Oproep Oud Westlandprijs 2020

Wie wint de Oud-Westlandprijs 2020?

Oud-Westlandprijs

Het Genootschap Oud-Westland reikt in 2020 voor de vierde keer een prijs uit voor een persoon of instelling, die zich bijzonder voor de Westlandse geschiedenis heeft ingespannen. De jury van de Oud-Westlandprijs is op zoek naar kandidaten voor deze prijs.

De Jury

De prijs wordt eens in de twee jaar toegekend. De jury bestaat uit Adri van Vliet (voorzitter), Michiel Kruijthof, Jan Peter Diepersloot en Peter Bouwer. De samenstelling van de jury is nieuw. Dr. Adri P. van Vliet is specialist in de maritieme geschiedenis van de 17e eeuw, met name op het gebied van marine, kaapvaart en visserij. In 1994 verscheen zijn proefschrift ‘Vissers en kapers. De zeevisserij in het Maasmondgebied en de Duinkerker kapers (ca. 1580-1648)’. Hij is plaatsvervangend directeur van het Nederlands Instituut voor Maritieme Geschiedenis In Den Haag.
Michiel Kruithof studeerde archeologie aan de Rijksuniversiteit Leiden en is directeur van ArcheoWest. Hij geeft leiding aan opgravingen. Jan-Peter Diepersloot gaf jarenlang de man achter boekhandel Vingerling en beschikt over expertise van het boekenvak. Peter-Bouwer is als ambtenaar van de gemeente Westland, belast met monumentenzorg en het historisch erfgoed van het Westland.

Oproep voor nominaties

U wordt opgeroepen om kandidaten te nomineren voor deze prijs, die zich bijvoorbeeld hebben onderscheiden met het schrijven van een scriptie, manuscript of boek over de Westlandse geschiedenis. Echter ook zaken als inzet voor het behoud van een monument, oprichten van een historische vereniging, organiseren van een tentoonstelling en opzetten van een lesprogramma komen in aanmerking. Het is niet noodzakelijk om historicus of bekend schrijver te zijn om voor deze prijs in aanmerking te komen. Kandidaten hoeven niet volwassen te zijn om aan de wedstrijd mee te mogen doen. Ook leerlingen van Westlandse scholen kunnen meedoen.

Voorwaarden

Het is geen harde voorwaarde meer dat de inzending betrekking heeft op de afgelopen twee jaar.
Uitgesloten van deelname zijn inzendingen, waaraan een professionele of financiële opdracht ten grondslag ligt. De voorwaarden en spelregels rond de Oud-Westlandprijs vindt u hier.

De prijs

De prijs bestaat uit een geldbedrag van € 500,- en een oorkonde en een beeldje, die zullen worden uitgereikt tijdens een speciaal bijeenkomst van het Genootschap Oud Westland in september 2020.

Aanmelden

Iedereen kan kandidaten voordragen. Kandidaten kunnen door zichzelf maar ook door anderen worden voorgedragen. Kent u iemand of bent u zelf iemand die zich bijzonder heeft ingespannen op het terrein van de Westlandse geschiedenis of het Westlandse erfgoed? Voordrachten kunnen tot uiterlijk 1 mei 2020 worden gestuurd naar de secretaris van het Genootschap Oud-Westland: secretaris@oudwestland.nl

Toelichting op Nominaties voor de Oud-Westland Prijs 2020

Om de jurering van de Oud-Westland Prijs zo goed mogelijk te laten verlopen, geven wij hieronder een korte leidraad wat er zoal verwacht wordt bij de nominatie.

  1. Genomineerde: naam en indien mogelijk enkele persoonsgegevens e.g., adres, telefoonnummer, emailadres
  2. Motivatie van de voordracht: omschrijving van de unieke bijdrage van de persoon, die blijkt uit het ingezonden werk.
    Indien de voordracht een oeuvre omvat is het belangrijk dat de inzender aangeeft waarom de genomineerde door zijn gehele oeuvre een bijdrage levert aan de bevordering van de kennis van de Westlandse streekhistorie.
  3. Tastbare bijdrage van de genomineerde: te denken valt aan een scriptie, manuscript of boek over de Westlandse geschiedenis. Echter ook zaken als inzet voor het behoud van een monument, oprichten van een historische vereniging, organiseren van een tentoonstelling en opzetten van een lesprogramma. Deze bijdrage(n) dient(en) ter beschikking te worden gesteld aan de jury.
  4. Inzender: naam, adres, telefoonnummer, email adres

NB: Uitgesloten van deelname zijn inzendingen, waaraan een professionele of financiële opdracht ten grondslag ligt.

