Westland – Eeuwen terug trokken er al arbeiders, maar ook boeren, naar vruchtbare landbouwstreken. Vanuit de arme bergstreken in Europa trokken in het voorjaar grote groepen harde werkers naar vruchtbare dalen om daar te zaaien, maaien, wieden en oogsten. Hoogzomer trok men weer naar huis om de eigen schamele oogst binnen te halen. Deze gastarbeiders kregen de naam ‘hannekemaaier’ (een verbastering van de samentrekking Johan en maaier) of ‘veling’ (afkomstig uit West-Falen). Tussen 1815 en 1850 vestigden zo’n 150.000 hannekemaaiers zich blijvend in ons land.
Aad Vijverberg heeft zich verdiept in deze migratie van boeren en arbeiders, met name ook naar het Westland en houdt hierover op uitnodiging van het Genootschap Oud-Westland op woensdag 12 december a.s. een lezing.
In de tuinbouw is veel meer werk te verzetten dan in de akkerbouw of veehouderij. Rond 1830, toen de groenteteelt begon te groeien, nam de behoefte aan arbeidskrachten nam in onze regio dan ook flink toe. Het destijds in gebruik nemen van glas voor de bevordering van de teelt maakte bovendien dat die arbeidsinzet voor een langere periode in het jaar nodig was. Uit een onderzoek van rond 1955 blijkt dat in De Lier destijds meer dan de helft van de tuinarbeiders al dan niet direct van buiten het Westland afkomstig was. Het merendeel kwam uit de noordelijke provincies of van de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden.
Het onderzoek van de heer Vijverberg naar deze immigranten biedt voldoende stof voor weer een boeiende lezing bij het Genootschap Oud-Westland!
Lezing: Woensdag 12 december 2012, Vreemdelingen in het Westland
Spreker: De heer Aad Vijverberg.
Locatie: Gebouw ‘Het Centrum’, Hoofdstraat 100 in De Lier.
Aanvang 20.00 uur. Zaal open vanaf 19.30 uur.
Gasten zijn van harte welkom, wel wordt van hen een bijdrage gevraagd van € 4,00 i.v.m. de kosten van de koffie.
Dr. Ir. A.J. Vijverberg, geboren te ’s-Gravenzande in 1933, studeerde in Wageningen plantenziektekunde. Hij heeft als ambtenaar bij het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij gewerkt in de voorlichting en het onderzoek. Standplaatsen waren Wageningen, Den Bosch, Naaldwijk, Aalsmeer en Den Haag. Hij is na zijn pensionering gepromoveerd op het proefschrift ‘Glastuinbouw in ontwikkeling – Beschouwingen over de sector en de beïnvloeding ervan door de wetenschap’. In 2007 verscheen van zijn hand De Canon van de Kassen – De geschiedenis van de Nederlandse Glastuinbouw in 50 verhalen. Al enige malen publiceerde hij artikelen in het Jaarboek van het Genootschap Oud-Westland.