Jaarverslag 2010

Het jaar 2010 kenmerkt zich als een bijzonder jaar. Opgericht in 1935 is op 27 maart 2010 het 75- jarig jubileum in een feestelijke bijeenkomst gevierd in de prachtige Dorpskerk in „s-Gravenzande.
Op 27 november is het prachtige kunstboek “Schilders van het Westland “ van 1500 tot heden gepresenteerd. Voor het eerst worden de artistieke kanten van het Westland belicht, nadat het zijn allure nagenoeg uitsluitend had ontleend aan de tuinbouw. Dit gebeurt samen met de presentatie in een drieluik van het Museum het Prinsenhof in Delft, Het Westlands Museum in Honselersdijk en Kunstzaal van Heijningen in den Haag.

Door het naar buiten treden van het Genootschap gaat er een permanente uitnodiging uit naar geïnteresseerden om lid te worden. Daardoor groeit het Genootschap ook dit jaar weer en wordt de grens van 500 leden overschreden. De laatste vier jaar is het Genootschap met gemiddeld 40 leden per jaar gegroeid.
Kortom het Genootschap Oud-Westland is vitaal en bruist van de activiteiten.

Feestelijke jubileum bijeenkomst op 27 maart in de Dorpskerk te ‟s-Gravenzande.
Door de voorzitter Wil van den Bos Czn werd een feestrede uitgesproken, waarvan de tekst integraal is opgenomen in het jaarboek 2010. Dat zelfde geldt voor de lezingen die zijn verzorgd door prof. dr. Jaap J. van Duijn, “Crisis en innovatie in de tuinbouw”, en dr. Johan Joor, “Staat, straat en strand in Nederland in de Napoleontische tijd”.
De bijeenkomst werd door ongeveer 225 leden bezocht.

Ledenvergaderingen met lezingen.

Op woensdag 10 februari hield Annette de Wit een lezing over “Zeevarende gemeenschappen” met extra aandacht voor Ter Heijde.
Zij heeft extra aandacht besteed aan Ter Heijde in vergelijking met andere vissersplaatsen als Maassluis en Schiedam. Ondanks het feit, dat haar wat Ter Heijde betreft niet zoveel bronnen ter beschikking staan, heeft zij toch kans gezien het leven in tal van zijn facetten in dit vissersdorp uit de zeventiende eeuw te reproduceren. Ze heeft daartoe een enorme hoeveelheid feitenkennis opgedoken uit de archieven van de betrokken plaatsen. Met name heeft zij veel aandacht besteed aan de rol van de vrouw in de visserij, die niet alleen bestond uit het boeten van netten en dergelijke. Ook over hun rechtspositie wist zij interessante zaken te vertellen. Met name over het innen van erfenissen. Vaak hadden zij ook een rol bij de afzet van de vis. Ook het zeemanshuwelijk, waarbij heimwee, ongerustheid en overspel een rol speelden, werd niet vergeten. De lezing werd geboeid door de aanwezigen gevolgd en bleek een goede inkijk te geven van het leven in genoemde havenplaatsen.
Van haar hand is over dit onderwerp een boek verschenen, dat op boeiende wijze het leven in die vissersplaatsen schetst. De lezing werd bezocht door ca. 140 leden.

Op dinsdag 20 april hield dr. Thimo de Nijs een lezing over „De verdwenen middenstand van het Westland
Rond 1900 was een bloeiperiode van de kleine buurtwinkels. Daarnaast waren er veel straatventers. In zijn boek “Op zoek naar de verdwenen middenstand” (Hilversum 2007) schrijft Thimo de Nijs dat begin 20ste eeuw ook de typische middenstandsmentaliteit ontstond. Hij geeft een aantal kenmerken: hard werken, familiezin, zelfstandigheid en een zeker wantrouwen ten opzicht van de overheid. Veel winkeliers hadden niet zo‟n behoefte aan „bescherming‟ zoals bijvoorbeeld de regulering van de winkeltijden in de wet van 1930.
De winkel op de hoek werd meestal gedreven door een echtpaar. Ook de kinderen moesten meewerken, bijvoorbeeld door de boodschappen rond te brengen of de zaak te vegen. Voor weduwen was een winkeltje vaak een manier om met haar kinderen te overleven.
De kleine zelfstandige winkelier werd vanaf het begin van de 20ste eeuw bedreigd door verschillende vormen van het grootwinkelbedrijf. Daartoe behoorden warenhuizen zoals de HEMA (opgericht in 1926) en het filiaalbedrijf, zoals Albert Heijn. Filiaalbedrijven konden kosten besparen door op grote schaal in te kopen of zelf te produceren en gezamenlijk reclame maken.
Het aantal bezoekers bedroeg ca. 90 personen.