Grafelijke hoven in Holland

Streekhistorie: Grafelijke hoven in Holland

Over de ontstaansgeschiedenis van Holland is niet zoveel bekend. Wat wij wel weten is dat de Hollandse graven hun gebied vanaf het einde van de 10e tot in de 13e eeuw vanuit hoven bestuurden en exploiteerden. Ook in het Westland, in ‘s-Gravenzande lag een dergelijk grafelijk hof.
Tijdens een lezing voor het Genootschap Oud Westland spraken de Vlaardingse stadsarcheoloog Tim de Ridder en de Leidse promovenda Middeleeuwse geschiedenis Roosje Peeters over grafelijke hoven in Holland. Wat moeten we ons voorstellen bij grafelijke hoven? Hoe functioneerden ze?

Tim de Ridder werkt als stadsarcheoloog bij de gemeente Vlaardingen. Hij heeft onderzoek verricht naar het grafelijk hof in Vlaardingen. Roosje Peeters werkt als promovenda aan de Universiteit Leiden bij de sectie Middeleeuwse Geschiedenis. Zij doet onderzoek naar de grafelijke hoven in het huidige Zuid-Holland in de periode 900-1300. Daarbij kijkt zij ook naar het grootgrondbezit van de Hollandse graven en hoe deze hun hoven inzetten om hun macht uit te oefenen.
Aanvankelijk lag het kustgebied van West-Nederland in de invloedssfeer van de Friezen. “Van de negende tot de elfde eeuw had het gebied te lijden van aanvallen en plunderingen door de Vikingen”, zei De Ridder. In 885 vond de moord op de Viking Godfried plaats en kwam Gerulf aan de macht. Hij werd de stamvader van de Hollandse graven en zorgde voor de aanleg van zogenoemde ringwalburchten. Voorbeelden van dergelijke burchten zijn Den Burg op Texel, Egmond, Rijnsburg en Vlaardingen.”

Skeletten
“In de zesde en zevende eeuw was er veel bewoning in het Rijnmondgebied en weinig in het Maasmondgebied. In 985 geeft de Duitse koning en leenheer Otto het Maasmondgebied aan graaf Dirk III van West-Friesland om een grootschalige ontginning van de moerasgebieden mogelijk te maken. In de tiende eeuw was er een klimaatverandering en werd het gebied droger. De versterking Vlaardingen groeide tot een zeer sterke burcht halverwege de elfde eeuw. Het aantal inwoners van Holland nam toe tot 85.000 in het jaar 1200. Waar komt die groei vandaan? In Vlaardingen is een begraafplaats uit de periode 1000-1050 onderzocht. Een aantal graven bevatte boomstamkisten met hout afkomstig van Vikingschepen gebouwd in Engeland. Van de skeletten waren er zes afkomstig uit Engeland. Dat wijst erop dat Holland duizend jaar geleden misschien al een migratieland was.”

Koningsoorkonden
“Ik bestudeer schriftelijke bronnen over hoven en verwerk deze in een historisch geografisch informatiesysteem”, zegt Peeters. “Het gaat mij om de overdracht van het grootgrondbezit zoals vastgelegd in de koningsoorkonden. De eerste oorkonde met een gift van bezittingen aan graaf Gerulf stamt uit 889. Daarnaast zijn er nog drie oorkonden uit de tiende eeuw. Het duurt tot 1300 eer de graven alle grond in bezit hadden.”

“De hoven waren grote boerderijen, centrale punten van waaruit het land werd bestuurd. Op het omliggende land werkten horige boeren in intensieve arbeidsdienst. Het model van de Karolingische hoven en abdijen was zeer gevarieerd. In de Hollandse veengebieden was het onmogelijk grootschalige landbouw op te zetten. Het is niet uitgesloten dat in Loosduinen, Maasland, De Lier, Naaldwijk grafelijke hoven waren. Bedoeling van het onderzoek is om tot een reconstructie van het systeem van hoven te komen. Dat leidt tot een beter inzicht in de machtsopbouw van de Hollandse graven.”

Roosje Peeters verricht nader onderzoek naar de hoven in het Westland en staat open voor suggesties uit het Westland.

Cananefaten in het Westland

Streekhistorie: Unieke opgravingen van Cananefaten in het Westland

In de eerste eeuwen van onze jaartelling leefden er in het Westland Cananefaten. Deze stam leefde van de landbouw en hand en spandiensten voor de verdediging van de grenzen van het Romeinse rijk. Archeoloog dr. Jasper de Bruin, werkzaam bij de Leidse universiteit en het Rijksmuseum voor Oudheidkunde hield op 11 december in De Lier een zeer drukbezochte lezing over de Cananefaten.

