Jaarverslag 2013

Het jaar 2013 is het Huygensjaar geweest. Het Genootschap heeft dat in haar programma volop aandacht gegeven. Door een lezing over het leven van Constantijn Huygens. De excursie was naar het Huygensmuseum Hofwijck in Voorburg. Ook het initiatief om oude van oorsprong Westlandse bedrijven te bezoeken heeft dit jaar een vervolg gekregen door een bezoek aan het tuinbouw-toeleveringsbedrijf Arend-Sosef in Honselersdijk.

Opnieuw is er in 2013 bij het gemeentebestuur aandacht gevraagd over de staat en toekomstige bestemming van het Oude Raadhuis in Naaldwijk. Nog steeds vindt het gemeentebestuur het moeilijk om tot een goede bestemming te komen en het gebouw in ere te herstellen. Door een goede besluitvorming zou de gemeente een voorbeeldfunctie kunnen vervullen bij het instand houden van cultureel erfgoed.

Het jaarboek 2013 is, zoals gebruikelijk in oktober verschenen.
De aandacht voor historie duurt onverminderd en met enthousiasme voort. Het ledenaantal van het Genootschap aan het eind van het jaar bedraagt 537 leden. Een kleine teruggang na de groei van de afgelopen jaren.

Ledenvergaderingen met lezingen.

Dinsdag 19 februari hield dr. Menno Dijkstra,  archeoloog bij Diachron Universiteit van Amsterdam B.V., een lezing met de titel “Van zwervende erven naar kerkdorp. De vroegmiddeleeuwse wortels van het Westland”.
In de Vroege Middeleeuwen maakte het kustgebied van Zuid-Holland deel uit van West-Friesland. Van menselijke aanwezigheid in deze periode getuigen niet alleen enkele historische bronnen en oude plaatsnamen, maar ook enekele archeologische vondsten. Op basis van interdisciplinair onderzoek is nu voor het eerst een gedetailleerd overzicht beschikbaar van de bewoningsgeschiedenis van de estuaria van de Oude Rijn en Maas tussen circa 270 en 900 na Chr. Door de rijkdom aan archeologische gegevens ligt de nadruk op de Oude Rijnstreek.
In de lezing wordt ingegaan op het ontstaan van de huidige dorpen.  Veel van de huidige oude kernen en parochies zijn namelijk pas ontstaan in de 12e-13e eeuw. In de periode daarvoor was sprake van ‘zwervende erven’, die door allerlei factoren regelmatig van plaats veranderden. Dit was ook van invloed op de overlevering van oude plaatsnamen die we kennen uit de goederenlijst van de Utrechtse St.-Maartenskerk.
De avond werd door ca. 180 leden en belangstellenden bezocht.

Woensdag 17 april hield Peter van der Ploeg, conservator van het Huygensmuseum de lezing “Constantijn Huygens en de buitenplaats Honselersdijk”, Een secretaris met een artistieke missie?
Het Huis te Honselaarsdijk was een levenslang project van prins Frederik Hendrik. Hij verwierf het landgoed in 1621 en verbouwde én verfraaide het huis voortdurend in de decennia erna. Bij zijn dood in 1647 was het zonder twijfel het meest imposante verblijf van de Oranje’s. 
Er is over het huis, de bouwprojecten en de decoratie vrij veel bekend. Enkele recente studies naar Huygens en zijn relatie tot de kunsten hebben daarin meer duidelijkheid gebracht. Was hij de inspirator, of was hij de stille maar belangrijke coördinator op de achtergrond? Op boeiende en aansprekende wijze wordt door de heer Peter v.d. Ploeg het leven van Constantijn Huygens geschetst.
Het was een goed verzorgde lezing die door ca. 110 leden en belangstellenden werd bezocht.

Dinsdag 15 oktober hield de heer drs. A. (Ton) A. G. Immerzeel, conservator van het Westlands Museum voor Streek- en Tuinbouwhistorie een lezing “De Westlandse Tuinbouw 1800 – 1900”.
Een lezing waarin een deel van de tuingeschiedenis werd geschetst. De beginperiode van de grootschalige commerciële tuinbouw in het Westland. Globaal genomen werd daarbij de periode van 1800 tot 1900 behandeld en gaf Ton Immerzeel een overzicht van de ontwikkeling, de locaties en de teelten van de Westlandse tuinbouw. Het verhaal werd ondersteund met afbeeldingen, waarbij de oudste Westlandse tuinbouwfoto’s aan bod kwamen en het nodige oude kaartmateriaal.
Op de zijn bekende wijze wist Ton Immerzeel de zaal te boeien en gaf hij een nauwkeurig en interessant beeld van de ontwikkeling van de Westlandse Tuinbouw in die periode.
De lezing werd door ca. 140 leden en belangstellenden bezocht.

De laatste lezing van dit jaar was op woensdag 11 december. De titel van de lezing was “200 jaar Koninkrijk en november 1813” door  E.J. Vles, schrijver van meerdere boeken, waaronder “Twee weken in November”, over de gebeurtenissen in 1813.
We vierden in het jaar 2013 het tweehonderd jarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden.
Hoewel over de exacte datum van het stichten van ons Koninkrijk de meningen uiteen kunnen liggen, was het zonder twijfel een feit dat in de maand november van het jaar 1813, met de terugkomst van een Prins uit het huis Oranje Nassau, ons land een geheel nieuwe, zelfstandige fase van zijn geschiedenis is ingegaan. Om die gebeurtenis op waarde te kunnen schatten is het niet alleen van belang te weten hoe die roerige dagen van november zijn verlopen, maar is ook enig kennis gewenst van de diepgaande veranderingen, die zich in de dertig daaraan voorafgaande jaren hebben afgespeeld.
Door de heer Vles werd nauwkeurig beschreven hoe de gebeurtenissen in die dagen zijn verlopen. Ook wist hij op verrassende wijze de bij dit gebeuren betrokken personen te beschrijven.
De lezing werd bezocht door ca. 85 leden en belangstellenden.

Overige activiteiten

Oude Raadhuis Naaldwijk

In een persbericht riep het College van B & W roept op om haalbare plannen in te dienen voor herbestemming van het Oude Raadhuis Naaldwijk. Behoud van de historische identiteit en het openbare karakter zijn belangrijke randvoorwaarden. Het plan moet financieel haalbaar zijn en ingediend worden door een organisatie met ervaring op het gebied van exploitatie van (rijks) monumentale panden. Het Genootschap maakte in dat kader opnieuw kenbaar dat het een plicht van de gemeente is om zich sterk te maken voor het behoud van dit bijzondere culturele erfgoed.

Excursie en bedrijfsbezoek

In het verslagjaar is voor de derde keer een bezoek gebracht aan een bedrijf met een Westlandse historie. Op donderdag 11 mei 2013 werd tuinbouw-toeleveringsbedrijf Arend-Sosef in Honselersdijk bezocht. 
Het bezoek startte met een lezing van de heer Nic. Sosef, die op kleurrijke wijze de groei door de jaren heen wist te schetsen.
Het bedrijf werd opgericht in 1931 door de vader van onze gastheer de heer Nic Sosef. Hij ging als een soort marskramer op pad, op 15 jarige leeftijd, met tassen vol kwasten, stopmessen en ruitensnijders. 
Hij werd op die manier een bekende verschijning in het Westland en de zaken groeiden zodanig dat er gebrek ontstond aan opslagruimte. Zijn eerste magazijn werd gehuurd aan Stokdijkkade 14 in Naaldwijk. Ook kon zijn vader al gauw het werk niet alleen aan en zijn 4 jaar jongere broer Bertus kwam als eerste medewerker in dienst. Zo ontstond het bedrijf wat na verloop van tijd de naam ging voeren “Weert wat Deert”. 
Na op de Stokdijkkade een aantal panden gehad te hebben werd de ruimte daar toch te beperkt en werd rond 1980 een behoorlijk terrein betrokken in Honselersdijk waar door de tijd heen de ene na de andere hal is gebouwd en daar nu een omvangrijk complex staat wat levensvatbaar en gezond de toekomst in kijkt, na een fusie met van der Arend uit Poeldijk.
Na de lezing van Nic. Sosef werd een rondleiding door het bedrijf gemaakt.
Aan dit bedrijfsbezoek namen 47 leden deel.

