Ithakaprijs voor boek Westlandse Buitenplaatsen

Het boek Buitenplaatsen in het Westland heeft de Ithakaprijs 2019 gewonnen. De prijs is donderdag 17 oktober uitgereikt op Kasteel Amerongen en bedraagt € 5.000,-. Het is de hoogste geldprijs voor vernieuwend of verbindend onderzoek naar Nederlandse kastelen, historische buitenplaatsen & landgoederen. Ook journalistieke producties dingen mee naar de prijs. Dit initiatief van stichting Kastelen, historische Buitenplaatsen & Landgoederen is mogelijk dankzij een schenking van oud-staatssecretaris van Volksgezondheid mevr. Mr. Els Veder-Smit.

Juryvoorzitter Paul Schnabel reikte de Ithakaprijs 2019 uit aan het Genootschap Oud Westland voor het boek Buitenplaatsen in het Westland. Met smaak en tot voordeel aangelegd, Naaldwijk 2018. ,,Het is enorm leuk om naast acht andere sterke inzendingen, de Ithakaprijs te winnen’’, reageert redactielid Harry Groenewegen. ,,Een enorme voldoening na heel hard samenwerken met een grote club mensen. Het boek Buitenplaatsen in het Westland, dat over een regio gaat, laat zien dat een goed geschreven en vormgegeven publicatie ook nationaal gewaardeerd wordt.’’

,,De historische werkgroepen en verenigingen hebben een zevental jaren nauwgezet, op initiatief van en onder de vlag van het GOW, samengewerkt hetgeen resulteerde in een mooie publicatie over een nog nooit beschreven onderwerp. Het winnen van de Ithakaprijs smaakt naar meer.  Mooie publicaties over bijvoorbeeld onderwerpen als respectievelijk de kastelen, kloosters, adel, Romeinen enz. in het Westland gaan hopelijk volgen; een soort van historische reeks.’’

De jury koos dit boek vanwege de heldere beschouwing over de opkomst en de historische ontwikkeling van buitenplaatsen in het Westland, hun relatie met de opkomende tuinbouw in dit gebied en de manier waarop verbinding wordt gelegd tussen de afzonderlijke (nu verdwenen) buitenplaatsen in het Westland. Daarbij komt dat het boek goed is vormgegeven waardoor het een zowel inhoudelijk als visueel aantrekkelijke publicatie is. De inhoud van dit boek slaagt er goed in om de interesse voor dit specifieke Westlandse verleden bij een breed publiek op te wekken.

In het Westlands Museum vindt tot en met 15 maart een tentoonstelling plaats over de buitenplaatsen in het Westland. Het boek is in het museum te koop voor € 24,95.

Op de foto van links naar rechts: Harry Groenewegen (GOW), hoofdauteur Martin van den Broeke en juryvoorzitter Paul Schnabel.

Boek ‘Buitenplaatsen in het Westland’ wint Ithakaprijs 2019

Het boek Buitenplaatsen in het Westland heeft de Ithakaprijs 2019 gewonnen. De prijs is donderdag 17 oktober uitgereikt op Kasteel Amerongen en bedraagt € 5.000,-  Het is de hoogste geldprijs voor vernieuwend of verbindend onderzoek naar Nederlandse kastelen, historische buitenplaatsen & landgoederen. Ook journalistieke producties dingen mee naar de prijs. Dit initiatief van stichting Kastelen, historische Buitenplaatsen & Landgoederen is mogelijk dankzij een schenking van oud-staatssecretaris van Volksgezondheid mevr. Mr. Els Veder-Smit.

Juryvoorzitter Paul Schnabel reikte de Ithakaprijs 2019 uit aan het Genootschap Oud Westland voor het boek Buitenplaatsen in het Westland. Met smaak en tot voordeel aangelegd, Naaldwijk 2018. ,,Het is enorm leuk om naast acht andere sterke inzendingen, de Ithakaprijs te winnen’’, reageert redactielid Harry Groenewegen. ,,Een enorme voldoening na heel hard samenwerken met een grote club mensen. Het boek Buitenplaatsen in het Westland, dat over een regio gaat, laat zien dat een goed geschreven en vormgegeven publicatie ook nationaal gewaardeerd wordt.’’

,,De historische werkgroepen en verenigingen hebben een zevental jaren nauwgezet, op initiatief van en onder de vlag van het GOW, samengewerkt hetgeen resulteerde in een mooie publicatie over een nog nooit beschreven onderwerp. Het winnen van de Ithakaprijs smaakt naar meer. Mooie publicaties over bijvoorbeeld onderwerpen als respectievelijk de kastelen, kloosters, adel, Romeinen enz. in het Westland gaan hopelijk volgen; een soort van historische reeks.’’

