Van glazen stad tot Atlantikwall

Nieuw boek over Atlantikwall in Westland

Geert Jan Mellink

De belangstelling voor de restanten van de Atlantikwall in het Westland is groter dan ooit. Het Historische Archief Westland deed een oproep aan Westlanders om met brieven, documenten en foto’s uit de oorlogstijd voor de dag te komen. Het onlangs verschenen boek Van Glazen Stad tot Atlantikwall van de hand van Geert-Jan Mellink maakt gebruik van dit materiaal en geeft een beeld van het Westland in Oorlogstijd.

Bij de presentatie van het boek op 10 december in het Westlands museum vond een klein symposium plaats. Auteur Mellink gaf de aftrap en wees op twee luchtfoto’s uit 1943 en 1945 de plaats van de twee tankgrachten aan. Hij vertelde dat de evacuatie van tuinbouwbedrijven, die moesten wijken, ordelijk verliep. Dat was te danken aan Rijkstuinbouwconsulent en directeur van het proefstation ir. Riemens. ,,Het was een dominante man, die zorgde dat een deel van de kassen behouden kon worden’’, zei Mellink. ,,Hij was zeer brutaal en kon in zijn eentje zaken naar zijn hand zetten. Hij werd door de Duitsers op handen gedragen.’’

Kees Groenewegen (1937) vertelde over de afbraak van kassen aan de Groeneweg, waar vijf broers tuinden op grond van hun vader Hein. De tankgracht kwam dwars door hun bedrijven te liggen. Slechts het bedrijf van een van de vijf broers bleef gespaard. Voor zijn vader had dat grote gevolgen. Kees Groenewegen heeft het allemaal nageplozen in de bewaard gebleven boekhouding van het ouderlijk bedrijf. Bedroeg in 1942 de omzet nog 18.000 gulden. Twee jaar later was deze teruggelopen tot 5.000 gulden. ,,Hij kon nog een beetje spruiten en prei telen’’, zei Kees. ,,Verder trok hij nog tulpen en daarmee heeft hij het gered.’’ Uiteindelijk waren er aan de Groeneweg in 1945 nog slechts twee huizen over.

Frank van Vree

De uit De Lier afkomstige directeur van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Frank van Vree sprak over de omgang met de tweede wereldoorlog en de herdenkingscultuur. ,,Er zijn in Nederland 1500 oorlogsmonumenten’’, zei Van Vree. ,,De eerste twintig jaar werden vaderlandsliefde en christelijke waarden benadrukt. Daarna kwam aandacht voor de slachtoffers zoals zigeuners en joden. Al die tijd was er geen aandacht voor het dader-erfgoed en die houding veranderde pas rond 2000. De belangstelling voor de Atlantikwall pas hierin.’’

Wethouder Piet Vreugdenhil, zelf historicus, zei diep onder de indruk te zijn van het boek en de unieke foto’s. Hij had zelf een plan om een boek over de Atlantikwall te schrijven maar werd wethouder van de gemeente Westland. ,,Je bent mij vóór geweest met dit boek’’, zei Vreugdenhil. ,,Misschien ga ik na mijn pensioen bijvoorbeeld een boek over Piet Doelman schrijven. Ik doe een oproep aan alle historische verenigingen lezingen over dit thema te houden. Zij zijn beslist verzekerd van 300 belangstellenden.’’

Buitenplaatsen in het Westland

Veel belangstelling voor boek Buitenplaatsen in het Westland.

Onder grote belangstelling is afgelopen zaterdag in Naaldwijk het boek Buitenplaatsen in het Westland gepresenteerd. Eindredacteur Martin van den Broeke overhandigde het eerste exemplaar aan wethouder Piet Vreugdenhil van de gemeente Westland. Veel aanwezigen gingen meteen over tot aanschaf van een exemplaar van het rijk geïllustreerde boek.

Wethouder Vreugdenhil benadrukte het belang van het behoud van de buitenplaatsen. ,,Het Westland is het hart van de tuinbouw in Nederland en wereldwijd’’, zei Vreugdenhil. ,,In de tuinbouw in het Westland wordt ontzettend veel geld verdiend. Is de tuinbouw de oorzaak van het verdwijnen van de buitenplaatsen? Dat gevoel bekroop mij tijdens het lezen van het boek. Er is een kaalslag geweest. Het is jammer dat slot Honselersdijk er niet meer is. Wat zou er van het Westland zijn geworden als het slot er nog zou staan?’’