Er is weinig bekend over de Cananefaten, vroeger ook Canninefaten genoemd. In de oude schoolboekjes stond slechts als wetenswaardigheid vermeld dat zij in de duinen op konijnen joegen. Jasper de Bruin zei dat de Cananafaten door Romeinse auteurs sporadisch worden genoemd. Zij staan sinds 28 n. Chr. Door het werk van de Romeinse geschiedschrijver Tacitus bekend als soldaten in het Romeinse leger. Dat wordt bevestigd door de vondst van een militair diploma uit 165 n. Chr. in Poeldijk en een inscriptie op een van de in Wateringen gevonden mijlpaal uit 250 n. Chr. Vermoedelijk vestigden zij zich vanuit Noord-Holland maar mogelijk ook vanuit de Zuid-Hollandse eilanden in het Westland.
De Bruin is een specialist op het gebied van de Cananefaten. Hij promoveerde op een proefschrift met als titel: Rurale gemeenschappen in de Civitas Cananefatium 50-300 n. Chr. Het boek is onlangs in het Engels vertaald. De monding van Maas en Rijn was destijds grensgebied van het Romeinse rijk. Het was een natuurlijk en dichtbegroeid landschap met duinen in de omgeving van het huidige Den Haag, een veengebied rond Zoetermeer en hoger en lager gelegen kleigebieden.

“De duingebieden waren nauwelijks bewoond”, zei De Bruin. “Wellicht zijn ze bewust leeg gehouden door het Romeinse leger. Wij kunnen alleen maar naar de redenen gissen. De hoge klei in het Westland was echter met dichte bewoning de kern van het gebied van de Cananefaten. Er waren in de civitas Cananefatium 18 militaire nederzettingen, een stad (Voorburg) en 172 plattelands nederzettingen. Het gebied vormde de Classis Germanica Pia Fidelis (CGPF’)”

Archeologische vondsten
“In Naaldwijk zijn enkele grote archeologische vondsten gedaan zoals een arm van een beeld en plaat met een decreet. De vlootbasis van de Romeinse vloot is altijd in Naaldwijk gezocht maar bij opgravingen in 2014 op Leehove bij De Lier zijn sporen van een waterkering gevonden. De vindplaats leverde ook negen stempels op. Door de archeologie is er ook inzicht in de leefwijze van de bevolking gekomen. De nederzettingen van de Cananefaten bestonden doorgaans uit een boerderij, die maximaal 25 personen telde, die dicht op elkaar leefden. Het waren gemengd bedrijven met moestuinen. Je kunt zeggen dat er al in de eerste eeuw in het Westland tuinbouw bestond.”

“In de periode 50 tot 150 na Chr. ontstond een homogene cultuur met vergelijkbare nederzettingen, huisconstructies, aardewerk, voedselproductie en lokale keuken. Er waren nauwelijks geïmporteerde producten. De stichting van Forum Hadriani (Voorburg) had geen invloed op de nederzettingen. De Cananefaten wilden wel in het Romeinse leger maar niet Romeins worden. In die tijd is de Romeinse weg aangelegd met het kanaal van Corbulo ernaast. Wij hebben een mijlpaal uit 151 opgegraven, die langs de weg stond. De weg was wel verhoogd aangelegd maar niet verhard. Alle vervoer ging per boot.”

Vloerverwarming
“In die tijd is het gebied grotendeels ingericht. Er werden grote opslaggebouwen gebouwd voor de opslag van annona, een belasting in de vorm van een deel van de oogst. Dat bracht sociale ongelijkheid. Er kwamen beheerders van de geïnde belasting. Uit die tijd stammen ook grafheuvels met crematieresten. Forum Hadriani krijgt in die tijd een officiële stadstatus als municipium. In de derde eeuw verdwijnt een deel van de nederzettingen weer. Door de verkaveling heeft ontwatering en daardoor bodemdaling plaats gehad. Op veel plaatsen zoals Overschie verdrinkt het landschap maar in het Westland was dit geen probleem. Het traditionele woonstalhuis verdwijnt en er vindt een overgang plaats naar vakwerkgebouwen en ook echte stenen gebouwen met dakpannen en vloerverwarming.”

“In Naaldwijk zijn langs de Middelbroekweg op de plek van het industrieterrein Mars opgravingen gedaan. Er zijn unieke opgravingen gedaan met vondsten zoals het aardewerk terra sigillata en een houten schrijftafeltje, die je niet zou verwachten in dit gebied met beperkte mogelijkheden. De nederzetting Naaldwijk profiteerde van de handelsstromen. Er is veel materiaal uit Engeland gevonden. Als je de Rijn op wilde, kwam je hier aan. De vondsten wijzen op een verregaande integratie in het Romeinse rijk. Na 300 loopt de bewoning in het Westland snel terug. Er zijn wel sporen van bewoning in Naaldwijk maar die duiden op een nieuwe groep. Het aardewerk is weer gedraaid dus zelf gemaakt. Vanaf 350 is het gebied helemaal onbewoond.”

https://www.universiteitleiden.nl/onderzoek/onderzoeksoutput/archeologie/rurale-gemeenschappen-in-de-civitas-cananefatium-50-300-na-christus

Auteur: Frank de Klerk van Genootschap Oud-Westland

Record Raboclubsupport

Record-opbrengst Rabo Clubsupport

Het Genootschap Oud-Westland ontvangt dit jaar een bedrag van € 1.168,31 van Rabo Clubsupport. Raboband Westland stelde in 2019 Euro 200.000,- beschikbaar aan 270 verenigingen in het Westland (incl. Hoek van Holland en Maassluis).