De dagexcursie werd gehouden op zaterdag 15 juni naar Huygensmuseum Hofwijck te Voorburg.

Hoe leefden Constantijn en Christiaan Huygens?
Het huis Hofwijck is aan de buitenzijde compleet gerestaureerd. Het huis draagt nu okergele luiken. Deze kleur is ook te zien in een originele tekening van Hofwijck door Christiaan Huygens. 
De vijftien grisailles, de grijsschilderingen, zijn vernieuwd. De afbeeldingen van Flora, Apollo, verschillende putti’s en trofeeën die zo goed passen bij Constantijn’s leven op Hofwijck zijn opnieuw te bewonderen.
Op de zolderverdieping huist de permanente tentoonstelling “Christiaan onder de sterren”. Kinderen en volwassenen kunnen daar, net als Christiaan zelf ooit deed, gaan ontdekken en uitvinden. Hoe werkt zijn uitvinding van het slingeruurwerk precies? Hoe ontdekte Christiaan de ring rondom Saturnus? En hoe woonde en leefde Christiaan op Hofwijck? Op de zolder waar hij werkte zijn verschillende originele zeventiende-eeuwse telescopen en uurwerken te zien. Ook andere uitvindingen zoals de zeeklok en de ontdekking van de ring rond Saturnus, worden interactief belicht. 
Deze Nederlander stond in zijn tijd op eenzame hoogte, samen met de Engelse wis- en natuurkundige Isaac Newton. Ook nu nog wordt Christiaan gezien als één van de meest invloedrijke wetenschappers die ons land heeft voortgebracht.
Aan de excursie namen 58 leden deel.

Bestuursvergaderingen

Het bestuur vergaderde vijfmaal; n.l. op 16 januari, 19 maart, 29 mei, 24 september en 27 november.
Zowel de penningmeester Meena van der Velden, als de 2e secretaris Patrick van der Voort hebben hun bestuurslidmaatschap beëindigd. Laatst genoemde na 15 jaar enthousiaste inbreng in het bestuur. 
Ter vervulling van de vacature van Meena van der Velden als penningmeester is benoemd de heer Ad Moor, te Naaldwijk,

De samenstelling van het bestuur is daarmee:

Jaarboek en Publicatiecommissie

De 26e editie van het jaarboek werd in de oktobervergadering gepresenteerd. De uitgave van het jaarboek is opnieuw voorzien van een eigentijdse lay-out.
De samenstelling van de Publicatiecommissie is gewijzigd. 
In de loop van het jaar is afscheid genomen van Mevrouw T. Werner-Berkhout, K.F. van Dijk en de heer G.J.T.C. Hamel.
Daarvoor zijn in de plaats gekomen mevrouw G. Gunneweg-van Zeijl en de heren H.I.M. Groenewegen en G.C.L. van Gaalen. De heer drs. L.J.M. van den Ende is als voorzitter de stabiele factor gebleven van de Publicatiecommissie.

Ledenbestand

In het verslagjaar 2013 heeft het ledental een pas op de plaats gemaakt. 
Het aantal aanmeldingen bedraagt 21 leden.
Het aantal opzeggingen bedraagt 25 leden.
Deze cijfers resulteren in een totaal aantal leden van 537 op 31 december 2013.

We betreuren het overlijden van een zevental leden, te weten:

  • De heer T. Vreugdenhil, De Lier
  • De heer C.N.N. Brabander, Den Haag
  • De heer L.C. Voorberg, ’s-Gravenzande
  • De heer A.M. Hofman, ’s-Gravenzande
  • De heer A. B. Holstein, Den Haag
  • De heer G.L. van Woerden, Honselersdijk
  • De heer A. Verbree, Den Haag

Leen M. Valstar, secretaris

Jaarverslag 2012

Het jaar 2012 is het jaar van de Historische Buitenplaatsen. Het Genootschap heeft dat in haar programma volop aandacht gegeven. Door een lezing over de Buitenplaatsen zelf, maar ook een lezing over de tuinen van die Buitenplaatsen. De excursie was naar kasteel Duivenvoorde in Voorschoten, een goed voorbeeld van een in prachtige staat verkerende Buitenplaats en de nabije omgeving. Ook het initiatief om oude van oorsprong Westlandse bedrijven te bezoeken heeft dit jaar een vervolg gekregen door een bezoek aan van Daalen Transport.

Het begin van het jaar werd echter gedomineerd door de aandacht aan het boek ‘De Afrekening’ van Maarten van Buuren. Op 28 februari 2012 was een avond gepland om de schrijver gelegenheid te bieden het boek te presenteren en met hem in discussie te gaan. Hoewel hij op het laatste moment afzegde, slaagde het bestuur er in om een tweetal externe inleiders uit te nodigen.

Van het in 2011 verschenen boek ‘Schilders van het Westland’ is dit jaar de 2e druk verschenen, wat voor zo’n kunstboek een bijzondere gebeurtenis genoemd mag worden.

Een andere activiteit is om bij het gemeentebestuur aandacht te vragen voor onderwerpen met een historische achtergrond. Zo is in januari een brief aan B&W gezonden over de staat en toekomstige bestemming van het Oude Raadhuis in Naaldwijk. In de zomer is er aandacht gevraagd voor boerderij Bijsterveld in ’s-Gravenzand en is er ingesproken in de raadscommissie Ruimte.

Het jaarboek 2012 is in oktober in een nieuw’ jasje’ verschenen. Daarmee wordt gemarkeerd dat het de 25e editie is van een uitgave die door een liefhebber van historie graag wordt gelezen.

De aandacht voor historie duurt onverminderd en met enthousiasme voort. Het ledenaantal van het Genootschap aan het eind van het jaar bedraagt 541 leden. Kortom het Genootschap Oud-Westland is vitaal en bruist van activiteiten.

Ledenvergaderingen met lezingen

Dinsdag 14 februari hield drs. A. (Ton) A. G. Immerzeel, conservator van Westlands Museum voor Streek- en Tuinbouwhistorie een lezing over Romeinse wegen en de gracht van Corbulo in West-Nederland/Westland.
In de Romeinse tijd, van de 1ste tot en met de 3de eeuw, is het Westland tot grote economische bloei gekomen. Vooral de landbouw werd enorm uitgebreid en die speelde een belangrijke rol in de voedselvoorziening van de duizenden Romeinse soldaten die gelegerd waren langs de Rijn, de noordelijke grens van het Romeinse Rijk. Om de landbouweconomie goed te laten functioneren was er een goede infrastructuur nodig. Hiervoor werden talrijke land- en vaarwegen aangelegd in het Westlandse gebied. Het was nooit helemaal duidelijk waar die wegen zich bevonden, maar de afgelopen tien jaar zijn er in het Westland bij archeologische opgravingen verschillende ontdekkingen gedaan, die een nieuw licht werpen op het Romeinse verkeer over weg en water. Ton Immerzeel wist,  voorzien van veel beeldmateriaal, zijn gehoor te boeien. Het maakte nieuwsgierig hoe het er twee duizend jaar geleden in het Westland heeft uitgezien.
De avond werd door ca. 160 leden en belangstellenden bezocht.