Eindredacteur Martin van den Broeke benadrukte het unieke karakter van het boek. ,,De relatie tussen de tuinbouw en buitenplaatsen is nog nooit zo gedetailleerd beschreven’’. Kunsthistoricus René Dessing, die opgroeide aan de Dijkweg in Honselersdijk, hield een lezing over Slot Honselersdijk, dat in de 17de eeuw het Versailles van Nederland werd genoemd. ,,Buitenlanders, die het Hof in den Haag bezochten, kwamen altijd naar het slot Honselersdijk om van alles te genieten’’.

Bij de bouw van het slot waren belangrijke architecten betrokken zoals Jacob van Campen en Pieter Post. De bouw verliep niet zonder problemen. Omdat de grond te zwak was, kon geen hoog gebouw worden gerealiseerd. Na de dood van de koning-stadhouder Willem III kwam het slot in handen van De Pruisische koning. In deze tijd begon het verval, die leidde tot de sloop van een deel van de Nederhof. Het slot verloor de symmetrie van het bouwplan. Het werd het begin van het einde.

Het boek is verkrijgbaar in het Westlands museum en bij boekhandel Vingerling. De prijs bedraagt € 24,95.

https://www.kantoorverschoor.nl/buitenplaatsen-in-het-westland/

Westlandse Buitenplaatsen

Meer dan honderd buitenverblijven in het Westland

Buitenplaatsen speelden in het Westland eeuwenlang een belangrijke rol. Vanaf het begin van de Gouden Eeuw tot ver in de negentiende eeuw waren er in de hele streek meer dan honderd buitenverblijven te vinden van welgestelde stedelingen uit omringende plaatsen als Delft en Den Haag.

Het Huis Honselersdijk is een begrip in het Westland. Het door stadhouder Frederik Hendrik vanaf 1621 gebouwde slot was vanwege zijn luister bekend in heel Europa. Van het slot resteert slechts een bijgebouw. Het hoofdgebouw is in 1815 afgebroken. Het lot van Huis Honselersdijk is illustratief voor veel buitenverblijven in het Westland. In 1799 werd Patijnenburg gesloopt. In dezelfde tijd moest ook buitenverblijf Sion het veld ruimen. Meer recentelijk vielen de voormalige landhuizen Ouwendijk aan de Naaldwijkseweg in ’s-Gravenzande (1984) en Vreeburg naast de Dorpskerk in ’s-Gravenzande (1991) ten prooi aan de sloophamer.

Enkele buitenverblijven zijn bewaard gebleven zoals Broekzicht aan de Dijkweg in Honselersdijk, de Hofboerderij en Suijdervelt in Wateringen, Op Hodenpijl bij Schipluiden en Sarijnenhove in de Zuidbuurt, thans gemeente Vlaardingen. In het landschap is weinig behouden. De oplettende bezoeker herkent hier en daar nog een hek, een sloot of een verkavelingspatroon dat herinnert aan een vroeger buitenverblijf en ook in namen van wegen, straten en wijken komen we verwijzingen tegen naar de voormalige lustoorden. De buitenplaatsen in het Westland hebben buiten deze regio niet de aandacht gekregen die ze verdienen. Dit boek wil daarin verandering brengen.

Westlandse buitenplaatsen beschrijft het ontstaan en de verdwijning van deze buitenverblijven in het Westland. Ook geeft het een antwoord op de vraag welke rol zij gespeeld hebben in de ontwikkeling van de tuinbouw in deze streek. Tot slot bevat het uitgebreide beschrijvingen van achttien buitenplaatsen, die gezamenlijk een beeld geven van de rijkdom van het buitenleven in het Westland.

Het rijk geïllustreerde boek Westlandse buitenplaatsen is vanaf maandag 10 december verkrijgbaar in de boekhandel. De prijs bedraagt € 24,95.

Fascinatie voor Atlantikwall

Fascinatie voor Atlantikwall

Fotograaf Peter de Krom uit Hoek van Holland heeft een fascinatie voor bunkers uit de Tweede Wereldoorlog. Uit de grote opkomst bij zijn lezing over de Atlantikwall voor het Genootschap Oud Westland op 9 oktober bleek dat velen deze interesse delen. De zaal van de Noviteit in Monster was met 190 bezoekers tot de laatste plaats gevuld.

De Krom heeft een groot archief opgebouwd met foto’s van de aanwezigheid van de Duitse Wehrmacht in Nederland. Er zijn veel foto’s uit de eerste jaren van de oorlog. ,,De Duitse militairen kwamen als een soort toerist naar Nederland’’, zei De Krom. ,,Het leger propageerde het bezit van een camera door de militairen. Ik koop nog steeds via internet foto’s, die door Duitse militairen zijn gemaakt.’’

