72 leden deel.

De dagexcursie werd gehouden op zaterdag 14 juni naar Maassluis.

Door 2 stadsgidsen van de Historische Vereniging van Maassluis werd er een bijzonder interessante wandeling gemaakt door historisch Maassluis.

Maassluis is rond 1340 ontstaan, als nederzetting bij een sluis in een zeewering die tussen de Noordzee en Rotterdam werd aangelegd om overstromingen te voorkomen. De nederzetting werd Maeslandsluys genoemd, en viel bestuurlijk onder Maesland.

Op 16 mei 1614 werd Maeslandsluys zelfstandigheid verleend door de Staten van Holland en ging verder als Maassluis. De afscheiding had te maken met de onvrede in Maassluis over de houding van het bestuur dat in Maasland was gevestigd, onder andere over de hoge kosten die men moest betalen en het weinige dat daarvoor terugkwam. De schans werd in 1624 afgebroken om plaats te maken voor de Groote Kerk. In 1639 werd de Groote Kerk voltooid.

Het was een prachtige wandeling, waarmee de geschiedenis weer tot leven kwam.

Aan de excursie namen 38 leden deel.

Bestuursvergaderingen

Het bestuur vergaderde vijfmaal; n.l. op 21 januari, 25 maart, 20 mei, 24 september en 19 november.

Er zijn in het verslagjaar geen bestuursmutaties geweest.

De samenstelling van het bestuur is daarmee:

Jaarboek en Publicatiecommissie

De 27e editie van het jaarboek werd in de oktobervergadering gepresenteerd. De uitgave van het jaarboek was opnieuw voorzien van de inmiddels bekende eigentijdse lay-out.

De samenstelling van de Publicatiecommissie is in 2014 niet gewijzigd en bestaat uit: mevrouw G. Gunneweg-van Zeijl en de heren H.I.M. Groenewegen en G.C.L. van Gaalen. De heer drs. L.J.M. van den Ende is voorzitter van de Publicatiecommissie.

Ledenbestand

In het verslagjaar 2014 heeft het ledental een kleine afname gehad.

Het aantal aanmeldingen bedraagt 11 leden.

Het aantal opzeggingen bedraagt 31 leden.

Deze cijfers resulteren in een totaal aantal leden van 517 op 31 december 2014.

We betreuren het overlijden van een zevental leden, te weten:

  • De heer L.M. Varekamp, Delft (2013)
  • De heer W.H. Kemmers, Naaldwijk
  • De mevrouw J.W.P. Bol – van Marrewijk
  • De heer A. Visser, Kwintsheul
  • De heer L.G. van Rijn, ‘s-Gravenzande
  • De heer C. Rodenburg, Schagen
  • De heer J.H. Groenwegen, Poeldijk


Leen M. Valstar, secretaris

Jaarverslag 2013

Het jaar 2013 is het Huygensjaar geweest. Het Genootschap heeft dat in haar programma volop aandacht gegeven. Door een lezing over het leven van Constantijn Huygens. De excursie was naar het Huygensmuseum Hofwijck in Voorburg. Ook het initiatief om oude van oorsprong Westlandse bedrijven te bezoeken heeft dit jaar een vervolg gekregen door een bezoek aan het tuinbouw-toeleveringsbedrijf Arend-Sosef in Honselersdijk.

Opnieuw is er in 2013 bij het gemeentebestuur aandacht gevraagd over de staat en toekomstige bestemming van het Oude Raadhuis in Naaldwijk. Nog steeds vindt het gemeentebestuur het moeilijk om tot een goede bestemming te komen en het gebouw in ere te herstellen. Door een goede besluitvorming zou de gemeente een voorbeeldfunctie kunnen vervullen bij het instand houden van cultureel erfgoed.

Het jaarboek 2013 is, zoals gebruikelijk in oktober verschenen.
De aandacht voor historie duurt onverminderd en met enthousiasme voort. Het ledenaantal van het Genootschap aan het eind van het jaar bedraagt 537 leden. Een kleine teruggang na de groei van de afgelopen jaren.

Ledenvergaderingen met lezingen.

Dinsdag 19 februari hield dr. Menno Dijkstra,  archeoloog bij Diachron Universiteit van Amsterdam B.V., een lezing met de titel “Van zwervende erven naar kerkdorp. De vroegmiddeleeuwse wortels van het Westland”.
In de Vroege Middeleeuwen maakte het kustgebied van Zuid-Holland deel uit van West-Friesland. Van menselijke aanwezigheid in deze periode getuigen niet alleen enkele historische bronnen en oude plaatsnamen, maar ook enekele archeologische vondsten. Op basis van interdisciplinair onderzoek is nu voor het eerst een gedetailleerd overzicht beschikbaar van de bewoningsgeschiedenis van de estuaria van de Oude Rijn en Maas tussen circa 270 en 900 na Chr. Door de rijkdom aan archeologische gegevens ligt de nadruk op de Oude Rijnstreek.
In de lezing wordt ingegaan op het ontstaan van de huidige dorpen.  Veel van de huidige oude kernen en parochies zijn namelijk pas ontstaan in de 12e-13e eeuw. In de periode daarvoor was sprake van ‘zwervende erven’, die door allerlei factoren regelmatig van plaats veranderden. Dit was ook van invloed op de overlevering van oude plaatsnamen die we kennen uit de goederenlijst van de Utrechtse St.-Maartenskerk.
De avond werd door ca. 180 leden en belangstellenden bezocht.