De jury koos dit boek vanwege de heldere beschouwing over de opkomst en de historische ontwikkeling van buitenplaatsen in het Westland, hun relatie met de opkomende tuinbouw in dit gebied en de manier waarop verbinding wordt gelegd tussen de afzonderlijke (nu verdwenen) buitenplaatsen in het Westland. Daarbij komt dat het boek goed is vormgegeven waardoor het een zowel inhoudelijk als visueel aantrekkelijke publicatie is. De inhoud van dit boek slaagt er goed in om de interesse voor dit specifieke Westlandse verleden bij een breed publiek op te wekken.

In het Westlands Museum vindt tot en met 15 maart een tentoonstelling plaats over de buitenplaatsen in het Westland. Het boek is in het museum te koop voor € 24,95.

Kaart van Kruikius

Kruikius stond in traditie van werken met details

De kaartenmaker Nicolaas Kruikius staat in een Delftse traditie van werken in details. Dit was de rode draad tijdens de lezing van historicus Jacques Moerman voor het Genootschap Oud-Westland op dinsdag 8 oktober in de Hoornbloem in Den Hoorn. De aansprekende lezing trok meer dan 200 belangstellenden.

,,In de late middel-eeuwen was Delft al beroemd om zijn miniatuurkunst’’, zei Moerman. ,,Later in de zeventiende eeuw werkte de Delftse schilder Jan Vermeer met veel detail. Op zijn schilderijen is zelfs een spijker aan de muur afgebeeld. Ook Antoni van Leeuwenhoek, de uitvinder van de microscoop werkte in Delft.’’

De eerste kaart van de stad Delft is het werk van de bekende kaartenmaker Jacob van Deventer. Deze kreeg de opdracht vanuit Spanje om kaarten van alle Hollandse steden te maken. ,,Deze kaarten werden steeds gedetailleerder’’, zei Moerman. ,,Een nieuwe kaartenmaker ging verder op het werk van zijn voorganger. Dat deed Kruikius ook.’’

Nicolaas Kruikius is 1678 geboren op West-Vlieland. Zijn vader was daar schoolmeester en mathematicus maar verhuisde naar Delft. In 1698 deed hij examen als landmeter. ,,Kruikius deed metingen van de luchtdruk, temperatuur en luchtvochtigheid’’, zei Moerman. ,,Hij was een echte Pietje Precies. Met die instelling begon hij 1712 aan de kaart van Delfland. Daarnaast begon hij in 1717 een studie geneeskunde in Leiden en vijf jaar later ontwierp hij een uitwateringskanaal van 3,5 kilometer tussen Den Haag en Scheveningen. Dat plan is honderd jaar later in 1828 uitgevoerd en heeft de exacte maten van het ontwerp van Kruikius.’’

Vermogen

Een plan voor de doorgraving van Hoek van Holland uit 1731 is pas in de 19de eeuw door Caland gerealiseerd. In 1739 wordt Kruikius schout van Spaarndam waar hij 1754 overlijdt. De vrijgezelle Kruikius laat bij testament 2/3 van zijn vermogen na aan zijn zus Aafje en 1/3 aan zijn huishoudster Johanna van Duijnen omdat zij zo goed voor hem heeft gezorgd.

De originele kaart van Kruikius meet 2.30 bij 2.80 meter en Kruikius heeft er 2350 dagen aan gewerkt. De schaal bedraagt 1 op 10.000 meter en de kaart omvat een oppervlakte van 22 bij 22 kilometer. Moerman gaf met dia’s een gedetailleerd beeld van de kaart. Zo wees hij op de kaart kleine afbeeldingen van windassen aan waarmee schepen met behulp van een overtoom over de dijk vanuit een lager gelegen polder in het boezemwater werden gehesen. Ook kon hij aan de hand van de verkaveling op de kaart de plek van een vierkante vlak de locatie van een oude boerderij in het Bijstervelt aanwijzen.

Bij de nieuwbouw in Sion is de hoofdas van de voormalige buitenplaats behouden gebleven. ,,Dat gebeurde op ons verzoek’’, zei Moerman. ,,De gemeente Rijswijk heeft beloofd dat de halve maanvijver van de buitenplaats eveneens terugkomt in de wijk. Wij hebben veel onderzoek gedaan in de omgeving. Ik zie het als een uitdaging hetzelfde te doen bij het slot Honselersdijk. Daar zijn vast nog wel sporen terug te vinden van het ingewikkelde patroon van deze buitenplaats van stadhouder Frederik Hendrik.’’

Bedrijfsbezoek Zuidkoop

Bedrijfsbezoek: Zuidkoop toonaangevend in bloemsierkunst

De twee Lierse bloemisten Koos Zuidgeest en Piet Vellekoop startten in 1977 een gezamenlijk bedrijf onder de naam Zuidkoop. Inmiddels telt het bedrijf 45 medewerkers en is toonaangevend op het gebied van de bloemsierkunst, interieurbeplanting en totaalprojecten.