De lezing op 28 februari was een ingelaste avond naar aanleiding van het verschijnen van het boek ‘De Afrekening’ van Maarten van Buuren. Zowel de auteur als drs. N.D.J.(David) Barnouw van het Nederlands Instituut voor Oorlogs Documentatie (NIOD) waren uitgenodigd. De beide sprekers zouden allereerst worden geconfronteerd met een aantal vragen, o.a. opgesteld door de redactie van het boek: “Gemeente Naaldwijk, 1940-1945”, te weten C.J.M. Bentvelzen, P.A. Smit en P.A. Vreugdenhil. Vervolgens zou onder leiding van Wil van den Bos Czn., voorzitter van het Genootschap Oud-Westland, gediscussieerd worden met de aanwezigen over het boek.
Wat betreft Maarten van Buuren mocht het helaas niet zover komen, omdat hij slechts enkele dagen voor de lezing zijn toegezegde medewerking introk. In zijn plaats kregen we voor de lezing de medewerking van de ’s-Gravenzander Ph. van den Berg, die promotieonderzoek doet naar de NSB in het Westland. Zowel lokaal als bestuurlijk. Aanleiding om dit promotieonderzoek te doen is dat daar weinig over bekend is en het een onderbelichte kant van de oorlog is. Hij hield daarover een onderhoudende lezing die de oorlogsdagen van een andere kant liet zien.
Tot slot was het de freelance journalist en publicist Eric Slot die het dossier van Piet Doelman heeft nagepluisd. Hij weerlegde een aantal beschrijvingen zoals die in het boek van van Buuren staan vermeld. Volgens de heer Slot fantaseert van Buuren soms of voert hij suggesties op als feitelijkheden, dan wel doet hij niet afdoende onderzoek en geeft slechts zijn mening weer. Daarmee is het geen historisch boek geworden maar een geromantiseerd verhaal over die oorlogsdagen. Het heeft veel tongen losgemaakt en zal dat nog wel enige tijd doen.
De avond werd bezocht door ruim 200 leden en belangstellenden.

Op woensdag 18 april hield René W.Chr. Dessing, voorzitter en initiatiefnemer van de Stichting Themajaar Historische Buitenplaatsen 2012
De lezing ging over het ontstaan en de uiteenlopende verschijningsvormen van de Nederlandse historische buitenplaatsen tussen 1600 en 1900. Aan de hand van fotomateriaal vertelde hij over de ontwikkeling van dit type landleven, stond hij stil bij sociaal historische feiten en schetste een interessant beeld van de wereld van de buitenplaatsen in vroeger tijden. Ooit was de buitenplaats een belangrijk fenomeen en belichaamde zij vooral in de huidige Randstad een bijzondere band tussen stad en land. In voorbije eeuwen telde Nederland vermoedelijk zesduizend of meer grote en kleine buitenplaatsen. Hiervan resteert nu nog slechts 10%. Deze circa 600 buitenplaatsen zijn in alle provincies te vinden.
Ook bracht hij duidelijk voor het voetlicht dat het een inspanning is om dit erfgoed te beheren en onderhouden. Vaak ontbreekt het aan de nodige geldelijke middelen. Teloorgang ligt daarom op de loer. Alle zeilen moeten worden bijgezet om dat te voorkomen.
Het was een boeiende en goed verzorgde lezing die door ca. 110 leden en belangstellenden bezocht.

Op dinsdag 16 oktober hield de heer Jan Holwerda, onderzoeker en eigenaar van het eigen bureau Groen Verleden, een lezing ‘De groene historie van onze buitenplaatsen’.
Een lezing waarin onze tuingeschiedenis werd geschetst. Het groen in onze historische tuinen en parken en op onze historische buitenplaatsen en landgoederen. Een lezing die niet zo zeer inging op de bloemen, struiken en bomen, maar veelmeer op tuin architectonische ontwikkelingen. Op de stijlen, de kenmerken, de vormen en invullingen als tuingebouwtjes, tuinsieraden e.d. Bij een breder publiek zijn aanduidingen als Franse tuin (Versailles) en Engelse landschapsstijl vaak wel bekend. Op die naamgeving valt echter wel wat aan te merken. Voor beide geldt namelijk dat genoemde landen niet alleen bepalend zijn geweest voor de uiteindelijk toegepaste stijlinvulling. En er zijn meer stijlen te onderscheiden, door de spreker werden deze nader toegelicht.
Het verhaal, de geschiedenis werd geïllustreerd aan de hand van oude prenten, foto’s, kaartmateriaal e.d. en waar mogelijk met materiaal van groene historische objecten in het Westland. Het gaf een bijzondere inkijk van deze prachtige tuinen en het gehoor werd daarin deskundig begeleid.
De lezing werd door ca. 125 leden en belangstellenden bezocht.

De laatste lezing van dit jaar was op woensdag 12 december. De titel van de lezing is “Vreemdelingen in het Westland, gezien vanuit historisch perspectief”, door Dr. Ir. A. J. Vijverberg. Migratie van boeren en arbeiders tussen vruchtbare (rijke) en dorre (arme) landbouwstreken is al oud. Vanuit de arme bergstreken in Europa trokken in het voorjaar hele rijen mensen naar de (vruchtbare) dalen om daar te zaaien, te maaien, te wieden en te oogsten. Hoogzomer trokken zij weer naar huis om hun eigen schamele oogst binnen te halen.
De ‘gastarbeiders’ werden hannekemaaiers (een samentrekking van Johan en maaier) genoemd of velings (genoemd naar het herkomstgebied West-Falen). Tussen 1815 en 1850 vestigden zich rond 150.000 hannekemaaiers blijvend in ons land.
In de tuinbouw is per ha heel wat meer werk te verzetten dan in de akkerbouw of in de veehouderij. Met de groei van de groenteteelt in onze streek, zo vanaf 1830, en het begin van het gebruik van glas, zo vanaf 1880, nam de behoefte aan arbeidskrachten gedurende een langere periode van het jaar toe. Het tijdelijk werk groeide uit tot vaste banen met vaste woonplaatsen. Uit een onderzoek van rond 1955 bleek dat in De Lier meer dan de helft van de tuinarbeiders direct of indirect (via hun vader) van buiten het Westland kwam. De noordelijke provincies en de Zuid-Hollandse en Zeeuwse Eilanden waren de belangrijkste herkomstgebieden. De benodigde arbeiders kwamen uit de perifere, geïsoleerde en dus arme gebieden van Nederland. Voor die tijd waren dat echte immigranten.
Op enthousiaste en boeiende wijze wist Aad Vijverberg het onderwerp voor het voetlicht te brengen, gelardeerd met eigentijdse en treffende voorbeelden uit recente krantenpublicaties. Een van zijn stellingen is dat vreemdelingen altijd welvaart hebben gebracht. En zijn vraag was, zijn wij ook vandaag bereid om zo tegen vreemdelingen aan te kijken?
De lezing werd bezocht door ca. 120 leden en belangstellenden.

Overige activiteiten

Oude Raadhuis Naaldwijk

Door het bestuur van het Genootschap wordt per brief van 10 januari 2012 aandacht gevraagd voor de staat en de toekomst van het Oude Raadhuis in Naaldwijk. Er is een advies uitgebracht naar het gemeentebestuur door de Monumentencommissie van de gemeente Westland om een onderzoek te doen naar de mogelijke (semi) openbare functies die op die locatie gevestigd kunnen worden. Ook wordt in het rapport de geschiedenis van het Oude Raadhuis naar voren gebracht en het belang van het gebouw in de geschiedenis van Naaldwijk.
De brief van het Genootschap, zowel als een brief van de historische vereniging Oud-Honselersdijk-Naaldwijk ondersteunen het advies van de Monumentencommissie en vestigen de aandacht op het gebouw als cultureel erfgoed en roepen het bestuur van de gemeente Westland op met gepaste voorstellen te komen om het gebouw te behouden en zo mogelijk een publieksbestemming te geven.

De hoeve Bijsterveld in ’s-Gravenzande

De gemeente Westland stelt het bestemmingsplan glastuinbouw aan de orde en houdt in dat kader een inspraakavond op 20 augustus 2012. Het Genootschap maakt van deze gelegenheid gebruik door mede namens alle historische werkgroepen en verenigingen in te spreken omtrent het belang van het behoud van de historische boerderij Bijsterveld. Deze boerderij heeft onderdeel uitgemaakt van de inmiddels verdwenen Buitenplaats Arensduin. Ook is een verzoek ingediend om de aanwijzing te starten van deze boerderij als gemeentelijk monument.
Doordat het Westland elke 50 á 60 jaar ingrijpend wijzigt zijn we er als het ware Nieuwland aan het maken. Nieuwland worden de IJsselmeer Polders genoemd, waar geen historie te bekennen is, anders dan een gezonken en half  vergane vissersboot van honderden jaren geleden. Het gemeente bestuur zal zich meer moeten inspannen om de weinige oude gebouwen voor de toekomst te behouden.