Op dinsdag 5 oktober hield Henk Willemsen een lezing over Franciscus Verburch, de Druivenpastoor.
Pastoor Magister Franciscus Verburch was de eerst benoemde pastoor in het Westland. Hij combineerde zijn priesterstudie met een academische opleiding. Studeerde in 1645 af als Magister en werd op 6 december 1646 in Amsterdam tot priester gewijd. Vanaf 24 augustus 1647 was hij pastoor van ‘t Westland.
Verburch voerde een constante strijd tegen de armoede en werd daarin gesterkt door zijn bijzondere positie t.o.v. het Huis van Oranje, het Huis van Stuart en zijn relatie tot de familie „Van Oldenbarneveldt‟. Hij vervulde daarbij een duidelijke scharnierfunctie tussen de kennis van de monniken in de uithoven en de ontwikkeling van de tuinbouw in deze streken.
In een goed verzorgde presentatie trachtte de inleider een beeld uit het leven van pastoor Verburch tot leven te brengen, hem te schilderen in zijn tijd. Ongeveer 135 leden waren op deze lezing af gekomen.

De laatste lezing van dit jaar was op woensdag 1 decemberdr. Ronald Prud’Homme van Reine nam ons mee terug in de tijd naar De admiraliteit van Rotterdam en Willem van de Velde de Oude en het Westland.
De bloei van de zeevaart was een van de fundamenten van de rijkdom van de Nederlandse Republiek. Deze bloei leidde ook tot een groot aantal oorlogen.
De befaamde zeeschilders en tekenaars Willem van de Velde, vader en zoon, waren getuige van diverse zeeslagen en dienen de auteur daarom als voorname bron. In Prud’homme van Reines lezing stond de samenhang tussen het maatschappelijk leven en de ‘gouden vloot’ centraal. Hoe werd de vloot gefinancierd en georganiseerd, hoe kon er zoveel invloed uitgeoefend worden op de cultuur van de Gouden Eeuw, en waarom trad er binnen enkele decennia al een kentering op in dit succesverhaal? Opkomst en ondergang van Nederlands gouden was een interessante lezing die de zeventiende-eeuwse zeevarende natie tot leven bracht.
Hoewel de eerste winterse sneeuw in ruime hoeveelheid neerdwarrelde waren toch nog ca 80 personen naar de lezing gekomen.

In dit jaaroverzicht mag zeker niet ontbreken dat op 27 november het boek “Schilders van het Westland van 1500 tot heden” is gepresenteerd.
Op initiatief en door de niet aflatende energie van Maarten van der Schaft is een prachtige verzameling schilderijen over het Westland „bij elkaar gebracht‟, beschreven en gefotografeerd door Ron Nieuwenhuizen. Het Genootschap heeft hieraan graag platform geboden en het uitgeven van het boek mogelijk gemaakt, samen met uitgeverij Scriptum Art te Schiedam.
Daarbij mogen ook niet belangrijke subsidie verleners en sponsoren vergeten worden. In de pers is ruim aandacht voor het project geweest en ook museaal is er veel aandacht. Het Prinsenhof in Delft, het Westlands Streekmuseum en de Kunstzaal van Heijningen wijden tentoonstellingen aan de beschreven schilderijen.
Het is redelijk uniek dat deze artistieke kant van het Westland is getoond.