Woensdag 17 april hield Peter van der Ploeg, conservator van het Huygensmuseum de lezing “Constantijn Huygens en de buitenplaats Honselersdijk”, Een secretaris met een artistieke missie?
Het Huis te Honselaarsdijk was een levenslang project van prins Frederik Hendrik. Hij verwierf het landgoed in 1621 en verbouwde én verfraaide het huis voortdurend in de decennia erna. Bij zijn dood in 1647 was het zonder twijfel het meest imposante verblijf van de Oranje’s. 
Er is over het huis, de bouwprojecten en de decoratie vrij veel bekend. Enkele recente studies naar Huygens en zijn relatie tot de kunsten hebben daarin meer duidelijkheid gebracht. Was hij de inspirator, of was hij de stille maar belangrijke coördinator op de achtergrond? Op boeiende en aansprekende wijze wordt door de heer Peter v.d. Ploeg het leven van Constantijn Huygens geschetst.
Het was een goed verzorgde lezing die door ca. 110 leden en belangstellenden werd bezocht.

Dinsdag 15 oktober hield de heer drs. A. (Ton) A. G. Immerzeel, conservator van het Westlands Museum voor Streek- en Tuinbouwhistorie een lezing “De Westlandse Tuinbouw 1800 – 1900”.
Een lezing waarin een deel van de tuingeschiedenis werd geschetst. De beginperiode van de grootschalige commerciële tuinbouw in het Westland. Globaal genomen werd daarbij de periode van 1800 tot 1900 behandeld en gaf Ton Immerzeel een overzicht van de ontwikkeling, de locaties en de teelten van de Westlandse tuinbouw. Het verhaal werd ondersteund met afbeeldingen, waarbij de oudste Westlandse tuinbouwfoto’s aan bod kwamen en het nodige oude kaartmateriaal.
Op de zijn bekende wijze wist Ton Immerzeel de zaal te boeien en gaf hij een nauwkeurig en interessant beeld van de ontwikkeling van de Westlandse Tuinbouw in die periode.
De lezing werd door ca. 140 leden en belangstellenden bezocht.

De laatste lezing van dit jaar was op woensdag 11 december. De titel van de lezing was “200 jaar Koninkrijk en november 1813” door  E.J. Vles, schrijver van meerdere boeken, waaronder “Twee weken in November”, over de gebeurtenissen in 1813.
We vierden in het jaar 2013 het tweehonderd jarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden.
Hoewel over de exacte datum van het stichten van ons Koninkrijk de meningen uiteen kunnen liggen, was het zonder twijfel een feit dat in de maand november van het jaar 1813, met de terugkomst van een Prins uit het huis Oranje Nassau, ons land een geheel nieuwe, zelfstandige fase van zijn geschiedenis is ingegaan. Om die gebeurtenis op waarde te kunnen schatten is het niet alleen van belang te weten hoe die roerige dagen van november zijn verlopen, maar is ook enig kennis gewenst van de diepgaande veranderingen, die zich in de dertig daaraan voorafgaande jaren hebben afgespeeld.
Door de heer Vles werd nauwkeurig beschreven hoe de gebeurtenissen in die dagen zijn verlopen. Ook wist hij op verrassende wijze de bij dit gebeuren betrokken personen te beschrijven.
De lezing werd bezocht door ca. 85 leden en belangstellenden.

Overige activiteiten

Oude Raadhuis Naaldwijk

In een persbericht riep het College van B & W roept op om haalbare plannen in te dienen voor herbestemming van het Oude Raadhuis Naaldwijk. Behoud van de historische identiteit en het openbare karakter zijn belangrijke randvoorwaarden. Het plan moet financieel haalbaar zijn en ingediend worden door een organisatie met ervaring op het gebied van exploitatie van (rijks) monumentale panden. Het Genootschap maakte in dat kader opnieuw kenbaar dat het een plicht van de gemeente is om zich sterk te maken voor het behoud van dit bijzondere culturele erfgoed.

Excursie en bedrijfsbezoek

In het verslagjaar is voor de derde keer een bezoek gebracht aan een bedrijf met een Westlandse historie. Op donderdag 11 mei 2013 werd tuinbouw-toeleveringsbedrijf Arend-Sosef in Honselersdijk bezocht. 
Het bezoek startte met een lezing van de heer Nic. Sosef, die op kleurrijke wijze de groei door de jaren heen wist te schetsen.
Het bedrijf werd opgericht in 1931 door de vader van onze gastheer de heer Nic Sosef. Hij ging als een soort marskramer op pad, op 15 jarige leeftijd, met tassen vol kwasten, stopmessen en ruitensnijders. 
Hij werd op die manier een bekende verschijning in het Westland en de zaken groeiden zodanig dat er gebrek ontstond aan opslagruimte. Zijn eerste magazijn werd gehuurd aan Stokdijkkade 14 in Naaldwijk. Ook kon zijn vader al gauw het werk niet alleen aan en zijn 4 jaar jongere broer Bertus kwam als eerste medewerker in dienst. Zo ontstond het bedrijf wat na verloop van tijd de naam ging voeren “Weert wat Deert”. 
Na op de Stokdijkkade een aantal panden gehad te hebben werd de ruimte daar toch te beperkt en werd rond 1980 een behoorlijk terrein betrokken in Honselersdijk waar door de tijd heen de ene na de andere hal is gebouwd en daar nu een omvangrijk complex staat wat levensvatbaar en gezond de toekomst in kijkt, na een fusie met van der Arend uit Poeldijk.
Na de lezing van Nic. Sosef werd een rondleiding door het bedrijf gemaakt.
Aan dit bedrijfsbezoek namen 47 leden deel.