Open archievendag

Op zaterdag 3 november  is er in het gemeentehuis in Naaldwijk door het Genootschap deelgenomen aan de open archievendag 2012. Zoals gebruikelijk trok deze dag veel belangstelling en was het opnieuw een goede gelegenheid om informatie te verschaffen en nieuwe leden te werven. Ook maakten veel leden gebruik van de mogelijkheid het pas verschenen jaarboek 2012 af te halen.

Excursie en bedrijfsbezoek

In het verslagjaar is voor de tweede keer een bezoek gebracht aan een bedrijf met een Westlandse historie. Op donderdag 10 mei 2012 is van Daalen Transport bezocht.
Het bezoek startte met een lezing van de heer Aad van Daalen, die de ontwikkeling van het bedrijf door de jaren heen in beeld wist te brengen. Het was meer dan de moeite waard om de geschiedenis te horen van dit transport bedrijf gestart ongeveer 1915 in vervoer van paardenmest met paard en wagen. Na de 2e wereldoorlog met Marshallhulp gestart met het vervoer van groenten en fruit op Duitsland. Via een vestiging op de groenteveiling van Naaldwijk, een vestiging aan de Willem van Hooffstraat in Naaldwijk, in 1995 een vestiging betrokken op het Transport Centrum Westland in Maasdijk.
In 1974 is het bedrijf verkocht aan TDG (Transport Development Group) een van oorsprong Brits bedrijf en in 1998 weer teruggekocht. Vervolgens is een partnerschap aangegaan met Bos Transport, ook gevestigd op het Transport Centrum.
Ook is er een rondgang gemaakt in het bedrijf om te zien hoe enerzijds de aanvoer plaats vindt van producten en anderzijds de bevrachting van de wagens voor het internationale transport.
Alles bij elkaar meer dan de moeite van een bezoek waard.
Aan dit bedrijfsbezoek namen 46 leden deel.

De dagexcursie werd gehouden op zaterdag 9 juni naar Kasteel Duivenvoorde in Voorschoten.
Het kasteel is het stamslot van de Van Wassenaers en is door vererving van eigenaar gewisseld.
Al in 1226 wordt kasteel Duivenvoorde genoemd als “Duvenvoirt” in een akte. Omstreeks 1250 stond er een donjon –een vierkante verdedigingstoren- omgeven door een gracht en een muur. Bij een ingrijpende verbouwing en uitbreiding in opdracht van Johan van Wassenaer in 1631 kreeg het kasteel zijn huidige uiterlijk en grondplan. Al vanaf de middeleeuwen bewoonde de invloedrijke familie Van Wassenaer het kasteel. Het was een geslacht van ridders en hoogheemraadsheren. Zij bekleedden belangrijke functies aan het hof en trokken in de zomermaanden naar het ´buiten´ Duivenvoorde. De laatste verervingen hebben in de vrouwelijke lijn plaats gevonden en zo is de laatste eigenares L.H. barones Schimmelpenninck van der Oye geweest.  Zij bracht het kasteel met collectie, archieven en landgoed in 1960 onder in de Stichting Duivenvoorde.
Het bezoek en de deskundige rondleiding was zeer de moeite waard en gaf een goed beeld van deze prachtig bewaard gebleven Buitenplaats.
Aan de excursie namen 65 personen deel.

Bestuursvergaderingen

Het bestuur vergaderde vijfmaal; nl. op 18 januari, 20 maart, 5 juni, 20 september en 13 november.

De bestuursleden  Wil van den Bos Czn (voorzitter) en Wim de Smit zijn voor een nieuwe periode van 4 jaar herkozen. Ook is door de ledenvergadering ingestemd met een verhoging van de jaarlijkse donatie tot een bedrag van € 19,50.

De samenstelling van het bestuur is daarmee:

Leden:

  • H.I.M. Groenewegen
  • W.A. de Smit, communicatie en PR, info@oudwestland.nl
  • A. Vermeer, ledenadministratie

Jaarboek en Publicatiecommissie

De 25e editie van het jaarboek werd in de oktobervergadering gepresenteerd. Bij gelegenheid van deze jubileum uitgave is besloten het jaarboek van een nieuw en eigentijdse  lay-out te voorzien.
De samenstelling van de Publicatiecommissie is ongewijzigd gebleven en bestaat uit: Mevrouw T. Werner-Berkhout, en de heren K.F. van Dijk, drs. L.J.M. van den Ende (voorzitter) en G.J.T.C. Hamel.

Ledenbestand

Het aantal leden bedroeg 526 op l januari 2012. In het verslagjaar 2011 heeft zich de ledenaanwas doorgezet. Daarmee zet de opgaande lijn zich voort en mag het Genootschap zich verheugen in een groeiende belangstelling.
Het aantal nieuwe leden bedraagt 43 leden.
Het aantal opzeggingen bedraagt 26 leden.
Deze cijfers resulteren in totaal aantal leden van 542 op 31 december 2012.

We betreuren het overlijden van een viertal leden, te weten;

  • De heer J.P. Bakker, Naaldwijk
  • mevr. K.I.M. van der Hoeven, Naaldwijk
  • De heer D. van Dalen, Naaldwijk
  • De heer C. Meier, Honselersdijk

Leen M. Valstar, secretaris

Jaarverslag 2011

Het jaar 2011 kenmerkt zich als een jaar waar een gebruikelijk programma is afgedraaid. Anders dan in 2010 zijn er geen bijzondere activiteiten geweest. Hoewel, er is een nieuw initiatief ter hand genomen, namelijk het organiseren van bezoeken aan Westlandse bedrijven en vervolgens aandacht voor hun historische achtergrond. Op 28 mei 2011 is in dat kader een bezoek gebracht aan Priva in De Lier.
De belangstelling voor historie en het houden van lezingen daarover duurt onverminderd voort. Daardoor groeit het Genootschap ook dit jaar weer en was het leden aantal 526 aan het eind van het jaar. De laatste vijf jaar is het Genootschap met gemiddeld 35 leden per jaar gegroeid.
Kortom het Genootschap Oud-Westland is vitaal en bruist van de activiteiten.

Ledenvergaderingen met lezingen

Dinsdag 15 februari stond nog in het teken van het verschijnen van het kunstboek „Schilders van het Westland van 1500 tot heden‟. De heren drs. L. van Heijningen, galeriehouder van Kunstzaal van Heijningen in den Haag en drs. J.J.Th. Sillevis, oud-hoofdconservator Gemeentemuseum den Haag leverden een belangrijke bijdrage door inleidingen te houden over hun aandeel in het verschenen boek. Op verschillende, maar vooral zeer onderhoudende wijze werd ons getoond hoe naar schilderijen te kijken. De avond werd door ca. 95 leden bezocht.

Op woensdag 13 april hield drs. A. (Ton) A. G. Immerzeel, conservator van Westlands Museum voor Streek- en Tuinbouwhistorie een lezing over „De slag om Ockenburg, 10 mei 1940
Op 10 mei 1940 vielen Duitse soldaten ons land binnen. De bedoeling was om Nederland snel te veroveren en de regering en de koningin gevangen te nemen. Om dit te bereiken werden drie vliegvelden die gesitueerd waren rondom regeringscentrum Den Haag aangevallen door Duitse parachutisten. De bedoeling was om met deze verrassingsaanval de vliegvelden in te nemen, waarna Duitse soldaten per vliegtuig konden worden aangevoerd om Den Haag te bezetten. Vooral de aanval op vliegveld Ockenburgh bij Loosduinen heeft in het Westland geleid tot gevechtshandelingen en schermutselingen tussen Nederlandse en Duitse soldaten. Deze lezing gaf een overzicht van deze korte maar hevige strijd in het Westland in de meidagen van 1940.
Ton Immerzeel wist met zijn verhaal de zaal geweldig te boeien, temeer daar hij zich in detail had verdiept hoe deze eerste oorlogsdagen zich hebben voltrokken. Op bekwame en boeiende wijze wist hij dat voor het voetlicht te brengen op zodanige wijze dat de bezoekers zich terug in de tijd waanden.
Het bezoekers aantal van de lezing overtrof de verwachtingen en met een aantal van ca. 180 toehoorders puilde de zaal bijna uit. Er kon met recht gesproken worden van een zeer geslaagde avond.