Excursie

De dagexcursie werd gehouden op zaterdag 12 juni naar Schipluiden en stond onder leiding van Jacques Moerman. We werden ontvangen in „Op Hodenpijl‟, de kerk bezocht en stilgestaan bij de historie ervan en het omringende gebied. Daarna naar het dorp Schipluiden, waar een bezoek is gebracht aan de kasteelruïne van Keenenburg. Vervolgens waren in de oude Dorpskerk veel herinneringen aan dit kasteel te zien. Een korte dorpswandeling gemaakt en daarna het Museum Het Tramstation bezocht met o.a. vondstmateriaal van de Keenenburg. Alles bij elkaar een boeiende excursie onder bekwame leiding.
De excursie werd bezocht door ca. 65 personen.

Bestuursvergaderingen

Het bestuur vergaderde vijfmaal; n.l. op 19 januari, 29 maart, 18 mei, 7 september en 8 november.

In de jaarvergadering op woensdag 10 febr. is er afscheid genomen van penningmeester Max van der Spek, die de functie van penningmeester 16 jaar heeft vervuld. De voorzitter Wil van den Bos Czn bedankt Max voor het vele en toegewijde werk wat hij voor het Genootschap heeft gedaan. Ook mevrouw van der Spek wordt daarin betrokken omdat zij een heel aantal jaren de administratie heeft gevoerd van het ledenbestand en de productie van de convocaties voor de lezingen en jaarvergaderingen heeft verzorgd.
Later in het jaar, voor Koninginnedag, kreeg Max van der Spek de versierselen opgespeld van Lid in de Orde van Oranje-Nassau door Sjaak van der Tak, burgemeester van de gemeente Westland.
De heer van der Spek wordt gecomplimenteerd voor het zorgvuldige, lees zuinige, beheer van de financiën. Het is elk jaar weer verrassend dat het Genootschap met de contributie van op dit moment € 15 de kosten kan dekken. En de administratie werd gevoerd middels een tabellarisch kasboek, wat in de huidige tijd vermeldenswaard is.
In de ontstane vacature wordt mevrouw M.J.B.M. (Meena) van der Velden door de vergadering verkozen als nieuw bestuurslid, als beoogd opvolger van de penningmeester Max van der Spek.

De samenstelling van het bestuur wordt daarmee:

Voorzitter:    
W. van den Bos Cznvan der Does de Willeboisstraat 15voorzitter@oudwestland.nl
 2291 PX, Wateringen 
Secretaris:  
L.M.ValstarHondsdraf 31secretaris@oudwestland.nl
 2671 DM, Naaldwijk  
2e Secretaris:  
P. van der VoortBospolder 31 
 2675 BM, Honselersdijk 
Penningmeester:  
M.J.B.M. van der Velden – de RooijGuldenland 43 
 2291 VH Wateringen 
Leden:  
H.I.M. GroenewegenBereklauw 3 
 2671 WZ Naaldwijk 
W.A. de SmitDe Backerstraat 97info@oudwestland.nl
 2685 TD Poeldijk 
Mevrouw T. Werner-Berkhout Kerkweg 40 
 3155 EE Maasland 

Jaarboek en Publicatiecommissie

De 23e editie van het jaarboek van het 75-jarig Jubileumjaar werd in de oktobervergadering gepresenteerd. Het jaarboek was extra dik met onder andere de feestrede van de voorzitter en de beide lezingen die op 27 maart zijn uitgesproken.
De samenstelling van de Publicatiecommissie is ongewijzigd gebleven en bestaat uit: Mevrouw T. Werner-Berkhout, en de heren K.F. van Dijk, drs. L.J.M. van den Ende (voorzitter) en G.J.T.C. Hamel.

Ledenbestand

Het aantal leden bedroeg 456 op l januari 2010. In het verslagjaar 2010 heeft zich de ledenaanwas doorgezet. Daarmee zet de opgaande lijn zich voort en mag het Genootschap zich verheugen in een groeiende belangstelling.
Het aantal nieuwe leden bedraagt 67 leden.
Het aantal opzeggingen bedraagt slechts 15 leden.
Deze cijfers resulteren in totaal aantal leden van 511 op 31 december 2010.

We betreuren het overlijden van een tweetal leden, te weten;
De heer L.M. v.d. Ban, de Lier
De heer J.A. van der Eyk, Naaldwijk

Leen Valstar, secretaris

Jaarverslag 2010