De dagexcursie werd gehouden op zaterdag 15 juni naar Huygensmuseum Hofwijck te Voorburg.

Hoe leefden Constantijn en Christiaan Huygens?
Het huis Hofwijck is aan de buitenzijde compleet gerestaureerd. Het huis draagt nu okergele luiken. Deze kleur is ook te zien in een originele tekening van Hofwijck door Christiaan Huygens. 
De vijftien grisailles, de grijsschilderingen, zijn vernieuwd. De afbeeldingen van Flora, Apollo, verschillende putti’s en trofeeën die zo goed passen bij Constantijn’s leven op Hofwijck zijn opnieuw te bewonderen.
Op de zolderverdieping huist de permanente tentoonstelling “Christiaan onder de sterren”. Kinderen en volwassenen kunnen daar, net als Christiaan zelf ooit deed, gaan ontdekken en uitvinden. Hoe werkt zijn uitvinding van het slingeruurwerk precies? Hoe ontdekte Christiaan de ring rondom Saturnus? En hoe woonde en leefde Christiaan op Hofwijck? Op de zolder waar hij werkte zijn verschillende originele zeventiende-eeuwse telescopen en uurwerken te zien. Ook andere uitvindingen zoals de zeeklok en de ontdekking van de ring rond Saturnus, worden interactief belicht. 
Deze Nederlander stond in zijn tijd op eenzame hoogte, samen met de Engelse wis- en natuurkundige Isaac Newton. Ook nu nog wordt Christiaan gezien als één van de meest invloedrijke wetenschappers die ons land heeft voortgebracht.
Aan de excursie namen 58 leden deel.

Bestuursvergaderingen

Het bestuur vergaderde vijfmaal; n.l. op 16 januari, 19 maart, 29 mei, 24 september en 27 november.
Zowel de penningmeester Meena van der Velden, als de 2e secretaris Patrick van der Voort hebben hun bestuurslidmaatschap beëindigd. Laatst genoemde na 15 jaar enthousiaste inbreng in het bestuur. 
Ter vervulling van de vacature van Meena van der Velden als penningmeester is benoemd de heer Ad Moor, te Naaldwijk,

De samenstelling van het bestuur is daarmee:

Jaarboek en Publicatiecommissie

De 26e editie van het jaarboek werd in de oktobervergadering gepresenteerd. De uitgave van het jaarboek is opnieuw voorzien van een eigentijdse lay-out.
De samenstelling van de Publicatiecommissie is gewijzigd. 
In de loop van het jaar is afscheid genomen van Mevrouw T. Werner-Berkhout, K.F. van Dijk en de heer G.J.T.C. Hamel.
Daarvoor zijn in de plaats gekomen mevrouw G. Gunneweg-van Zeijl en de heren H.I.M. Groenewegen en G.C.L. van Gaalen. De heer drs. L.J.M. van den Ende is als voorzitter de stabiele factor gebleven van de Publicatiecommissie.

Ledenbestand

In het verslagjaar 2013 heeft het ledental een pas op de plaats gemaakt. 
Het aantal aanmeldingen bedraagt 21 leden.
Het aantal opzeggingen bedraagt 25 leden.
Deze cijfers resulteren in een totaal aantal leden van 537 op 31 december 2013.

We betreuren het overlijden van een zevental leden, te weten:

  • De heer T. Vreugdenhil, De Lier
  • De heer C.N.N. Brabander, Den Haag
  • De heer L.C. Voorberg, ’s-Gravenzande
  • De heer A.M. Hofman, ’s-Gravenzande
  • De heer A. B. Holstein, Den Haag
  • De heer G.L. van Woerden, Honselersdijk
  • De heer A. Verbree, Den Haag

Leen M. Valstar, secretaris

Jaarverslag 2012

Het jaar 2012 is het jaar van de Historische Buitenplaatsen. Het Genootschap heeft dat in haar programma volop aandacht gegeven. Door een lezing over de Buitenplaatsen zelf, maar ook een lezing over de tuinen van die Buitenplaatsen. De excursie was naar kasteel Duivenvoorde in Voorschoten, een goed voorbeeld van een in prachtige staat verkerende Buitenplaats en de nabije omgeving. Ook het initiatief om oude van oorsprong Westlandse bedrijven te bezoeken heeft dit jaar een vervolg gekregen door een bezoek aan van Daalen Transport.

Het begin van het jaar werd echter gedomineerd door de aandacht aan het boek ‘De Afrekening’ van Maarten van Buuren. Op 28 februari 2012 was een avond gepland om de schrijver gelegenheid te bieden het boek te presenteren en met hem in discussie te gaan. Hoewel hij op het laatste moment afzegde, slaagde het bestuur er in om een tweetal externe inleiders uit te nodigen.

Van het in 2011 verschenen boek ‘Schilders van het Westland’ is dit jaar de 2e druk verschenen, wat voor zo’n kunstboek een bijzondere gebeurtenis genoemd mag worden.

Een andere activiteit is om bij het gemeentebestuur aandacht te vragen voor onderwerpen met een historische achtergrond. Zo is in januari een brief aan B&W gezonden over de staat en toekomstige bestemming van het Oude Raadhuis in Naaldwijk. In de zomer is er aandacht gevraagd voor boerderij Bijsterveld in ’s-Gravenzand en is er ingesproken in de raadscommissie Ruimte.