Op woensdag 12 oktober hield de heer J.A. Karssen, burgemeester van Maassluis een lezing met de titel „Dan liever met Groen van Prinsterer alleen‟. Het is de titel van een boek wat verscheen na de afronding van zijn onderzoek in het kader van zijn studie over de Anti–Revolutionaire Partij, en in het bijzonder hoe dat was in Maassluis.
In 1888, vlak na de “Doleantie”, een kerkscheuring in de Nederlands Hervormde Kerk in 1886, doet Kuyper een dringend beroep op zijn „kleine luyden‟ om zich politiek te organiseren. De boodschap wordt in Maassluis opgepakt en ds. J. Vonk, richt met een aantal geestverwanten de ARP kiesvereniging „Vreest God, eert den Koning‟ op. In de eerste jaren richt de kiesvereniging zich nadrukkelijk op de grote principiële kwesties als christelijk onderwijs en de uitbreiding van het kiesrecht, maar ook op de lokale principes over de kermis, de sluiting van de cafe’s op zondag en de kwestie van het sporten op zondag. Door de komst van AR-burgemeester Dommisse worden er een aantal beginselen ingevuld. De ARP-ers strijden volop met de liberalen en de Christelijk-Historischen.
Na de invoering van het algemene Kiesrecht komen ook in Maassluis de sociaal- democraten in beeld. Er wordt heel lang politiek gevochten over de aanleg van een nieuwe haven. Toen dat niet doorging kwam de ontwikkeling van de Kapelpolder in beeld. De gemeente leed daar grote verliezen. De ARP heeft ook een lange periode in de oppositie verkeerd. Omdat het in de stad financieel slecht ging overwogen de ARP-ers serieus Rotterdam te annexeren. In de crisisjaren stelden de mannenbroeders zich furieus op tegen het Nationaal Socialisme. De ARP-ers lieten zich zeker beïnvloeden door de Gereformeerde kerk en door de landelijke partij. Jan Schouten leerden hen zelfstandig te denken en niet te knippen en te buigen voor „hen die boven u zijn gesteld‟. Dat is wel de lijn die in Maassluis is gebleven.
De lezing werd door 44 personen bezocht.

De laatste lezing van dit jaar was op woensdag 7 december. De lezing werd verzorgd door de heer J.Buskes, archivaris bij het Historisch Archief Westland over de recente geschiedenis van het Westland die door filmbeelden tot leven komen.
Kilometers archieven, kranten, tekeningen, foto’s en talloze publicaties geven een prachtig beeld van de eeuwenoude historie van het Westland. Maar de recente Westlandse geschiedenis komt pas echt tot leven bij het zien van bewegend beeld; sigaren rokende Westlanders tussen platglas, met de schuit naar de veiling, giechelende dames aan het krenten.
Jan Buskes vertelt over het project “Historie in de bibliotheek” (verzamelen en digitaliseren van oud Westlands filmmateriaal) en vertoont ca. een uur oud filmmateriaal, afkomstig uit de privécollecties van vele Westlanders.
De avond bleek een groot succes, want ruim 180 personen bezochten de avond en waren enthousiast over de getoonde beelden.

Overige activiteiten

Boomawatering
Door de gemeente Westland is een bestemmingsplan ter visie gelegd met betrekking tot de herinrichting van de Boomawatering. Door de werkgroep Oud-Monster is een zienswijze naar de gemeente ingebracht met betrekking tot de herstructurering van dit gebied en het respecteren van de historische loop van de Booma voor zover nodig het herstellen ervan. Deze oude getijde kreek , die zijn oorsprong vindt in het centrum van Monster, loopt door het gehele gebied heen en is in eigendom van het Hoogheemraadschap Delfland. Door het Genootschap is de reactie van de werkgroep Oud-Monster door een brief naar de gemeente ondersteund.

Joodse begraafplaats in Naaldwijk
De gemeente Naaldwijk heeft de Joodse begraafplaats in Naaldwijk op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. Het Genootschap heeft bij de gemeente gevraagd naar een renovatie en onderhoudsplan van deze begraafplaats.

Historische markt Hofboerderij Wateringen
Op zaterdag 15 oktober is er in de Hofboerderij in Wateringen door het Genootschap deelgenomen aan een historische markt. Zoals gebruikelijk trok deze dag veel belangstelling en was het opnieuw een goede gelegenheid om informatie te verschaffen en nieuwe leden te werven.

Excursie en bedrijfsbezoek

In het verslagjaar is voor de eerste keer een bezoek gebracht aan een bedrijf met een Westlandse historie. Op zaterdag 28 mei is Priva in De Lier bezocht. Het was voor ons een openbaring om te vernemen waar Priva zich, ook buiten de tuinbouw, zoal mee bezig houdt. De presentatie van de heer Jan Prins en de rondleiding door het energie-bewuste kantoor was verrassend. Een dergelijk bedrijfsbezoek was een experiment. Gelet op de grote belangstelling is besloten dit het komende jaar voort te zetten.
Aan dit bedrijfsbezoek namen 79 personen deel.

De dagexcursie werd gehouden op zaterdag 11 juni naar “Fort aan den Hoek van Holland”, Nederlands Militair Kustverdedigingmuseum. Onder deskundige begeleiding werd niet alleen een rondgang gemaakt door het fort als museum, maar werd ook uitgebreid stil gestaan bij zijn rol als verdedigingswerk van de vesting Holland.
Het Nederlands kustverdedigingmuseum is gevestigd in het voormalig pantserfort te Hoek van Holland. Dit fort is destijds gebouwd aan de Nieuwe Waterweg ter verdediging van de Rotterdamse haven tegen vijandelijke oorlogsschepen.
Het meer dan honderd jaar oude bouwwerk met zijn vele kamers, gangen en trappen geeft een goede indruk van een kustverdedigingfort en hoe soldaten in zo’n fort leefden. Het vormt thans de behuizing van het Nederlands Kustverdedigingmuseum en wordt beheerd door de stichting “Fort aan den Hoek van Holland”, een 100% vrijwilligersorganisatie.
Aan de excursie namen 53 personen deel.

Bestuursvergaderingen

Het bestuur vergaderde vijfmaal; n.l. op 18 januari, 22 maart, 10 mei, 14 september en 8 november.
Het bestuurslid P (Patrick). Van der Voort is voor een nieuwe periode van 4 jaar herkozen.

De samenstelling van het bestuur is daarmee:

Voorzitter:
W. van den Bos Cznvan der Does de Willeboisstraat 15voorzitter@oudwestland.nl
2291 PX, Wateringen
Secretaris:
L.M.ValstarHondsdraf 31secretaris@oudwestland.nl
2671 DM, Naaldwijk 
2e Secretaris:
P. van der VoortBospolder 31
2675 BM, Honselersdijk
Penningmeester:
M.J.B.M. van der Velden – de RooijGuldenland 43
2291 VH Wateringen
Leden:
H.I.M. GroenewegenBereklauw 3
2671 WZ Naaldwijk
W.A. de SmitDe Backerstraat 97info@oudwestland.nl
2685 TD Poeldijk

Jaarboek en Publicatiecommissie

De 24e editie van het jaarboek werd in de oktobervergadering gepresenteerd.
De samenstelling van de Publicatiecommissie is ongewijzigd gebleven en bestaat uit: Mevrouw T. Werner-Berkhout, en de heren K.F. van Dijk, drs. L.J.M.van den Ende (voorzitter) en G.J.T.C. Hamel.

