Bevrijding op kerkradio Monster

Lezingen over Bevrijding in Grote Kerk Monster

75 jaar geleden kwam Nederland vrij van de Duitse overheersing. Op heel veel manieren zouden we daarbij stil staan en 75 jaar vrijheid vieren. Helaas kan dat nu allemaal niet. In het zoeken naar mogelijkheden om er toch ook in onze regio bij stil te staan vond op donderdagavond 30 april om 20.00 uur in Grote Kerk in Monster een avond over de bevrijding plaats.

De uitzending is na te zien via https://www.youtube.com/watch?v=emUt6WHD0Bc. Drs. F.J.H.M. (Frank) de Klerk en drs. L.J.M. (Leo) van den Ende voerden het woord. Beide zijn betrokken bij het Genootschap Oud-Westland. De Klerk sprak over Het Westland en de nieuwe orde. Collaboratie en verzet, Van den Ende over Monster en Ter Heijde in de Tweede Wereldoorlog.

Ds. M.J. (Johan) Tekelenburg, predikant van de hervormde gemeente leidde de avond en verzorgde aan het eind een kort liturgisch moment. Het programma werd afgewisseld met orgelmuziek, verzorgd door Arend Steenks. Het begint om 20.00 uur en duurt ca. anderhalf uur.

Herdruk Boek Westlandse Buitenplaatsen

Herdruk boek Westlandse Buitenplaatsen

Komend najaar verschijnt een herdruk van het boek Westlandse buitenplaatsen. De eerste oplage van duizend exemplaren van het boek, dat is onderscheiden met de Ithakaprijs 2019, is geheel uitverkocht. Het bestuur van het Genootschap Oud-Westland besloot tot een herdruk omdat er nog steeds veel vraag naar het boek is.

Buitenplaatsen speelden in het Westland eeuwenlang een belangrijke rol. Vanaf het begin van de Gouden Eeuw tot ver in de negentiende eeuw waren er in de hele streek meer dan honderd buitenverblijven te vinden van welgestelde stedelingen uit omringende plaatsen als Delft en Den Haag.

Er is nog een beperkt aantal buitenplaatsen behouden. Een van bekendste overblijfselen van een buitenplaats is het poortgebouw van Huis Honselersdijk. Het Huis Honselersdijk is een begrip in het Westland. Het door stadhouder Frederik Hendrik vanaf 1621 gebouwde slot was vanwege zijn luister bekend in heel Europa. Van het slot resteert slechts een bijgebouw. Het hoofdgebouw is in 1815 afgebroken.

Het lot van Huis Honselersdijk is illustratief voor veel buitenverblijven in het Westland. In 1799 werd Patijnenburg gesloopt. In dezelfde tijd moest ook buitenverblijf Sion het veld ruimen. Meer recentelijk vielen de voormalige landhuizen Ouwendijk aan de Naaldwijkseweg in ’s-Gravenzande (1984) en Vreeburg naast de Dorpskerk in ’s-Gravenzande (1991) ten prooi aan de sloophamer. Enkele buitenverblijven zijn bewaard gebleven zoals Broekzicht aan de Dijkweg in Honselersdijk, de Hofboerderij en Suijdervelt in Wateringen, Op Hodenpijl bij Schipluiden en Sarijnenhove in de Zuidbuurt, thans gemeente Vlaardingen

Westlandse buitenplaatsen beschrijft het ontstaan en de verdwijning van deze buitenverblijven in het Westland. Ook geeft het een antwoord op de vraag welke rol zij gespeeld hebben in de ontwikkeling van de tuinbouw in deze streek. Tot slot bevat het uitgebreide beschrijvingen van achttien buitenplaatsen, die gezamenlijk een beeld geven van de rijkdom van het buitenleven in het Westland.

De prijs van de herdruk bedraagt € 29,95. Bij voorintekening via bestuur@oudwestland.nl is de prijs € 24,95.

Vier foute burgemeesters

In 1941 schaften de Duitsers in bezet Nederland de democratie af. Zittende, in hun ogen onvoldoende loyale, burgemeesters werden vervangen door vooral NSB’ers. In Westland waren dat er vier. ‘Eén slechte en drie meelopers’.

Na de inval in mei 1940 gingen de Duitsers er al snel toe over om Nederland bestuurlijk op orde te brengen. Hun orde wel te verstaan. Binnen een jaar werden, op de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) na, alle politieke partijen verboden en bestuurscolleges en gemeenteraden naar huis gestuurd. De wethouders werden veredelde ambtenaren, de burgemeester de baas. Hoewel, ook een bestuurlijke slaaf van de Duitsers.

Elke burgemeester in functie kon toen al aanvoelen dat hij zou moeten opstappen. Een deel bleek zwak, verzette de bakens, deed mee, werd soms NSB-lid. En kwamen later wel door steeds strengere Duitse opdrachten in de problemen.

Ook menig NSB-burgemeester kwam in de loop van de oorlog onder zware druk te staan. Zij moesten burgers inzetten bij verdedigingswerken, huisvesting voor Landwachters verzorgen, maar ook meehelpen Joden en verzetsmensen aan te geven.