Het jaarboek 2012 is in oktober in een nieuw’ jasje’ verschenen. Daarmee wordt gemarkeerd dat het de 25e editie is van een uitgave die door een liefhebber van historie graag wordt gelezen.

De aandacht voor historie duurt onverminderd en met enthousiasme voort. Het ledenaantal van het Genootschap aan het eind van het jaar bedraagt 541 leden. Kortom het Genootschap Oud-Westland is vitaal en bruist van activiteiten.

Ledenvergaderingen met lezingen

Dinsdag 14 februari hield drs. A. (Ton) A. G. Immerzeel, conservator van Westlands Museum voor Streek- en Tuinbouwhistorie een lezing over Romeinse wegen en de gracht van Corbulo in West-Nederland/Westland.
In de Romeinse tijd, van de 1ste tot en met de 3de eeuw, is het Westland tot grote economische bloei gekomen. Vooral de landbouw werd enorm uitgebreid en die speelde een belangrijke rol in de voedselvoorziening van de duizenden Romeinse soldaten die gelegerd waren langs de Rijn, de noordelijke grens van het Romeinse Rijk. Om de landbouweconomie goed te laten functioneren was er een goede infrastructuur nodig. Hiervoor werden talrijke land- en vaarwegen aangelegd in het Westlandse gebied. Het was nooit helemaal duidelijk waar die wegen zich bevonden, maar de afgelopen tien jaar zijn er in het Westland bij archeologische opgravingen verschillende ontdekkingen gedaan, die een nieuw licht werpen op het Romeinse verkeer over weg en water. Ton Immerzeel wist,  voorzien van veel beeldmateriaal, zijn gehoor te boeien. Het maakte nieuwsgierig hoe het er twee duizend jaar geleden in het Westland heeft uitgezien.
De avond werd door ca. 160 leden en belangstellenden bezocht.

De lezing op 28 februari was een ingelaste avond naar aanleiding van het verschijnen van het boek ‘De Afrekening’ van Maarten van Buuren. Zowel de auteur als drs. N.D.J.(David) Barnouw van het Nederlands Instituut voor Oorlogs Documentatie (NIOD) waren uitgenodigd. De beide sprekers zouden allereerst worden geconfronteerd met een aantal vragen, o.a. opgesteld door de redactie van het boek: “Gemeente Naaldwijk, 1940-1945”, te weten C.J.M. Bentvelzen, P.A. Smit en P.A. Vreugdenhil. Vervolgens zou onder leiding van Wil van den Bos Czn., voorzitter van het Genootschap Oud-Westland, gediscussieerd worden met de aanwezigen over het boek.
Wat betreft Maarten van Buuren mocht het helaas niet zover komen, omdat hij slechts enkele dagen voor de lezing zijn toegezegde medewerking introk. In zijn plaats kregen we voor de lezing de medewerking van de ’s-Gravenzander Ph. van den Berg, die promotieonderzoek doet naar de NSB in het Westland. Zowel lokaal als bestuurlijk. Aanleiding om dit promotieonderzoek te doen is dat daar weinig over bekend is en het een onderbelichte kant van de oorlog is. Hij hield daarover een onderhoudende lezing die de oorlogsdagen van een andere kant liet zien.
Tot slot was het de freelance journalist en publicist Eric Slot die het dossier van Piet Doelman heeft nagepluisd. Hij weerlegde een aantal beschrijvingen zoals die in het boek van van Buuren staan vermeld. Volgens de heer Slot fantaseert van Buuren soms of voert hij suggesties op als feitelijkheden, dan wel doet hij niet afdoende onderzoek en geeft slechts zijn mening weer. Daarmee is het geen historisch boek geworden maar een geromantiseerd verhaal over die oorlogsdagen. Het heeft veel tongen losgemaakt en zal dat nog wel enige tijd doen.
De avond werd bezocht door ruim 200 leden en belangstellenden.

Op woensdag 18 april hield René W.Chr. Dessing, voorzitter en initiatiefnemer van de Stichting Themajaar Historische Buitenplaatsen 2012
De lezing ging over het ontstaan en de uiteenlopende verschijningsvormen van de Nederlandse historische buitenplaatsen tussen 1600 en 1900. Aan de hand van fotomateriaal vertelde hij over de ontwikkeling van dit type landleven, stond hij stil bij sociaal historische feiten en schetste een interessant beeld van de wereld van de buitenplaatsen in vroeger tijden. Ooit was de buitenplaats een belangrijk fenomeen en belichaamde zij vooral in de huidige Randstad een bijzondere band tussen stad en land. In voorbije eeuwen telde Nederland vermoedelijk zesduizend of meer grote en kleine buitenplaatsen. Hiervan resteert nu nog slechts 10%. Deze circa 600 buitenplaatsen zijn in alle provincies te vinden.
Ook bracht hij duidelijk voor het voetlicht dat het een inspanning is om dit erfgoed te beheren en onderhouden. Vaak ontbreekt het aan de nodige geldelijke middelen. Teloorgang ligt daarom op de loer. Alle zeilen moeten worden bijgezet om dat te voorkomen.
Het was een boeiende en goed verzorgde lezing die door ca. 110 leden en belangstellenden bezocht.