Ledenbestand

Het aantal leden bedroeg 511 op l januari 2011. In het verslagjaar 2011 heeft zich de ledenaanwas doorgezet. Daarmee zet de opgaande lijn zich voort en mag het Genootschap zich verheugen in een groeiende belangstelling.
Het aantal nieuwe leden bedraagt 28 leden.
Het aantal opzeggingen bedraagt slechts 16 leden.
Deze cijfers resulteren in totaal aantal leden van 526 op 31 december 2011.

We betreuren het overlijden van een viertal leden, te weten;
De heer J.J. van Schie, Naaldwijk
Mevrouw Smits, Wateringen
De heer J.F.J. Verbeek, Honselersdijk
De heer Th. P. v.d. Zalm, Naaldwijk

Leen Valstar, secretaris

Jaarverslag 2010

Het jaar 2010 kenmerkt zich als een bijzonder jaar. Opgericht in 1935 is op 27 maart 2010 het 75- jarig jubileum in een feestelijke bijeenkomst gevierd in de prachtige Dorpskerk in „s-Gravenzande.
Op 27 november is het prachtige kunstboek “Schilders van het Westland “ van 1500 tot heden gepresenteerd. Voor het eerst worden de artistieke kanten van het Westland belicht, nadat het zijn allure nagenoeg uitsluitend had ontleend aan de tuinbouw. Dit gebeurt samen met de presentatie in een drieluik van het Museum het Prinsenhof in Delft, Het Westlands Museum in Honselersdijk en Kunstzaal van Heijningen in den Haag.

Door het naar buiten treden van het Genootschap gaat er een permanente uitnodiging uit naar geïnteresseerden om lid te worden. Daardoor groeit het Genootschap ook dit jaar weer en wordt de grens van 500 leden overschreden. De laatste vier jaar is het Genootschap met gemiddeld 40 leden per jaar gegroeid.
Kortom het Genootschap Oud-Westland is vitaal en bruist van de activiteiten.

Feestelijke jubileum bijeenkomst op 27 maart in de Dorpskerk te ‟s-Gravenzande.
Door de voorzitter Wil van den Bos Czn werd een feestrede uitgesproken, waarvan de tekst integraal is opgenomen in het jaarboek 2010. Dat zelfde geldt voor de lezingen die zijn verzorgd door prof. dr. Jaap J. van Duijn, “Crisis en innovatie in de tuinbouw”, en dr. Johan Joor, “Staat, straat en strand in Nederland in de Napoleontische tijd”.
De bijeenkomst werd door ongeveer 225 leden bezocht.

Ledenvergaderingen met lezingen.

Op woensdag 10 februari hield Annette de Wit een lezing over “Zeevarende gemeenschappen” met extra aandacht voor Ter Heijde.
Zij heeft extra aandacht besteed aan Ter Heijde in vergelijking met andere vissersplaatsen als Maassluis en Schiedam. Ondanks het feit, dat haar wat Ter Heijde betreft niet zoveel bronnen ter beschikking staan, heeft zij toch kans gezien het leven in tal van zijn facetten in dit vissersdorp uit de zeventiende eeuw te reproduceren. Ze heeft daartoe een enorme hoeveelheid feitenkennis opgedoken uit de archieven van de betrokken plaatsen. Met name heeft zij veel aandacht besteed aan de rol van de vrouw in de visserij, die niet alleen bestond uit het boeten van netten en dergelijke. Ook over hun rechtspositie wist zij interessante zaken te vertellen. Met name over het innen van erfenissen. Vaak hadden zij ook een rol bij de afzet van de vis. Ook het zeemanshuwelijk, waarbij heimwee, ongerustheid en overspel een rol speelden, werd niet vergeten. De lezing werd geboeid door de aanwezigen gevolgd en bleek een goede inkijk te geven van het leven in genoemde havenplaatsen.
Van haar hand is over dit onderwerp een boek verschenen, dat op boeiende wijze het leven in die vissersplaatsen schetst. De lezing werd bezocht door ca. 140 leden.

Op dinsdag 20 april hield dr. Thimo de Nijs een lezing over „De verdwenen middenstand van het Westland
Rond 1900 was een bloeiperiode van de kleine buurtwinkels. Daarnaast waren er veel straatventers. In zijn boek “Op zoek naar de verdwenen middenstand” (Hilversum 2007) schrijft Thimo de Nijs dat begin 20ste eeuw ook de typische middenstandsmentaliteit ontstond. Hij geeft een aantal kenmerken: hard werken, familiezin, zelfstandigheid en een zeker wantrouwen ten opzicht van de overheid. Veel winkeliers hadden niet zo‟n behoefte aan „bescherming‟ zoals bijvoorbeeld de regulering van de winkeltijden in de wet van 1930.
De winkel op de hoek werd meestal gedreven door een echtpaar. Ook de kinderen moesten meewerken, bijvoorbeeld door de boodschappen rond te brengen of de zaak te vegen. Voor weduwen was een winkeltje vaak een manier om met haar kinderen te overleven.
De kleine zelfstandige winkelier werd vanaf het begin van de 20ste eeuw bedreigd door verschillende vormen van het grootwinkelbedrijf. Daartoe behoorden warenhuizen zoals de HEMA (opgericht in 1926) en het filiaalbedrijf, zoals Albert Heijn. Filiaalbedrijven konden kosten besparen door op grote schaal in te kopen of zelf te produceren en gezamenlijk reclame maken.
Het aantal bezoekers bedroeg ca. 90 personen.

Op dinsdag 5 oktober hield Henk Willemsen een lezing over Franciscus Verburch, de Druivenpastoor.
Pastoor Magister Franciscus Verburch was de eerst benoemde pastoor in het Westland. Hij combineerde zijn priesterstudie met een academische opleiding. Studeerde in 1645 af als Magister en werd op 6 december 1646 in Amsterdam tot priester gewijd. Vanaf 24 augustus 1647 was hij pastoor van ‘t Westland.
Verburch voerde een constante strijd tegen de armoede en werd daarin gesterkt door zijn bijzondere positie t.o.v. het Huis van Oranje, het Huis van Stuart en zijn relatie tot de familie „Van Oldenbarneveldt‟. Hij vervulde daarbij een duidelijke scharnierfunctie tussen de kennis van de monniken in de uithoven en de ontwikkeling van de tuinbouw in deze streken.
In een goed verzorgde presentatie trachtte de inleider een beeld uit het leven van pastoor Verburch tot leven te brengen, hem te schilderen in zijn tijd. Ongeveer 135 leden waren op deze lezing af gekomen.

De laatste lezing van dit jaar was op woensdag 1 decemberdr. Ronald Prud’Homme van Reine nam ons mee terug in de tijd naar De admiraliteit van Rotterdam en Willem van de Velde de Oude en het Westland.
De bloei van de zeevaart was een van de fundamenten van de rijkdom van de Nederlandse Republiek. Deze bloei leidde ook tot een groot aantal oorlogen.
De befaamde zeeschilders en tekenaars Willem van de Velde, vader en zoon, waren getuige van diverse zeeslagen en dienen de auteur daarom als voorname bron. In Prud’homme van Reines lezing stond de samenhang tussen het maatschappelijk leven en de ‘gouden vloot’ centraal. Hoe werd de vloot gefinancierd en georganiseerd, hoe kon er zoveel invloed uitgeoefend worden op de cultuur van de Gouden Eeuw, en waarom trad er binnen enkele decennia al een kentering op in dit succesverhaal? Opkomst en ondergang van Nederlands gouden was een interessante lezing die de zeventiende-eeuwse zeevarende natie tot leven bracht.
Hoewel de eerste winterse sneeuw in ruime hoeveelheid neerdwarrelde waren toch nog ca 80 personen naar de lezing gekomen.