Uitzendbureau NSB

Burgemeester Bisschop (tweede van links) in de raadszaal van ‘s-Gravenzande – Foto Historisch Archief Westland

‘Het lukte de NSB, die bij het zoeken naar burgemeesters een soort uitzendbureau was, almaar minder om geschikte kandidaten te vinden’, aldus Frank de Klerk, die in het Jaarboek 2020 van het Genootschap Oud-Westland het hoofdstuk Westlandse NSB-burgemeesters in oorlogstijd heeft geschreven. ‘Steeds vaker werd een NSB-burgemeester uit een buurgemeente als waarnemer aangewezen. Zo werd in maart 1944 de burgemeester van ‘s-Gravenzande ook waarnemer in Monster, Poeldijk, Ter Heijde en deels Kwintsheul.’

Om tot een goede reconstructie van de Westlandse burgemeesters in de oorlogsjaren te komen, heeft de Heulse historicus De Klerk flink moeten spitten. Daarbij kon hij gebruikmaken van de personeelsdossiers in het Historisch Archief Westland, het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging en van de archieven van het ministerie van Binnenlands Zaken in het Nationaal Archief. ‘Ik mocht niks kopiëren of fotograferen, alleen aantekeningen maken.’

In Westland waren tijdens de bezetting vier NSB-burgemeesters. Met verschillende politieke en religieuze achtergronden, slechts één kwam uit de regio. In juli 1941 werd Willem Bocxe in Wateringen al aangesteld. Hij verving burgemeester Verhoeven, die zich ziek had gemeld en met verlof werd gestuurd. Bocxe, en materialist in hart en nieren, bleef aan tot de bevrijding in 1945.

Edzard Gerhard Bisschop werd in augustus 1942 burgemeester van ‘s-Gravenzande, nadat de Duitsers de hun onvoldoende goedgezinde burgemeester Frans Schokking hadden ontslagen. Bisschop werd een klein jaar later benoemd in Naaldwijk waar hij burgemeester Theodoor Elsen verving, omdat ook hij uit zijn ambt was gezet. Niet betrouwbaar genoeg, volgens de Duitsers. Elsen kwam na de oorlog weer terug.

De ‘s-Gravenzandse burgemeester Henri Ipenburg in het Vlaardingse detentiekamp De Vergulde Hand – Foto Historisch Archief Westland

In ‘s-Gravenzande verscheen voorjaar 1944 Henri Ilpenburg, een pro-Duitse diehard. De Klerk: ‘Als Bisschop een pragmatisch NSB’er genoemd kan worden, dan was Ipenburg een ideologisch nationaal-socialist.’ In september 1944 werd hij ook waarnemer in Monster (waaronder Poeldijk, Ter Heijde en deels Kwintsheul), omdat daar burgemeester Gerhardus Kampschöer vertrok. Mogelijk vanwege een al dan niet voorgewende zwakke gezondheid, zo beschrijft De Klerk.

De laatste twee oorlogsjaren was (de enige Westlander in het rijtje) Pieter Burgersdijk burgemeester van De Lier. Zijn hoogste ambitie was zo’n politieke post bemachtigen. Voor de oorlog was hij 16 jaar raadslid van de Christelijk Historische Unie in ‘s-Gravenzande. Over Burgersdijks tijd in De Lier is weinig bekend. In mei 1945 werd zijn, door de Duitsers ontslagen, voorganger Cornelis van der Hoeven weer burgemeester.

Geschikt instrument
De Klerk concludeert: ‘Eén slechte en drie meelopers. Bocxe en Bisschop kunnen als oppurtunisten worden gezien, geboeid geraakt door het nationaal-socialistische gedachtegoed. De NSB was voor hen een toekomstvehikel, voor een goede carrière in het openbaar bestuur.’

Burgersdijk verloor als actief NSB-lid zijn baan en zag het burgemeesterschap als een nieuwe statusverhogende functie. In De Lier profileerde hij zich niet echt als nationaal-socialist.

Heel anders was dat bij Ipenburg, die gewoon ideologisch en fanatiek kan worden genoemd. De Duitsers vonden in hem iemand aan wie zij de kustgemeenten ‘s-Gravenzande en Monster konden toevertrouwen. ‘Ipenburg was gewoon een geschikt instrument voor de Duitse bezetter.’

De naoorlogse vonnissen van de Bijzondere Rechtspleging tonen datzelfde beeld. Zoals bij veel zogenoemde lichte gevallen was de straf voor Bisschop, Bocxe en Burgersdijk gelijk aan het voorarrest. Allen raakten wel voor tien jaar het actief en passief kiesrecht kwijt. Ipenburg werd niet als ‘licht geval’ gezien. Hij zat drie jaar vast.

Lezing Burgemeesters in oorlogstijd gaat niet door

 

Lezing Burgemeester in oorlogstijd gaat niet door

De lezing van professor Peter Romijn over Burgemeester in oorlogstijd kan niet doorgaan. Ter voorkoming van verspreiding van het Coronavirus heeft de regering besloten dat tot 1 juni geen bijeenkomsten meer mogen worden georganiseerd. Het bestuur van het Genootschap Oud-Westland is in overleg met professor Peter Romijn over een nieuwe datum voor zijn lezing over Burgemeester in oorlogstijd.