Op dinsdag 16 oktober hield de heer Jan Holwerda, onderzoeker en eigenaar van het eigen bureau Groen Verleden, een lezing ‘De groene historie van onze buitenplaatsen’.
Een lezing waarin onze tuingeschiedenis werd geschetst. Het groen in onze historische tuinen en parken en op onze historische buitenplaatsen en landgoederen. Een lezing die niet zo zeer inging op de bloemen, struiken en bomen, maar veelmeer op tuin architectonische ontwikkelingen. Op de stijlen, de kenmerken, de vormen en invullingen als tuingebouwtjes, tuinsieraden e.d. Bij een breder publiek zijn aanduidingen als Franse tuin (Versailles) en Engelse landschapsstijl vaak wel bekend. Op die naamgeving valt echter wel wat aan te merken. Voor beide geldt namelijk dat genoemde landen niet alleen bepalend zijn geweest voor de uiteindelijk toegepaste stijlinvulling. En er zijn meer stijlen te onderscheiden, door de spreker werden deze nader toegelicht.
Het verhaal, de geschiedenis werd geïllustreerd aan de hand van oude prenten, foto’s, kaartmateriaal e.d. en waar mogelijk met materiaal van groene historische objecten in het Westland. Het gaf een bijzondere inkijk van deze prachtige tuinen en het gehoor werd daarin deskundig begeleid.
De lezing werd door ca. 125 leden en belangstellenden bezocht.

De laatste lezing van dit jaar was op woensdag 12 december. De titel van de lezing is “Vreemdelingen in het Westland, gezien vanuit historisch perspectief”, door Dr. Ir. A. J. Vijverberg. Migratie van boeren en arbeiders tussen vruchtbare (rijke) en dorre (arme) landbouwstreken is al oud. Vanuit de arme bergstreken in Europa trokken in het voorjaar hele rijen mensen naar de (vruchtbare) dalen om daar te zaaien, te maaien, te wieden en te oogsten. Hoogzomer trokken zij weer naar huis om hun eigen schamele oogst binnen te halen.
De ‘gastarbeiders’ werden hannekemaaiers (een samentrekking van Johan en maaier) genoemd of velings (genoemd naar het herkomstgebied West-Falen). Tussen 1815 en 1850 vestigden zich rond 150.000 hannekemaaiers blijvend in ons land.
In de tuinbouw is per ha heel wat meer werk te verzetten dan in de akkerbouw of in de veehouderij. Met de groei van de groenteteelt in onze streek, zo vanaf 1830, en het begin van het gebruik van glas, zo vanaf 1880, nam de behoefte aan arbeidskrachten gedurende een langere periode van het jaar toe. Het tijdelijk werk groeide uit tot vaste banen met vaste woonplaatsen. Uit een onderzoek van rond 1955 bleek dat in De Lier meer dan de helft van de tuinarbeiders direct of indirect (via hun vader) van buiten het Westland kwam. De noordelijke provincies en de Zuid-Hollandse en Zeeuwse Eilanden waren de belangrijkste herkomstgebieden. De benodigde arbeiders kwamen uit de perifere, geïsoleerde en dus arme gebieden van Nederland. Voor die tijd waren dat echte immigranten.
Op enthousiaste en boeiende wijze wist Aad Vijverberg het onderwerp voor het voetlicht te brengen, gelardeerd met eigentijdse en treffende voorbeelden uit recente krantenpublicaties. Een van zijn stellingen is dat vreemdelingen altijd welvaart hebben gebracht. En zijn vraag was, zijn wij ook vandaag bereid om zo tegen vreemdelingen aan te kijken?
De lezing werd bezocht door ca. 120 leden en belangstellenden.

Overige activiteiten

Oude Raadhuis Naaldwijk

Door het bestuur van het Genootschap wordt per brief van 10 januari 2012 aandacht gevraagd voor de staat en de toekomst van het Oude Raadhuis in Naaldwijk. Er is een advies uitgebracht naar het gemeentebestuur door de Monumentencommissie van de gemeente Westland om een onderzoek te doen naar de mogelijke (semi) openbare functies die op die locatie gevestigd kunnen worden. Ook wordt in het rapport de geschiedenis van het Oude Raadhuis naar voren gebracht en het belang van het gebouw in de geschiedenis van Naaldwijk.
De brief van het Genootschap, zowel als een brief van de historische vereniging Oud-Honselersdijk-Naaldwijk ondersteunen het advies van de Monumentencommissie en vestigen de aandacht op het gebouw als cultureel erfgoed en roepen het bestuur van de gemeente Westland op met gepaste voorstellen te komen om het gebouw te behouden en zo mogelijk een publieksbestemming te geven.

De hoeve Bijsterveld in ’s-Gravenzande

De gemeente Westland stelt het bestemmingsplan glastuinbouw aan de orde en houdt in dat kader een inspraakavond op 20 augustus 2012. Het Genootschap maakt van deze gelegenheid gebruik door mede namens alle historische werkgroepen en verenigingen in te spreken omtrent het belang van het behoud van de historische boerderij Bijsterveld. Deze boerderij heeft onderdeel uitgemaakt van de inmiddels verdwenen Buitenplaats Arensduin. Ook is een verzoek ingediend om de aanwijzing te starten van deze boerderij als gemeentelijk monument.
Doordat het Westland elke 50 á 60 jaar ingrijpend wijzigt zijn we er als het ware Nieuwland aan het maken. Nieuwland worden de IJsselmeer Polders genoemd, waar geen historie te bekennen is, anders dan een gezonken en half  vergane vissersboot van honderden jaren geleden. Het gemeente bestuur zal zich meer moeten inspannen om de weinige oude gebouwen voor de toekomst te behouden.