In dit jaaroverzicht mag zeker niet ontbreken dat op 27 november het boek “Schilders van het Westland van 1500 tot heden” is gepresenteerd.
Op initiatief en door de niet aflatende energie van Maarten van der Schaft is een prachtige verzameling schilderijen over het Westland „bij elkaar gebracht‟, beschreven en gefotografeerd door Ron Nieuwenhuizen. Het Genootschap heeft hieraan graag platform geboden en het uitgeven van het boek mogelijk gemaakt, samen met uitgeverij Scriptum Art te Schiedam.
Daarbij mogen ook niet belangrijke subsidie verleners en sponsoren vergeten worden. In de pers is ruim aandacht voor het project geweest en ook museaal is er veel aandacht. Het Prinsenhof in Delft, het Westlands Streekmuseum en de Kunstzaal van Heijningen wijden tentoonstellingen aan de beschreven schilderijen.
Het is redelijk uniek dat deze artistieke kant van het Westland is getoond.

Excursie

De dagexcursie werd gehouden op zaterdag 12 juni naar Schipluiden en stond onder leiding van Jacques Moerman. We werden ontvangen in „Op Hodenpijl‟, de kerk bezocht en stilgestaan bij de historie ervan en het omringende gebied. Daarna naar het dorp Schipluiden, waar een bezoek is gebracht aan de kasteelruïne van Keenenburg. Vervolgens waren in de oude Dorpskerk veel herinneringen aan dit kasteel te zien. Een korte dorpswandeling gemaakt en daarna het Museum Het Tramstation bezocht met o.a. vondstmateriaal van de Keenenburg. Alles bij elkaar een boeiende excursie onder bekwame leiding.
De excursie werd bezocht door ca. 65 personen.

Bestuursvergaderingen

Het bestuur vergaderde vijfmaal; n.l. op 19 januari, 29 maart, 18 mei, 7 september en 8 november.

In de jaarvergadering op woensdag 10 febr. is er afscheid genomen van penningmeester Max van der Spek, die de functie van penningmeester 16 jaar heeft vervuld. De voorzitter Wil van den Bos Czn bedankt Max voor het vele en toegewijde werk wat hij voor het Genootschap heeft gedaan. Ook mevrouw van der Spek wordt daarin betrokken omdat zij een heel aantal jaren de administratie heeft gevoerd van het ledenbestand en de productie van de convocaties voor de lezingen en jaarvergaderingen heeft verzorgd.
Later in het jaar, voor Koninginnedag, kreeg Max van der Spek de versierselen opgespeld van Lid in de Orde van Oranje-Nassau door Sjaak van der Tak, burgemeester van de gemeente Westland.
De heer van der Spek wordt gecomplimenteerd voor het zorgvuldige, lees zuinige, beheer van de financiën. Het is elk jaar weer verrassend dat het Genootschap met de contributie van op dit moment € 15 de kosten kan dekken. En de administratie werd gevoerd middels een tabellarisch kasboek, wat in de huidige tijd vermeldenswaard is.
In de ontstane vacature wordt mevrouw M.J.B.M. (Meena) van der Velden door de vergadering verkozen als nieuw bestuurslid, als beoogd opvolger van de penningmeester Max van der Spek.

De samenstelling van het bestuur wordt daarmee:

Voorzitter:    
W. van den Bos Cznvan der Does de Willeboisstraat 15voorzitter@oudwestland.nl
 2291 PX, Wateringen 
Secretaris:  
L.M.ValstarHondsdraf 31secretaris@oudwestland.nl
 2671 DM, Naaldwijk  
2e Secretaris:  
P. van der VoortBospolder 31 
 2675 BM, Honselersdijk 
Penningmeester:  
M.J.B.M. van der Velden – de RooijGuldenland 43 
 2291 VH Wateringen 
Leden:  
H.I.M. GroenewegenBereklauw 3 
 2671 WZ Naaldwijk 
W.A. de SmitDe Backerstraat 97info@oudwestland.nl
 2685 TD Poeldijk 
Mevrouw T. Werner-Berkhout Kerkweg 40 
 3155 EE Maasland 

Jaarboek en Publicatiecommissie

De 23e editie van het jaarboek van het 75-jarig Jubileumjaar werd in de oktobervergadering gepresenteerd. Het jaarboek was extra dik met onder andere de feestrede van de voorzitter en de beide lezingen die op 27 maart zijn uitgesproken.
De samenstelling van de Publicatiecommissie is ongewijzigd gebleven en bestaat uit: Mevrouw T. Werner-Berkhout, en de heren K.F. van Dijk, drs. L.J.M. van den Ende (voorzitter) en G.J.T.C. Hamel.

Ledenbestand

Het aantal leden bedroeg 456 op l januari 2010. In het verslagjaar 2010 heeft zich de ledenaanwas doorgezet. Daarmee zet de opgaande lijn zich voort en mag het Genootschap zich verheugen in een groeiende belangstelling.
Het aantal nieuwe leden bedraagt 67 leden.
Het aantal opzeggingen bedraagt slechts 15 leden.
Deze cijfers resulteren in totaal aantal leden van 511 op 31 december 2010.

We betreuren het overlijden van een tweetal leden, te weten;
De heer L.M. v.d. Ban, de Lier
De heer J.A. van der Eyk, Naaldwijk

Leen Valstar, secretaris

Jaarverslag 2009

In onderstaand verslag wordt duidelijk dat de geschiedenis van de regio Westland in toenemende mate in de belangstelling staat. We zien een gestaag groeiend aantal deelnemers bij de lezingen. Mensen vinden het steeds interessanter in de historie te duiken.

Ledenvergaderingen met lezingen

Op woensdag 11 februari 2009 gaf drs. Jasper de Bruin een lezing handelend over de Romeinse tijd in het Westland en welke rol de nederzetting te Naaldwijk daarin speelde.
Aan de Zuidweg, even ten zuiden van de dorpskern van Naaldwijk, is een groot aantal sporen en vondsten uit de Romeinse tijd en de Middeleeuwen te voorschijn gekomen. De onderzoekslocatie ligt op een steenworp afstand van de opgravingen van Jan Hendrik Holwerda, die in de jaren 30 van de vorige eeuw al uitgebreid onderzoek deed naar de restanten van wat hij dacht een inheems-Romeinse nederzetting. Holwerda’s vermoedens klopten gedeeltelijk, want na een inheems-Romeinse fase ontstond tegen het einde van de 2de eeuw een nederzetting die zich nauwelijks laat vergelijken met andere Romeinse vindplaatsen uit de regio. Hoewel de aanwijzingen zich opstapelen dat zich ergens in de directe omgeving een steunpunt van de Romeinse vloot (de Classis Germanica Pia Fidelis) moet hebben bevonden, is de verwachting van Romeinse militaire aanwezigheid in de nederzetting maar ten dele uitgekomen. Het relatief kleine onderzochte oppervlak is slechts een kijkgat gebleken in een complexe nederzetting, waarvan de lay-out zich nog het meest laat vergelijken met die van een Romeinse vicus. Uit de sporen uit de Vroege-Middeleeuwen, destijds door Holwerda als “Frankisch” bestempeld, konden de plattegronden van tenminste twee boerderijen worden gereconstrueerd. Sporen van bewoning uit deze periode zijn voorafgaand aan het onderzoek nog nauwelijks in dit deel van Nederland aangetroffen. „De nederzetting te Naaldwijk II- Terug naar de sporen van Holwerda‟ slaat een brug naar het inmiddels 70 jaar oude onderzoek en geeft daarmee de aanzet tot nieuwe ideeën over de rijke bewoningsgeschiedenis van Naaldwijk.
Jasper de Bruin bleek niet alleen een zeer deskundig en gemotiveerde onderzoeker te zijn, maar wist ook op enthousiaste wijze de zaal te boeien en mee te nemen naar twee duizend jaar geleden. De lezing werd bezocht door ca. 140 personen.

