In vogelvlucht door de geschiedenis van de tuinarchitectuur

Het Genootschap Oud Westland organiseerde in oktober een lezing over tuingeschiedenis; een onderwerp, dat in het jaar van de Buitenplaatsen, alle aandacht verdient. Als spreker was Jan Holwerda uitgenodigd. Jan heeft een eigen onderzoeksbureau, dat ‘Groen Verleden’ heet. Hij doet onderzoek naar historisch groen en publiceert hierover. Zijn nieuwste pennenvrucht, samen met René Dessing, is de Nationale Gids Historische Buitenplaatsen met aandacht voor de 551 buitenplaatsen in ons land.

Oude prenten en kaarten geven de geschiedenis prijs
Met oude prenten, foto’s en kaartmateriaal nam Jan de bezoekers bij de hand door de boeiende geschiedenis van de tuinarchitectuur, die eigenlijk al begon toen de eerste mens zich op een vaste plek vestigde en zijn behuizing ging omtuynen d.w.z. omheinen. Het doel hiervan was om de natuur, de wildernis en het ‘zondige’ buiten te sluiten, een hortus conclusus.
Interessant is, dat veel informatie over vroegere tuinarchitectuur is terug te vinden op schilderijen en prenten. Belangrijk is bijvoorbeeld het werk van Hans Vredeman de Vries (1527 – ca. 1604): ‘Hortorum virdariorumque elegantes…‘ In dit prentenboek met tuinontwerpen legde deze veelzijdige kunstenaar, schilder, tekenaar, de invloeden van de Renaissance uit Italië uit en bepaalde hiermee het karakter van de Nederlandse en Vlaamse tuinarchitectuur.

Continue reading “In vogelvlucht door de geschiedenis van de tuinarchitectuur”

Over afgegraven en opgevaren gronden

De bodem van het Westland is niet alleen door natuurlijke omstandigheden ontstaan. De hoge gronden in de duinen waren droogtegevoelig. In zand stijgt water niet zo gemakkelijk op als in klei- of veengrond. De remedie nu zou zijn om een regeninstallatie aan te schaffen. Vroeger was de remedie afgraven en zorgen dat het maaiveld dichter bij het grondwater kwam. Alleen in Loosduinen zijn een kleine tweeduizend ha duinen afgegraven waarvan 1000 ha na 1880. Het afgegraven zand werd gebruik voor de stadsuitbreiding van Den Haag maar ook om goede tuinbouwgrond te maken. Gewassen die groeiden op erg laag gelegen gronden hadden kans om te verzuipen. Het ophogen van die gronden was dus een ideale manier om betere tuinen te maken. Omdat toen (bijna) al het vervoer over water plaats vond spreken we van ‘opgevaren gronden’.

Het afgraven van duinen heeft ook in het Westland op grote schaal plaats gevonden. Laaggelegen gronden langs de Gantel en tussen de Gantel en de Poeldijkse- en Monsterseweg zijn met dit zand opgehoogd. In het eigenlijke Westland zijn rond vijfhonderd ha gronden ‘afgegeest’ en rond 1000 ha opgehoogd. Zandbulten in de Oranjepolder zijn ook afgegraven. Het zo verkregen zand is gebruikt voor de aanleg van het zandlichaam van de A-20. Het vervoer ging toen niet meer per schuit maar via het spoor.

Het Historisch Genootschap ‘Oud Westland’ wil meer over dit proces van afgraven en ophogen weten. Wie waren de zandschippers? Handelden de schippers in zand of vervoerden zij het zand in opdracht van de zand kopende tuinder? Besloten tuinders alleen tot het afgraven (ophogen) van hun tuin of namen zij met buren een gezamenlijk besluit? Als er een sloot aangelegd moest worden voor het zandvervoer wie deed dit dan?

Om over de afgegraven en opgevaren gronden meer te weten te komen doet het Genootschap een beroep op diegenen, die nog iets van die tijd weten of nog herinneringen hieraan hebben om contact met ons op te nemen.

Het contactadres is:

Aad Vijverberg,
Naaldwijkseweg 35,
2691 RB ’s-Gravenzande.
0174-413795
A.J.Vijverberg@kabelfoon.nl

Nationale gids Historische Buitenplaatsen verschenen

Nationale gids Historische BuitenplaatsenAls een vrucht van het themajaar Historische Buitenplaatsen 2012 verscheen in november bij uitgeverij Noord-Holland een handige en overzichtelijke gids waarin 551 historische buitenplaatsen zijn opgenomen. Dit zijn de resterende objecten van de naar schatting 6.000 buitenplaatsen die ons land door de eeuwen heen heeft geteld.
Tot 2012 waren historische buitenplaatsen vrijwel onbekend in ons land. Dit komt ook omdat er weinig algemene literatuur over dit bijzondere culturele erfgoed bestaat. Wel is er altijd veel gepubliceerd over individuele buitenplaatsen maar een volledig overzicht ontbrak.
Met de uitgave van de Nationale gids Historische Buitenplaatsen wordt een belangrijke leemte opgevuld.

