In onderstaand verslag wordt duidelijk dat de geschiedenis van de regio Westland in toenemende mate in de belangstelling staat. We zien een gestaag groeiend aantal deelnemers bij de lezingen. Mensen vinden het steeds interessanter in de historie te duiken.
Ledenvergaderingen met lezingen
Op woensdag 11 februari 2009 gaf drs. Jasper de Bruin een lezing handelend over de Romeinse tijd in het Westland en welke rol de nederzetting te Naaldwijk daarin speelde.
Aan de Zuidweg, even ten zuiden van de dorpskern van Naaldwijk, is een groot aantal sporen en vondsten uit de Romeinse tijd en de Middeleeuwen te voorschijn gekomen. De onderzoekslocatie ligt op een steenworp afstand van de opgravingen van Jan Hendrik Holwerda, die in de jaren 30 van de vorige eeuw al uitgebreid onderzoek deed naar de restanten van wat hij dacht een inheems-Romeinse nederzetting. Holwerda’s vermoedens klopten gedeeltelijk, want na een inheems-Romeinse fase ontstond tegen het einde van de 2de eeuw een nederzetting die zich nauwelijks laat vergelijken met andere Romeinse vindplaatsen uit de regio. Hoewel de aanwijzingen zich opstapelen dat zich ergens in de directe omgeving een steunpunt van de Romeinse vloot (de Classis Germanica Pia Fidelis) moet hebben bevonden, is de verwachting van Romeinse militaire aanwezigheid in de nederzetting maar ten dele uitgekomen. Het relatief kleine onderzochte oppervlak is slechts een kijkgat gebleken in een complexe nederzetting, waarvan de lay-out zich nog het meest laat vergelijken met die van een Romeinse vicus. Uit de sporen uit de Vroege-Middeleeuwen, destijds door Holwerda als “Frankisch” bestempeld, konden de plattegronden van tenminste twee boerderijen worden gereconstrueerd. Sporen van bewoning uit deze periode zijn voorafgaand aan het onderzoek nog nauwelijks in dit deel van Nederland aangetroffen. „De nederzetting te Naaldwijk II- Terug naar de sporen van Holwerda‟ slaat een brug naar het inmiddels 70 jaar oude onderzoek en geeft daarmee de aanzet tot nieuwe ideeën over de rijke bewoningsgeschiedenis van Naaldwijk.
Jasper de Bruin bleek niet alleen een zeer deskundig en gemotiveerde onderzoeker te zijn, maar wist ook op enthousiaste wijze de zaal te boeien en mee te nemen naar twee duizend jaar geleden. De lezing werd bezocht door ca. 140 personen.
Op dinsdag 21 april 2008 hield dr. Charles van Leeuwen een lezing over Stalpart van der Wiele, Werken aan vrede en verzoening in het Westland anno 1621.
Al op jonge leeftijd werd Charles van Leeuwen geboeid door Stalpart en wijdde hij er als scholier een scriptie aan. Toen hij een onderwerp voor een proefschrift zocht kwam hij als vanzelf bij Stalpart terecht. Een overweging daarbij was, dat hij enkele jaren in Italië heeft gewoond en in zijn liederen – niet zelden met Italiaanse melodieën- tal van Italiaanse heiligen bezingt.
Politiek verantwoordelijken voor vredesonderhandelingen besteden steeds meer aandacht aan wat we wel aanduiden als ‘healing sick memories’, het omgaan met collectieve geweldstrauma’s en doorziekende vijandsbeelden in oorlogsgebieden. Er is geen duurzame vrede mogelijk als er niet eerst een verzoening heeft plaatsgevonden, in werkelijkheid én in het levende geheugen van mensen. Het samen leren verwerken van geweldservaringen is een belangrijke factor geweest in het welslagen van het vredesproces in Noord-Ierland, terwijl het niet hanteerbaar zijn van die ervaringen een vredesoplossing in gebieden als Palestina, Ruanda en Kosovo in de weg blijft staan. Welke manieren zijn er om een ziek geheugen te behandelen?