Het Genootschap Oud-Westland bracht op 27 september een bezoek aan Vellekoop. Wij werden gastvrij ontvangen door oprichter Koos Zuidgeest, die met oog voor detail de geschiedenis van het bedrijf over het voetlicht bracht. Het begon in de jaren zeventig toen bloemisten Koos Zuidgeest en Piet Vellekoop dezelfde markt bedienden.

,,Wij reden allebei met de vrachtwagen achter elkaar naar hetzelfde bedrijf’’, zei Zuidgeest. ,,Piet Enthoven zei toen: jullie moeten samenwerken. Wij maakten een plan om samen een groot tuincentrum te beginnen en kochten in 1976 grond op onze huidige plek. De gemeente zag het plan echter niet zitten. Wij zijn in 1977 samengegaan en begonnen met bloemen op maat en productpresentaties. Dat hebben wij goed geheim weten te houden en de samenwerking kwam voor de omgeving als een donderslag bij helder weer.’’

,,In die tijd is de tuinbouw in het Westland explosief gegroeid en wij zijn meegegroeid. Wij werkten toen op vier verschillende plekken. Wij zaten tegen onszelf te vechten en in 1985 zijn wij verhuisd naar nieuwbouw aan het Zijtwende. Tussen 1976 en het begin van de nieuwbouw hebben wij op het perceel tarwe en aardappelen geteeld. Je moet wat. Na de nieuwbouw hebben wij veel bloemenwerk op maat gemaakt voor het Bloemenbureau Holland. ’’

Taiwan

,,In die tijd hadden wij het een soort druk. Ik verbleef 156 dagen per jaar in het buitenland en heb onder andere lessen bloemsierkunst op Taiwan gegeven. Ook de Floriade heeft veel bijgedragen aan onze naamsbekendheid. Rond 1990 werd onze groei een bedreiging voor de vooruitgang en besloten wij te ‘ontpieten’ en ‘ontkozen’. Wij gingen steeds meer medewerkers naar voren schuiven voor het geval een van ons twee zou wegvallen.’’

17 oktober 1997 werd een zwarte dag voor het bedrijf. De brand begon om 16.00 uur en na anderhalf à twee uur was er niets meer van het bedrijf over. Ik was in de Verenigde Staten en zag op mijn telefoon het nummer van Piet Vellekoop oplichten en dacht aan een begrafenis. ,,Alles is verbrand, wij hebben niets meer’’, luidde de boodschap. ,,Gaan wij door en hoe?’’ Er zijn medewerkers, die psychische hulp nodig hebben gehad. Zij waren aan het werk in het gebouw toen de brand uitbrak.’’

Een vriend adviseerde mij toen op een noodlocatie te gaan zitten en enkele maanden de tijd te nemen alvorens verder te gaan. Dat was een goede beslissing. Wij hebben nagedacht: wat moet eruit en wat moeten wij weer opstarten. Om de vergrijzing tegen de gaan hebben wij toen personeel van alle leeftijden aangenomen. Het was ook de vraag in De Lier te blijven of ons centraal in Nederland te vestigen. Wij hebben toen uiteindelijk voor De Lier gekozen om dichtbij het tuinbouw gebied te blijven.’’

Koningin

,,In 2002 hebben wij de bloemversieringen mogen maken bij het overlijden van Prins Claus en in 2004 nog twee keer voor Prinses Juliana en Prins Bernard. In 1980 heb ik een kopje koffie met de Koningin mogen drinken om te vragen of wij ’s nachts mochten door werken voor het afscheidsdefilé op Soestdijk. De Koningin vond het goed en zei dat zij wel aan de achterkant van het paleis ging slapen. Bij de inhuldiging van Koning Willem Alexander hebben wij opnieuw de bloemenversiering mogen maken.’’

,,In de periode 2009-2016 heeft Zuidkoop minder goede jaren gehad. Onze doelstelling was zoveel mogelijk omzet te behouden. Het personeel heeft toen aangeboden iets minder te werken. Wij hebben niemand hoeven te ontslaan. Inmiddels telt de directie vier personen en bestaat naast de kinderen Dennis en Natalie Zuidgeest uit Xander Zijlmans en directeur ad interim Kees Gordijn. Piet Vellekoop is al eerder uit de zaak gegaan om zich aan de kunsthandel te wijden. Zelf ben ik niet uit de zaak maar heb ik het er niet meer voor het zeggen. En dat wil ik zo houden.’’

Historisch Jaarboek GOW 2019

Streekhistorie: Fulps Vincentinus Valstar en meer

Door: Bas Booister

Gepubliceerd op: zondag 15 september 2019 08:58


Fulps Vincentinus Valstar (1879-1944) werd op 30 augustus 1944 het slachtoffer van een vergeldingsmaatregel door de Duitse bezetter. Zijn nagedachtenis leeft vooral voort door deze brute moord. Voor zijn kleinzoon Leen Valstar is deze gedachte niet te verteren.