Open archievendag

Op zaterdag 3 november  is er in het gemeentehuis in Naaldwijk door het Genootschap deelgenomen aan de open archievendag 2012. Zoals gebruikelijk trok deze dag veel belangstelling en was het opnieuw een goede gelegenheid om informatie te verschaffen en nieuwe leden te werven. Ook maakten veel leden gebruik van de mogelijkheid het pas verschenen jaarboek 2012 af te halen.

Excursie en bedrijfsbezoek

In het verslagjaar is voor de tweede keer een bezoek gebracht aan een bedrijf met een Westlandse historie. Op donderdag 10 mei 2012 is van Daalen Transport bezocht.
Het bezoek startte met een lezing van de heer Aad van Daalen, die de ontwikkeling van het bedrijf door de jaren heen in beeld wist te brengen. Het was meer dan de moeite waard om de geschiedenis te horen van dit transport bedrijf gestart ongeveer 1915 in vervoer van paardenmest met paard en wagen. Na de 2e wereldoorlog met Marshallhulp gestart met het vervoer van groenten en fruit op Duitsland. Via een vestiging op de groenteveiling van Naaldwijk, een vestiging aan de Willem van Hooffstraat in Naaldwijk, in 1995 een vestiging betrokken op het Transport Centrum Westland in Maasdijk.
In 1974 is het bedrijf verkocht aan TDG (Transport Development Group) een van oorsprong Brits bedrijf en in 1998 weer teruggekocht. Vervolgens is een partnerschap aangegaan met Bos Transport, ook gevestigd op het Transport Centrum.
Ook is er een rondgang gemaakt in het bedrijf om te zien hoe enerzijds de aanvoer plaats vindt van producten en anderzijds de bevrachting van de wagens voor het internationale transport.
Alles bij elkaar meer dan de moeite van een bezoek waard.
Aan dit bedrijfsbezoek namen 46 leden deel.

De dagexcursie werd gehouden op zaterdag 9 juni naar Kasteel Duivenvoorde in Voorschoten.
Het kasteel is het stamslot van de Van Wassenaers en is door vererving van eigenaar gewisseld.
Al in 1226 wordt kasteel Duivenvoorde genoemd als “Duvenvoirt” in een akte. Omstreeks 1250 stond er een donjon –een vierkante verdedigingstoren- omgeven door een gracht en een muur. Bij een ingrijpende verbouwing en uitbreiding in opdracht van Johan van Wassenaer in 1631 kreeg het kasteel zijn huidige uiterlijk en grondplan. Al vanaf de middeleeuwen bewoonde de invloedrijke familie Van Wassenaer het kasteel. Het was een geslacht van ridders en hoogheemraadsheren. Zij bekleedden belangrijke functies aan het hof en trokken in de zomermaanden naar het ´buiten´ Duivenvoorde. De laatste verervingen hebben in de vrouwelijke lijn plaats gevonden en zo is de laatste eigenares L.H. barones Schimmelpenninck van der Oye geweest.  Zij bracht het kasteel met collectie, archieven en landgoed in 1960 onder in de Stichting Duivenvoorde.
Het bezoek en de deskundige rondleiding was zeer de moeite waard en gaf een goed beeld van deze prachtig bewaard gebleven Buitenplaats.
Aan de excursie namen 65 personen deel.

Bestuursvergaderingen

Het bestuur vergaderde vijfmaal; nl. op 18 januari, 20 maart, 5 juni, 20 september en 13 november.

De bestuursleden  Wil van den Bos Czn (voorzitter) en Wim de Smit zijn voor een nieuwe periode van 4 jaar herkozen. Ook is door de ledenvergadering ingestemd met een verhoging van de jaarlijkse donatie tot een bedrag van € 19,50.

De samenstelling van het bestuur is daarmee:

Leden:

  • H.I.M. Groenewegen
  • W.A. de Smit, communicatie en PR, info@oudwestland.nl
  • A. Vermeer, ledenadministratie

Jaarboek en Publicatiecommissie

De 25e editie van het jaarboek werd in de oktobervergadering gepresenteerd. Bij gelegenheid van deze jubileum uitgave is besloten het jaarboek van een nieuw en eigentijdse  lay-out te voorzien.
De samenstelling van de Publicatiecommissie is ongewijzigd gebleven en bestaat uit: Mevrouw T. Werner-Berkhout, en de heren K.F. van Dijk, drs. L.J.M. van den Ende (voorzitter) en G.J.T.C. Hamel.

Ledenbestand

Het aantal leden bedroeg 526 op l januari 2012. In het verslagjaar 2011 heeft zich de ledenaanwas doorgezet. Daarmee zet de opgaande lijn zich voort en mag het Genootschap zich verheugen in een groeiende belangstelling.
Het aantal nieuwe leden bedraagt 43 leden.
Het aantal opzeggingen bedraagt 26 leden.
Deze cijfers resulteren in totaal aantal leden van 542 op 31 december 2012.

We betreuren het overlijden van een viertal leden, te weten;

  • De heer J.P. Bakker, Naaldwijk
  • mevr. K.I.M. van der Hoeven, Naaldwijk
  • De heer D. van Dalen, Naaldwijk
  • De heer C. Meier, Honselersdijk

Leen M. Valstar, secretaris

Jaarverslag 2011

Het jaar 2011 kenmerkt zich als een jaar waar een gebruikelijk programma is afgedraaid. Anders dan in 2010 zijn er geen bijzondere activiteiten geweest. Hoewel, er is een nieuw initiatief ter hand genomen, namelijk het organiseren van bezoeken aan Westlandse bedrijven en vervolgens aandacht voor hun historische achtergrond. Op 28 mei 2011 is in dat kader een bezoek gebracht aan Priva in De Lier.
De belangstelling voor historie en het houden van lezingen daarover duurt onverminderd voort. Daardoor groeit het Genootschap ook dit jaar weer en was het leden aantal 526 aan het eind van het jaar. De laatste vijf jaar is het Genootschap met gemiddeld 35 leden per jaar gegroeid.
Kortom het Genootschap Oud-Westland is vitaal en bruist van de activiteiten.