Met deze vraag in ons achterhoofd zouden we opnieuw willen kijken naar de tijd van de Tachtigjarige Oorlog: hoe beleefden mensen de (burger)oorlog en hoe gingen ze om met traumatische gebeurtenissen als de Beeldenstorm, invasies van vijandelijke legermachten, politiek en religieus radicalisme en telkens oplaaiend geweld? In het bijzonder kijken we naar het werk van de in Den Haag geboren en in Delft en omstreken werkzame priester Jan Baptist Stalpart van der Wiele (1579-1630), een missionaris die zijn pastorale activiteiten en literaire oeuvre in dienst stelde van het werk voor vrede en verzoening. Hij overleed op een moment toen de oorlog op zijn hevigst was en de tegenstellingen onoverbrugbaar leken: hij heeft zijn vredesdroom dan ook niet op aarde verwezenlijkt gezien. Zijn levensverhaal en geschriften zijn evenwel een aangrijpende bron van de hoop op vrede, visionair verwoord en hartstochtelijk beleden.
Voor de eerste keer in de geschiedenis van het Genootschap werd er tijdens de lezing door de inleider met veel passie een lied gezongen. Een van de vele liederen die door Stalpart van der Wiele was geschreven.
De lezing werd bezocht door ca. 80 personen.
Op woensdag 7 oktober 2009 zou drs. Annette de Wit een lezing houden over Zeevarende gemeenschappen met extra aandacht voor Ter Heijde, ware het niet dat zij op de dag zelf zich ziek moest melden en niet in staat was de lezing te houden.
Jacques Moerman uit Schipluiden is onmiddellijk bereid de taak van Annette de Wit over te nemen. Onder de titel ‘Het vervoer over vaarten en vlieten in en om Delfland’ gaat hij enthousiast aan de slag.
Vanaf de Middeleeuwen tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw werden de waterwegen van Delfland intensief gebruikt voor het vervoer. Het zeil, de roeiriem, het trekpaard en de vaarboom waren belangrijke hulpmiddelen om de schepen voort te bewegen. Veel boerderijen waren georiënteerd op het water, evenals een aantal kastelen en buitenplaatsen.
Aardig is het feit, dat de pastoor van de kerk bij Hodenpijl een eigen schuitje had waarmee hij de parochianen bezocht. Kortom: Moerman redt de lezingavond in Monster op voortreffelijke wijze.
In de streek herinneren rolpalen, boogbruggetjes, vaarsloten en jaagpaden nog altijd aan de regionale scheepvaart. Verdwenen zijn de windassen, botenhuizen en secreten langs het water.
In de lezing wordt uitgebreid aandacht besteed aan het groentevervoer naar de veiling en de vrachtvaarders van Schipluiden. We volgen de trekschuitroute van Den Haag (Rijswijk) naar Rotterdam en die van Delft naar Vlaardingen/Maassluis. De spreker gebruikt naast opnamen van huidige situaties ook afbeeldingen van oude kaarten, prenten en schilderijen.
Hoewel ongetwijfeld Heijenaars en inwoners van Monster speciaal voor de zeevaart gekomen zijn, maken ze toch een uiterst boeiende avond mee. Geen zout water dus, maar zoet. Op voortreffelijke wijze viel Jacques Moerman in en bezorgde de aanwezigen een boeiende avond.
De lezing werd bezocht door ca 130 leden.
Op dinsdag 1 december 2009 was het opnieuw Jacques Moerman die de lezing verzorgde in de Hoornbloem in den Hoorn. Ook de leden van de Historische Vereniging Oud Schipluiden ontvingen een uitnodiging voor deze lezing.
De titel van de lezing was „Kastelen en buitenplaatsen in en om Midden-Delfland‟.
In en om Midden-Delfland hebben zo’n zestien kastelen gelegen, waaronder vier in Schipluiden, namelijk Groeneveld, Hodenpijl, Dorp en Keenenburg. De ontwikkeling van de kasteelbouw in West-Nederland is in Midden-Delfland goed te volgen. De Hoekse en Kabeljauwse twisten, de Tachtigjarige Oorlog en de Franse tijd maakten achtereenvolgens een einde aan de adellijke huizen in de vermelde regio. In Groeneveld en Hodenpijl ontstonden later buitenplaatsen van voorname stedelingen. Opgravingen en veldverkenningen hebben in de laatste decennia veel extra informatie over deze huizen bekend gemaakt.
Met behulp van een uitgebreid beeldoverzicht schetste Jacques Moerman de geschiedenis van de kastelen en buitenplaatsen van Midden-Delfland in het algemeen en van Schipluiden in het bijzonder. In de lezing werd niet alleen aandacht besteed aan de huizen en bewoners, maar ook aan de sporen in het landschap vroeger en nu.
Opnieuw was het een boeiende en inspirerende lezing die door het grote aantal van ca. 230 personen werd bezocht.