“Het is niet goed dat deze man alleen wordt herinnerd door zijn dood”, zei Leen Valstar op 7 september bij de uitreiking van het Historisch Jaarboek Westland 2019. “Het kriebelde bij mij al jaren en ik ben aan de slag gegaan.” Het resultaat is een uitgebreid artikel in het Historisch Jaarboek Oud-Westland.

De Naaldwijkse tuinder Fulps Valstar was al jong actief in het bestuur van de plaatselijke Boerenleenbank, de veiling, Bond Westland en de Nederlandse Tuinbouwraad. Van 1917 tot aan zijn vroegtijdige dood in 1944 was Valstar voorzitter van het Centraal Bureau Tuinbouwveilingen (CBT).

Tijdens zijn speurtocht kreeg Leen Valstar te maken met tegenvallers. Zo ontbrak het notulenboek van het CBT over de vooroorlogse periode. Hij kon echter wel informatie putten uit een jubileumboek in de jaren negentig en de krantensite Delpher van de Koninklijke Bibliotheek. Ook maakte hij gebruik van de jeugdherinneringen van de broer van Fulps, Vincentinus Valstar. Zo lukte het hem het leven van zijn grootvader te reconstrueren.

De vader van Fulps was in Naaldwijk een van de initiatiefnemers van de afsplitsing in de Nederlandse Hervormde kerk en de bouw van een eigen gereformeerde kerk aan de Dijkweg ter hoogte van de Grote Woerdlaan. Daarna was de vader van Fulps veertig jaar voorzitter van het bestuur van wat later de Christelijke Nationale Schoolvereniging zou gaan heten. De jonge Fulps zag van nabij hoe zijn vader ingrijpende beslissingen nam en daar bestuurlijke verantwoordelijkheid voor droeg. Zelf droeg hij ook die verantwoordelijk in de economisch moeilijke jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog.

Henk Lelieveld ontdekte dat een ver familielid bisschop was geweest in Afrika. Het bleek te gaan om de uit Naaldwijk afkomstige Hermanus Johannes van Elswijk (1905-1987). Van Elswijk werd geboren in een groot gezin in de Molenstraat in Naaldwijk. Zijn moeder Henderica overleed in het kraambed bij de geboorte van haar tiende kind. Vader hertrouwde en er kwamen nog zes kinderen.

Tot zijn vijftiende werkte Van Elswijk in de tuinbouw bij de familie Voskamp. Hij kreeg een priesterroeping en trad in bij de kloosterorde van de Paters van de Heilige Geest. Hij moest het geld voor de studie bij elkaar bedelen maar kreeg steun van de niet-katholieke familie Voskamp. Een jaar na zijn priesterwijding in 1933 vertrok Van Elswijk naar Tanzania. In 1954 werd hij in de Adrianuskerk in Naaldwijk tot bisschop van Morogoro gewijd. Oudere Westlanders weten zich Van Elswijk nog te herinneren vanwege zijn legendarische bedelpreken voor de missie.

De bevolkingsgroei van het Westland door de eeuwen heen is in kaart gebracht door Jaap van Duijn. De huidige gemeente Westland behoort tot de 31 gemeenten met meer dan 100.000 inwoners. Op het grondgebied van de gemeente woonden rond 1500 nog maar 4.000 mensen.

Bijzonder is zijn vondst van de eerste vermelding, voor zover bekend, van de naam ‘Westland’ in een rekening uit 1382.

Het jaarboek bevat verder een artikel van Ron Oosterveer over de talloze lijnbanen voor de productie van garen en touw, die ooit in Monster en Ter Heijde hebben gestaan. Van het overgrote deel van de garens werden netten gebreid voor de visserij. Jan van Dijk, medeoprichter van chrysantenstekbedrijf Fides uit De Lier schrijft over de teelt van jaarrondchrysanten. Sinds deze in 1961 voor de Westlandse veilingklok kwamen, heeft deze chrysantenteelt een grote vlucht genomen.

In het voorjaar van 2018 organiseerde het Genootschap een excursie naar de Beekenkamp Group in Maasdijk. Het is inmiddels traditie dat over de geschiedenis van de bedrijven waarnaar het Genootschap een excursie organiseert een artikel verschijnt in het Jaarboek. Annieck Ruijgrok schrijft erover. Het Jaarboek wordt afgesloten met de Archeologische kroniek, de bibliografie van het Westland over het afgelopen jaar en met het jaarverslag van de secretaris van het Genootschap.

Het jaarboek is verkrijgbaar in het Westlands Museum.

Auteur: Frank de Klerk van het Historisch Genootschap Oud-Westland