Ledenvergaderingen met lezingen

Dinsdag 15 februari stond nog in het teken van het verschijnen van het kunstboek „Schilders van het Westland van 1500 tot heden‟. De heren drs. L. van Heijningen, galeriehouder van Kunstzaal van Heijningen in den Haag en drs. J.J.Th. Sillevis, oud-hoofdconservator Gemeentemuseum den Haag leverden een belangrijke bijdrage door inleidingen te houden over hun aandeel in het verschenen boek. Op verschillende, maar vooral zeer onderhoudende wijze werd ons getoond hoe naar schilderijen te kijken. De avond werd door ca. 95 leden bezocht.

Op woensdag 13 april hield drs. A. (Ton) A. G. Immerzeel, conservator van Westlands Museum voor Streek- en Tuinbouwhistorie een lezing over „De slag om Ockenburg, 10 mei 1940
Op 10 mei 1940 vielen Duitse soldaten ons land binnen. De bedoeling was om Nederland snel te veroveren en de regering en de koningin gevangen te nemen. Om dit te bereiken werden drie vliegvelden die gesitueerd waren rondom regeringscentrum Den Haag aangevallen door Duitse parachutisten. De bedoeling was om met deze verrassingsaanval de vliegvelden in te nemen, waarna Duitse soldaten per vliegtuig konden worden aangevoerd om Den Haag te bezetten. Vooral de aanval op vliegveld Ockenburgh bij Loosduinen heeft in het Westland geleid tot gevechtshandelingen en schermutselingen tussen Nederlandse en Duitse soldaten. Deze lezing gaf een overzicht van deze korte maar hevige strijd in het Westland in de meidagen van 1940.
Ton Immerzeel wist met zijn verhaal de zaal geweldig te boeien, temeer daar hij zich in detail had verdiept hoe deze eerste oorlogsdagen zich hebben voltrokken. Op bekwame en boeiende wijze wist hij dat voor het voetlicht te brengen op zodanige wijze dat de bezoekers zich terug in de tijd waanden.
Het bezoekers aantal van de lezing overtrof de verwachtingen en met een aantal van ca. 180 toehoorders puilde de zaal bijna uit. Er kon met recht gesproken worden van een zeer geslaagde avond.

Op woensdag 12 oktober hield de heer J.A. Karssen, burgemeester van Maassluis een lezing met de titel „Dan liever met Groen van Prinsterer alleen‟. Het is de titel van een boek wat verscheen na de afronding van zijn onderzoek in het kader van zijn studie over de Anti–Revolutionaire Partij, en in het bijzonder hoe dat was in Maassluis.
In 1888, vlak na de “Doleantie”, een kerkscheuring in de Nederlands Hervormde Kerk in 1886, doet Kuyper een dringend beroep op zijn „kleine luyden‟ om zich politiek te organiseren. De boodschap wordt in Maassluis opgepakt en ds. J. Vonk, richt met een aantal geestverwanten de ARP kiesvereniging „Vreest God, eert den Koning‟ op. In de eerste jaren richt de kiesvereniging zich nadrukkelijk op de grote principiële kwesties als christelijk onderwijs en de uitbreiding van het kiesrecht, maar ook op de lokale principes over de kermis, de sluiting van de cafe’s op zondag en de kwestie van het sporten op zondag. Door de komst van AR-burgemeester Dommisse worden er een aantal beginselen ingevuld. De ARP-ers strijden volop met de liberalen en de Christelijk-Historischen.
Na de invoering van het algemene Kiesrecht komen ook in Maassluis de sociaal- democraten in beeld. Er wordt heel lang politiek gevochten over de aanleg van een nieuwe haven. Toen dat niet doorging kwam de ontwikkeling van de Kapelpolder in beeld. De gemeente leed daar grote verliezen. De ARP heeft ook een lange periode in de oppositie verkeerd. Omdat het in de stad financieel slecht ging overwogen de ARP-ers serieus Rotterdam te annexeren. In de crisisjaren stelden de mannenbroeders zich furieus op tegen het Nationaal Socialisme. De ARP-ers lieten zich zeker beïnvloeden door de Gereformeerde kerk en door de landelijke partij. Jan Schouten leerden hen zelfstandig te denken en niet te knippen en te buigen voor „hen die boven u zijn gesteld‟. Dat is wel de lijn die in Maassluis is gebleven.
De lezing werd door 44 personen bezocht.

De laatste lezing van dit jaar was op woensdag 7 december. De lezing werd verzorgd door de heer J.Buskes, archivaris bij het Historisch Archief Westland over de recente geschiedenis van het Westland die door filmbeelden tot leven komen.
Kilometers archieven, kranten, tekeningen, foto’s en talloze publicaties geven een prachtig beeld van de eeuwenoude historie van het Westland. Maar de recente Westlandse geschiedenis komt pas echt tot leven bij het zien van bewegend beeld; sigaren rokende Westlanders tussen platglas, met de schuit naar de veiling, giechelende dames aan het krenten.
Jan Buskes vertelt over het project “Historie in de bibliotheek” (verzamelen en digitaliseren van oud Westlands filmmateriaal) en vertoont ca. een uur oud filmmateriaal, afkomstig uit de privécollecties van vele Westlanders.
De avond bleek een groot succes, want ruim 180 personen bezochten de avond en waren enthousiast over de getoonde beelden.