Joodse begraafplaats
Het Genootschap verzocht de gemeente Westland de Joodse begraafplaats aan de Opstalweg in Naaldwijk op de monumentenlijst te plaatsen. De begraafplaats dateert uit 1794 en in 1929 heeft de toenmalige gemeente Naaldwijk de begraafplaats overgenomen van de Nederlands Israëlitische Gemeente uit Den Haag. Gelukkig heeft de gemeente gevolg gegeven aan ons verzoek. Het Genootschap zal de gemeente verzoeken om een onderhoudsplan voor de begraafplaats vast te stellen.
Excursie
De dagexcursie werd gehouden op zaterdag 13 juni naar Delft.
We zijn ontvangen in de Nonnerie aan het St. Agathaplein gelegen achter het Prinsenhof. De excursie bestond uit een wandeling „in de voetsporen van Stalpart van der Wiele‟.
Onder leiding van gidsen van het Gilde Delft bezochten we o.a. het Begijnhof, de Oud Katholieke Kerk, Hippolytuskapel, Remonstrantse Gemeente. Dit waren (schuil)kerkjes waar veel over te vertellen was.
Het aantal deelnemers van de excursie was 51 personen.
Het aantal bezoekers van de lezingen in 2009 had een gemiddelde van ca. 145 personen, aanzienlijk hoger dan ooit.
Bestuursvergaderingen
Het bestuur vergaderde viermaal; n.l. op 21 januari, 31 maart, 15 september en 11 november.
Het bestuur bestaat uit de volgende personen:
Voorzitter: W. van den Bos Czn, van der Does de Willeboisstraat 15 2291 PX, Wateringen voorzitter@oudwestland.nl
Secretaris: L.M. Valstar, Hondsdraf 31 2671 DM, Naaldwijk secretaris@oudwestland.nl
2e Secretaris: P. van der Voort, Bospolder 31 2675 BM, Honselersdijk
Penningmeester: M.A.J. van der Spek, Doys v.d. Doesstraat 43 2678 TV, De Lier
Leden:
H.I.M. Groenewegen, Bereklauw 3 2671 WZ Naaldwijk
W.A. de Smit, De Backerstraat 97 2685 TD Poeldijk
Mevrouw T. Werner-Berkhout, Kerkweg 40 3155 EE Maasland
Jaarboek en Publicatiecommissie
De 22e editie van het jaarboek werd in de oktobervergadering gepresenteerd. De samenstelling van de Publicatiecommissie is ongewijzigd gebleven en bestaat uit: Mevrouw T. Werner-Berkhout, en de heren K.F. van Dijk, drs. L.J.M.van den Ende (voorzitter) en G.J.T.C. Hamel.
Ledenbestand
Het aantal leden bedroeg 441 op l januari 2009. In het verslagjaar 2009 heeft zich de leden aanwas doorgezet, die in 2007 was begonnen. Daarmee zet de opgaande lijn zich voort en mag het Genootschap zich verheugen in een groeiende belangstelling.
Het aantal nieuwe leden bedraagt 37 leden.
Het aantal opzeggingen bedraagt slechts 12 leden.
Deze cijfers resulteren in totaal aantal leden van 456 op 31 december 2009.
We betreuren het overlijden van negen leden, te weten;
De heer H.A.C. Steentjes, Naaldwijk
De heer W. van Soest, den Haag
De heer P. Hofman, Naaldwijk
De heer A.A. Langerak, Wateringen
De heer L. Gijsberts, den Haag
De heer F.C. Groen, Wateringen
De heer L. Bravenboer, Hoek van Holland
Mevrouw J.D. van Velden-van Baalen, ‘s-Gravenzande
Mevrouw J. van Eendenburg-v. Baalen, ‘s-Gravenzande
In Memoriam F.C. Groen
Op 9 oktober is te Wateringen op 89–jarige leeftijd overleden de heer F.C. Groen. De heer Groen is van 1976 – 1990 bestuurslid geweest van het Genootschap Oud-Westland en was gedurende een belangrijk deel van die periode notulist van de vergaderingen. Hij was in 1976 met o.a. de heer M.C.M. van Adrichem een van de her-oprichters van het Genootschap na het aftreden van de heer J. Emmens.
In 1984 heeft hij het archief van het Genootschap op orde gebracht.
Voor het Historisch Jaarboek Westland schreef hij een vijftal artikelen over Wateringse onderwerpen. Naast zijn inzet voor het Genootschap was hij actief in de Historische Werkgroep Oud-Wateringen en Kwintsheul en voor het Museum voor Streek- en Tuinbouwhistorie.
Leen Valstar, secretaris