Uit het bezit van de inmiddels overleden soldaat Reinhard H. kocht De Krom een serie van negentig foto’s: Beelden van de veiling in ’s-Gravenzande waar de Duitsers onder de overkapping militaire voertuigen repareerden maar ook een foto genomen aan de achterzijde van een woning in de Fremerystraat. De soldaat was in deze straat ondergebracht bij een familie op nummer 150. De woning werd later afgebroken om plaats te maken voor de Atlantikwall.

,,Deze Reinhard documenteerde zijn foto goed’’, zei de Krom. ,,Ik lees dat op nummer 150 de familie Meijburg woonde. Op de achterkant van de foto namen waaronder die van de kinderen Mate en Jopie. Die kunnen nog leven en ik ging op onderzoek uit in De Kreek. De vierde persoon die ik sprak wist dat de jongen geen Mate maar Maarten heette en wist dat deze elders in de buurt woonde. Ik heb op straat mensen aangesproken en die konden mij het precieze adres vertellen. Ik heb aangebeld en de man stond perplex. Hij wist niet van het bestaan van de foto’s maar herkende Reinhard. Deze is na de oorlog nog eens in ’s-Gravenzande op vakantie geweest.’’

De eerste oorlogsjaren waren voor de Wehrmacht bijna vakantie. In juni wordt de batterij Vineta aangelegd ter ondersteuning van de plannen voor een invasie van Engeland. De foto’s uit deze tijd geven een relaxt beeld: strandfoto’s van geklede en naakte soldaten. Andere foto’s laten soldaten met huisdieren zoals konijnen en varkens zien. Een winters kiekje toont een Duitser in een iglo. Vanaf 1942 veranderen de foto’s. De Duitsers beginnen met de bouw van de Neue Westwall. Zij graven zich in omdat de oorlog aan het oostfront het uiterste aan mankracht eist. Hoek van Holland en IJmuiden worden zwaartepunten in de Westwall. Later komen daar nog Den Helder en Walcheren bij. Hoek van Holland en IJmuiden kregen in 1944 de militaire status van Festung en werden voorzien van bunkers van het type 608.

Oberst Neumann werd vestingcommandant. ,,Deze fanatieke nazi bleef tot begin 1945 en wilde de stelling tot het uiterste verdedigen’’, wist De Krom. ,,Hij is bekend geworden omdat hij de opstand van de Georgiërs op Texel heeft neergeslagen. Wij weten veel over de aanleg van de Atlantikwall omdat de geallieerde luchtmacht twee keer per week foto’s maakte. Zo zien wij op de foto’s de aanleg van bunkers, die later onder het zand werden gecamoufleerd. Veel bunkers zijn bij de waternood van 1953 letterlijke weggespoeld maar ook in 1943 zijn er bunkers weggezakt door het wegspoelen van zand. Aan de landzijde werd de Festung beschermd door een tankgracht met slechts enkele doorlaatpunten, die werden beschermd met bunkers. Bij de Waalbrug staan vijf bunkers.’’

Er zijn al veel bunkers verdwenen maar er zijn ook veel restanten van de Atlantikwall in het landschap behouden gebleven. Peter de Krom is voorzitter van de stichting Stelling 33, die zich inzet voor het behoud van dit weerstandspost bij de Oranjesluis in Maasdijk. ,,Wij kunnen paden aanleggen langs de bunkers in de Maasdijk met beton dat is vrijgekomen van de sloop van andere bunkers’’, zei De Krom. ,,Bedrijven kunnen bijvoorbeeld een vierkante meter beton sponsoren. Het is mogelijk vaartochten te houden over de tankgracht en bij aanlegsteigers uit te stappen. Bij de bunkers kan dan een klein terrasje met een foodtruck komen om iets te nuttigen.’’

,,Sommige bunkers zijn na de oorlog tien jaar bewoond geweest omdat er te weinig huizen waren. Het is mogelijk bunkers in te richten voor duurzame recreatie. Ik erger mij in Hoek van Holland rot aan al die strandhuisje. Kleinschalig en duurzaam recreëren in een bunker is een goed alternatief. Wij hebben bijvoorbeeld subsidie gekregen voor de herbestemming van de telefoonbunker. Het is een rijksmonument maar verkeert in slechte staat. Met een oppervlakte van 20 vierkante meter kunnen wij er een tiny house van maken. Wij hebben ook een meubellijn met klapstoelen van zandzak ontwikkeld. De wapening van gesloopte bunkers wordt gebruikt voor kleerhangers en verlichting.’’