Jacques Moerman over Duitse Orde in Maasland
De Duitse orde werd in 1190 opgericht voor de verzorging van de gewonden tijdens de Derde Kruistocht. In onze omgeving werd de Commanderij van Maasland een belangrijk steunpunt voor deze orde in de Nederlanden. Op woensdag 11 april jl. hield de bekende historicus Jacques Moerman een lezing over het leven van de commandeur in Maasland.
“In Akko (Israël) stichtte de Duitse orde tijden de Derde Kruistocht (1189-1192) het hospitaal van St Marie”, zei Moerman. “Na de kruistocht verplaatste de orde haar activiteiten naar het oosten naar Estland en Letland. De orde had twee standen, de priesters en de strijders. Deze kruisridders waren een mix tussen caritas en geweld en zij hadden het monopolie op de handel in het Oostzeegebied.”
In de noordelijke Nederlanden bestonden 15 landcommanderijen waaronder die van Utrecht. De landcommanderij van Utrecht had weer 12 gewone commanderijen zoals die van Maasland. In de 11 en 12 eeuw lag Maasland dichter bij de Maas maar het dorp kwam later op de huidige plaats te liggen. In 1241 ging het patronaatsrecht van de kerk van Maasland naar de Duitse orde. De kerk van Maasland werd genoemd naar Maria Magdalena.
Orgel
Moerman gaf een sfeertekening door op een radio een geluidsbandje van een middeleeuws orgel te laten horen zodat de bezoekers in de sfeer konden proeven van een kerkdienst in die tijd in Maasland. Ook liet hij een afbeelding zien van Karolingische vondsten aan de Herenlaan in Maasland, waar de Duitse orde aanvankelijk was gehuisvest. Begin 1365 vond de verhuizing naar het dorp plaats. Na de sloop in 1724 herinnert alleen het zomerhuis uit 1557 nog aan de aanwezigheid van de Duitse orde. Het is destijds door Jasper van Egmond gebouwd voor zijn moeder Anna van Almonde.
De komst van de soldatenvrouw Lyske zorgde voor leven in de commanderij. Lyske kreeg al snel een relatie met de commandeur Aelbrecht van Egmond, die geen probleem maakte van de bijnaam van Lyske. Die luidde ‘Langneusdehoer’. Toen echter de schout en een andere gerechtsdienaar tijdens een gastvrije maaltijd vroegen waar deze naam vandaan kwam, konden zij meteen vertrekken.
In het tweede deel van de lezing besteedde Moerman aandacht aan het werk van de landmeter Jan Jansz. Potter, die de landerijen van de Duitsche Orde in Maasland in 1570 in een fraai kaartboek heeft vastgelegd. Potter studeerde geometrie in Leuven en werd landmeter en notaris in Delft. Een van opdrachtgevers was het hoogheemraadschap. Aanvankelijk werkte hij ook voor koning Philips II totdat hij in de eerste fase van de Nederlandse opstand koos voor de reformatie.