In deze publicatie worden alle van rijkswege erkende historische buitenplaatsen in beknopte vorm per provincie beschreven. Met de uitgave van deze Nationale gids Historische Buitenplaatsen komt dit mooie groenhistorische en monumentale erfgoed meer en beter in het bereik van een breed publiek.
Eindelijk komen deze markante cultureel erfgoederen goed in beeld.

Het gebonden boek van de hand van René W.Chr. Dessing & Jan Holwerda kost € 19,50. Het is te bestellen via de website van de uitgever.

Vreemdelingen zijn er al eeuwenlang in het Westland

Westland – Eeuwen terug trokken er al arbeiders, maar ook boeren, naar vruchtbare landbouwstreken. Vanuit de arme bergstreken in Europa trokken in het voorjaar grote groepen harde werkers naar vruchtbare dalen om daar te zaaien, maaien, wieden en oogsten. Hoogzomer trok men weer naar huis om de eigen schamele oogst binnen te halen. Deze gastarbeiders kregen de naam ‘hannekemaaier’ (een verbastering van de samentrekking Johan en maaier) of ‘veling’ (afkomstig uit West-Falen). Tussen 1815 en 1850 vestigden zo’n 150.000 hannekemaaiers zich blijvend in ons land.

Aad Vijverberg heeft zich verdiept in deze migratie van boeren en arbeiders, met name ook naar het Westland en houdt hierover op uitnodiging van het Genootschap Oud-Westland op woensdag 12 december a.s. een lezing.

In de tuinbouw is veel meer werk te verzetten dan in de akkerbouw of veehouderij. Rond 1830, toen de groenteteelt begon te groeien, nam de behoefte aan arbeidskrachten nam in onze regio dan ook flink toe. Het destijds in gebruik nemen van glas voor de bevordering van de teelt maakte bovendien dat die arbeidsinzet voor een langere periode in het jaar nodig was. Uit een onderzoek van rond 1955 blijkt dat in De Lier destijds meer dan de helft van de tuinarbeiders al dan niet direct van buiten het Westland afkomstig was. Het merendeel kwam uit de noordelijke provincies of van de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden.

Het onderzoek van de heer Vijverberg naar deze immigranten biedt voldoende stof voor weer een boeiende lezing bij het Genootschap Oud-Westland!

Lezing: Woensdag 12 december 2012, Vreemdelingen in het Westland

Spreker: De heer Aad Vijverberg.
Locatie: Gebouw ‘Het Centrum’, Hoofdstraat 100 in De Lier.
Aanvang 20.00 uur. Zaal open vanaf 19.30 uur.
Gasten zijn van harte welkom, wel wordt van hen een bijdrage gevraagd van € 4,00 i.v.m. de kosten van de koffie.


Dr. Ir. A.J. Vijverberg, geboren te ’s-Gravenzande in 1933, studeerde in Wageningen plantenziektekunde. Hij heeft als ambtenaar bij het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij gewerkt in de voorlichting en het onderzoek. Standplaatsen waren Wageningen, Den Bosch, Naaldwijk, Aalsmeer en Den Haag. Hij is na zijn pensionering gepromoveerd op het proefschrift ‘Glastuinbouw in ontwikkeling – Beschouwingen over de sector en de beïnvloeding ervan door de wetenschap’. In 2007 verscheen van zijn hand De Canon van de Kassen – De geschiedenis van de Nederlandse Glastuinbouw in 50 verhalen. Al enige malen publiceerde hij artikelen in het Jaarboek van het Genootschap Oud-Westland.

Fonds Westland helpt Genootschap Oud-Westland aan documentscanner

Fonds Westland heeft het Genootschap Oud-Westland een financiële bijdrage gegeven waarmee het Genootschap een oude wens in vervulling kan laten gaan. Om de Jaarboeken die het Genootschap uitgeeft te kunnen publiceren op haar website was er behoefte aan een documentscanner.

Dankzij de bijdrage van Fonds Westland kunnen de Jaarboeken nu worden gedigitaliseerd en ‘online’ worden gezet. Overigens zullen de Jaarboeken pas op het internet worden geplaatst als ze ouder dan vijf jaar zijn.

Onlangs gaf het Genootschap de – van een nieuwe lay-out voorziene – 25e editie uit, dus de eerste 20 exemplaren van het Jaarboek zullen binnenkort te vinden zijn op deze site. De jaarboeken staan vermeld onder het kopje publicaties. Het Genootschap is Fonds Westland zeer erkentelijk voor deze waardevolle bijdrage!