Dit bedrag wordt over de verschillende verenigingen verdeeld naar rato van het aantal stemmen, dat op de vereniging wordt uitgebracht.Elke rekeninghouder van Rabobank Westland mag gedurende de maanden september en oktober 5 stemmen uitbrengen, met een max van 2 stemmen per vereniging.

Het bedrag zal een dezer dagen op onze bankrekening worden overgeschreven en zoals gebruikelijk in de jaarrekening worden verantwoord onder het “kopje” Bijzondere baten. Overigens werd aangekondigd dat Rabobank Westland voornemens is om het totaal bedrag in 2020 opnieuw flink te verhogen, hetgeen ook al in 2018 het geval was.  Erg zinvol dus om deze actie te zijner tijd weer onder de aandacht van onze leden te brengen.

De resultaten van de clubkas-campagne in de achterliggende jaren waren:

2015                      €     375,75

2016                      €     623,66

2017                      €     803,19

2018                      €  1.103,87

2019                      €  1.168,31

Ad Moor, penningmeester.

Overlijden Wil van den Bos Czn

Op 21 oktober vond in de Oude kerk In Naaldwijk de afscheidsdienst van onze oud-voorzitter en ons erelid Wil van den Bos Czn plaats. Wil van den Bos Czn werd op 24 mei 1940 in Naaldwijk geboren en overleed op 15 oktober 2019 in Rotterdam. Op de liturgie van uitvaart stond het volgende gedicht van van M. Vasalis.

En nu nog maar alleen
het lichaam los te laten
de liefste en de kinderen te laten gaan
alleen nog maar het sterke licht
het rode, zuivere van de late zon
te zien, te volgen – en de eigen weg te gaan
het werd, het was, het is gedaan

Namens het Genootschap Oud-Westland sprak oud-secretaris en erelid Leen Valstar de volgende afscheidswoorden:

“Mevrouw van den Bos, beste Corrie, kinderen en kleinkinderen, familie, vrienden en aanwezigen.

Nog pas afgelopen februari heeft Wil van den Bos afscheid genomen als voorzitter van Genootschap Oud-Westland. Hij heeft die functie bekleed gedurende bijna 15 jaar. Een belangrijk deel van die periode mocht ik als secretaris naast Wil het Genootschap dienen. Al snel bij mijn aantreden wees hij mij erop dat het Wil v.d. Bos Czn was, met de nadruk op Czoon. Zijn afkomst vond hij van belang.

Dat zelfde had hij met zijn Westlandse afkomst. Hij wilde geweten zijn dat het Westland hem dierbaar was. Hij was een warm pleitbezorger van het Wateringse en Westlandse belang. Dat is hij niet alleen geweest in zijn ambtelijke werk, maar ook daarna voor het Genootschap Oud-Westland. Toen op hem een beroep werd gedaan om voorzitter te worden heeft hij daar volmondig en van harte ja tegen gezegd. Hij heeft dat gedaan bestuurlijk bekwaam, procedureel nauwgezet, politiek deskundig en menselijk betrokken.

Onder zijn leiding is het Genootschap gegroeid in ledental en is publicitair meer op de voorgrond getreden. Meerdere malen sprak hij gemeentebestuurders aan op hun verantwoordelijkheid meer moeite te doen historisch cultureel erfgoed in stand te houden. Onder zijn leiding zijn een viertal prachtige boeken geworden tot historisch bijzondere documenten. Kroon op het werk is het boek ‘Buitenplaatsen in het Westland’ dat, vooral door zijn niet aflatende ijver en doorzettingsvermogen, een werkelijk prachtig boek is geworden. De inhoud en vormgeving is van zodanige kwaliteit dat het boek afgelopen week met een prijs is bekroond. Hoewel hij wist van de nominatie, is het spijtig dat hij de uitreiking niet mocht meemaken.

Hij was niet alleen een samenbindende voorzitter, maar maakte de vereniging ook tot wat het nu is. We zijn hem veel dank verschuldigd en eren hem door onze herinnering. Wij zullen hem missen als vriend, inspirator en erelid. Dat hij moge rusten in vrede.”