Overige activiteiten

Boomawatering
Door de gemeente Westland is een bestemmingsplan ter visie gelegd met betrekking tot de herinrichting van de Boomawatering. Door de werkgroep Oud-Monster is een zienswijze naar de gemeente ingebracht met betrekking tot de herstructurering van dit gebied en het respecteren van de historische loop van de Booma voor zover nodig het herstellen ervan. Deze oude getijde kreek , die zijn oorsprong vindt in het centrum van Monster, loopt door het gehele gebied heen en is in eigendom van het Hoogheemraadschap Delfland. Door het Genootschap is de reactie van de werkgroep Oud-Monster door een brief naar de gemeente ondersteund.

Joodse begraafplaats in Naaldwijk
De gemeente Naaldwijk heeft de Joodse begraafplaats in Naaldwijk op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. Het Genootschap heeft bij de gemeente gevraagd naar een renovatie en onderhoudsplan van deze begraafplaats.

Historische markt Hofboerderij Wateringen
Op zaterdag 15 oktober is er in de Hofboerderij in Wateringen door het Genootschap deelgenomen aan een historische markt. Zoals gebruikelijk trok deze dag veel belangstelling en was het opnieuw een goede gelegenheid om informatie te verschaffen en nieuwe leden te werven.

Excursie en bedrijfsbezoek

In het verslagjaar is voor de eerste keer een bezoek gebracht aan een bedrijf met een Westlandse historie. Op zaterdag 28 mei is Priva in De Lier bezocht. Het was voor ons een openbaring om te vernemen waar Priva zich, ook buiten de tuinbouw, zoal mee bezig houdt. De presentatie van de heer Jan Prins en de rondleiding door het energie-bewuste kantoor was verrassend. Een dergelijk bedrijfsbezoek was een experiment. Gelet op de grote belangstelling is besloten dit het komende jaar voort te zetten.
Aan dit bedrijfsbezoek namen 79 personen deel.

De dagexcursie werd gehouden op zaterdag 11 juni naar “Fort aan den Hoek van Holland”, Nederlands Militair Kustverdedigingmuseum. Onder deskundige begeleiding werd niet alleen een rondgang gemaakt door het fort als museum, maar werd ook uitgebreid stil gestaan bij zijn rol als verdedigingswerk van de vesting Holland.
Het Nederlands kustverdedigingmuseum is gevestigd in het voormalig pantserfort te Hoek van Holland. Dit fort is destijds gebouwd aan de Nieuwe Waterweg ter verdediging van de Rotterdamse haven tegen vijandelijke oorlogsschepen.
Het meer dan honderd jaar oude bouwwerk met zijn vele kamers, gangen en trappen geeft een goede indruk van een kustverdedigingfort en hoe soldaten in zo’n fort leefden. Het vormt thans de behuizing van het Nederlands Kustverdedigingmuseum en wordt beheerd door de stichting “Fort aan den Hoek van Holland”, een 100% vrijwilligersorganisatie.
Aan de excursie namen 53 personen deel.

Bestuursvergaderingen

Het bestuur vergaderde vijfmaal; n.l. op 18 januari, 22 maart, 10 mei, 14 september en 8 november.
Het bestuurslid P (Patrick). Van der Voort is voor een nieuwe periode van 4 jaar herkozen.

De samenstelling van het bestuur is daarmee:

Voorzitter:
W. van den Bos Cznvan der Does de Willeboisstraat 15voorzitter@oudwestland.nl
2291 PX, Wateringen
Secretaris:
L.M.ValstarHondsdraf 31secretaris@oudwestland.nl
2671 DM, Naaldwijk 
2e Secretaris:
P. van der VoortBospolder 31
2675 BM, Honselersdijk
Penningmeester:
M.J.B.M. van der Velden – de RooijGuldenland 43
2291 VH Wateringen
Leden:
H.I.M. GroenewegenBereklauw 3
2671 WZ Naaldwijk
W.A. de SmitDe Backerstraat 97info@oudwestland.nl
2685 TD Poeldijk

Jaarboek en Publicatiecommissie

De 24e editie van het jaarboek werd in de oktobervergadering gepresenteerd.
De samenstelling van de Publicatiecommissie is ongewijzigd gebleven en bestaat uit: Mevrouw T. Werner-Berkhout, en de heren K.F. van Dijk, drs. L.J.M.van den Ende (voorzitter) en G.J.T.C. Hamel.

Ledenbestand

Het aantal leden bedroeg 511 op l januari 2011. In het verslagjaar 2011 heeft zich de ledenaanwas doorgezet. Daarmee zet de opgaande lijn zich voort en mag het Genootschap zich verheugen in een groeiende belangstelling.
Het aantal nieuwe leden bedraagt 28 leden.
Het aantal opzeggingen bedraagt slechts 16 leden.
Deze cijfers resulteren in totaal aantal leden van 526 op 31 december 2011.

We betreuren het overlijden van een viertal leden, te weten;
De heer J.J. van Schie, Naaldwijk
Mevrouw Smits, Wateringen
De heer J.F.J. Verbeek, Honselersdijk
De heer Th. P. v.d. Zalm, Naaldwijk

Leen Valstar, secretaris