Op dinsdag 21 april 2008 hield dr. Charles van Leeuwen een lezing over Stalpart van der Wiele, Werken aan vrede en verzoening in het Westland anno 1621.
Al op jonge leeftijd werd Charles van Leeuwen geboeid door Stalpart en wijdde hij er als scholier een scriptie aan. Toen hij een onderwerp voor een proefschrift zocht kwam hij als vanzelf bij Stalpart terecht. Een overweging daarbij was, dat hij enkele jaren in Italië heeft gewoond en in zijn liederen – niet zelden met Italiaanse melodieën- tal van Italiaanse heiligen bezingt.
Politiek verantwoordelijken voor vredesonderhandelingen besteden steeds meer aandacht aan wat we wel aanduiden als ‘healing sick memories’, het omgaan met collectieve geweldstrauma’s en doorziekende vijandsbeelden in oorlogsgebieden. Er is geen duurzame vrede mogelijk als er niet eerst een verzoening heeft plaatsgevonden, in werkelijkheid én in het levende geheugen van mensen. Het samen leren verwerken van geweldservaringen is een belangrijke factor geweest in het welslagen van het vredesproces in Noord-Ierland, terwijl het niet hanteerbaar zijn van die ervaringen een vredesoplossing in gebieden als Palestina, Ruanda en Kosovo in de weg blijft staan. Welke manieren zijn er om een ziek geheugen te behandelen?
Met deze vraag in ons achterhoofd zouden we opnieuw willen kijken naar de tijd van de Tachtigjarige Oorlog: hoe beleefden mensen de (burger)oorlog en hoe gingen ze om met traumatische gebeurtenissen als de Beeldenstorm, invasies van vijandelijke legermachten, politiek en religieus radicalisme en telkens oplaaiend geweld? In het bijzonder kijken we naar het werk van de in Den Haag geboren en in Delft en omstreken werkzame priester Jan Baptist Stalpart van der Wiele (1579-1630), een missionaris die zijn pastorale activiteiten en literaire oeuvre in dienst stelde van het werk voor vrede en verzoening. Hij overleed op een moment toen de oorlog op zijn hevigst was en de tegenstellingen onoverbrugbaar leken: hij heeft zijn vredesdroom dan ook niet op aarde verwezenlijkt gezien. Zijn levensverhaal en geschriften zijn evenwel een aangrijpende bron van de hoop op vrede, visionair verwoord en hartstochtelijk beleden.
Voor de eerste keer in de geschiedenis van het Genootschap werd er tijdens de lezing door de inleider met veel passie een lied gezongen. Een van de vele liederen die door Stalpart van der Wiele was geschreven.
De lezing werd bezocht door ca. 80 personen.

Op woensdag 7 oktober 2009 zou drs. Annette de Wit een lezing houden over Zeevarende gemeenschappen met extra aandacht voor Ter Heijde, ware het niet dat zij op de dag zelf zich ziek moest melden en niet in staat was de lezing te houden.
Jacques Moerman uit Schipluiden is onmiddellijk bereid de taak van Annette de Wit over te nemen. Onder de titel ‘Het vervoer over vaarten en vlieten in en om Delfland’ gaat hij enthousiast aan de slag.
Vanaf de Middeleeuwen tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw werden de waterwegen van Delfland intensief gebruikt voor het vervoer. Het zeil, de roeiriem, het trekpaard en de vaarboom waren belangrijke hulpmiddelen om de schepen voort te bewegen. Veel boerderijen waren georiënteerd op het water, evenals een aantal kastelen en buitenplaatsen.
Aardig is het feit, dat de pastoor van de kerk bij Hodenpijl een eigen schuitje had waarmee hij de parochianen bezocht. Kortom: Moerman redt de lezingavond in Monster op voortreffelijke wijze.
In de streek herinneren rolpalen, boogbruggetjes, vaarsloten en jaagpaden nog altijd aan de regionale scheepvaart. Verdwenen zijn de windassen, botenhuizen en secreten langs het water.
In de lezing wordt uitgebreid aandacht besteed aan het groentevervoer naar de veiling en de vrachtvaarders van Schipluiden. We volgen de trekschuitroute van Den Haag (Rijswijk) naar Rotterdam en die van Delft naar Vlaardingen/Maassluis. De spreker gebruikt naast opnamen van huidige situaties ook afbeeldingen van oude kaarten, prenten en schilderijen.
Hoewel ongetwijfeld Heijenaars en inwoners van Monster speciaal voor de zeevaart gekomen zijn, maken ze toch een uiterst boeiende avond mee. Geen zout water dus, maar zoet. Op voortreffelijke wijze viel Jacques Moerman in en bezorgde de aanwezigen een boeiende avond.
De lezing werd bezocht door ca 130 leden.

Op dinsdag 1 december 2009 was het opnieuw Jacques Moerman die de lezing verzorgde in de Hoornbloem in den Hoorn. Ook de leden van de Historische Vereniging Oud Schipluiden ontvingen een uitnodiging voor deze lezing.
De titel van de lezing was „Kastelen en buitenplaatsen in en om Midden-Delfland‟.
In en om Midden-Delfland hebben zo’n zestien kastelen gelegen, waaronder vier in Schipluiden, namelijk Groeneveld, Hodenpijl, Dorp en Keenenburg. De ontwikkeling van de kasteelbouw in West-Nederland is in Midden-Delfland goed te volgen. De Hoekse en Kabeljauwse twisten, de Tachtigjarige Oorlog en de Franse tijd maakten achtereenvolgens een einde aan de adellijke huizen in de vermelde regio. In Groeneveld en Hodenpijl ontstonden later buitenplaatsen van voorname stedelingen. Opgravingen en veldverkenningen hebben in de laatste decennia veel extra informatie over deze huizen bekend gemaakt.
Met behulp van een uitgebreid beeldoverzicht schetste Jacques Moerman de geschiedenis van de kastelen en buitenplaatsen van Midden-Delfland in het algemeen en van Schipluiden in het bijzonder. In de lezing werd niet alleen aandacht besteed aan de huizen en bewoners, maar ook aan de sporen in het landschap vroeger en nu.
Opnieuw was het een boeiende en inspirerende lezing die door het grote aantal van ca. 230 personen werd bezocht.

Joodse begraafplaats

Het Genootschap verzocht de gemeente Westland de Joodse begraafplaats aan de Opstalweg in Naaldwijk op de monumentenlijst te plaatsen. De begraafplaats dateert uit 1794 en in 1929 heeft de toenmalige gemeente Naaldwijk de begraafplaats overgenomen van de Nederlands Israëlitische Gemeente uit Den Haag. Gelukkig heeft de gemeente gevolg gegeven aan ons verzoek. Het Genootschap zal de gemeente verzoeken om een onderhoudsplan voor de begraafplaats vast te stellen.

Excursie

De dagexcursie werd gehouden op zaterdag 13 juni naar Delft.
We zijn ontvangen in de Nonnerie aan het St. Agathaplein gelegen achter het Prinsenhof. De excursie bestond uit een wandeling „in de voetsporen van Stalpart van der Wiele‟.
Onder leiding van gidsen van het Gilde Delft bezochten we o.a. het Begijnhof, de Oud Katholieke Kerk, Hippolytuskapel, Remonstrantse Gemeente. Dit waren (schuil)kerkjes waar veel over te vertellen was.
Het aantal deelnemers van de excursie was 51 personen.

Het aantal bezoekers van de lezingen in 2009 had een gemiddelde van ca. 145 personen, aanzienlijk hoger dan ooit.

Bestuursvergaderingen

Het bestuur vergaderde viermaal; n.l. op 21 januari, 31 maart, 15 september en 11 november.

Het bestuur bestaat uit de volgende personen:
Voorzitter: W. van den Bos Czn, van der Does de Willeboisstraat 15  2291 PX, Wateringen  voorzitter@oudwestland.nl
Secretaris: L.M. Valstar, Hondsdraf 31  2671 DM, Naaldwijk  secretaris@oudwestland.nl
2e Secretaris: P. van der Voort, Bospolder 31  2675 BM, Honselersdijk
Penningmeester: M.A.J. van der Spek, Doys v.d. Doesstraat 43  2678 TV, De Lier
Leden:
H.I.M. Groenewegen, Bereklauw 3  2671 WZ Naaldwijk
W.A. de Smit, De Backerstraat 97  2685 TD Poeldijk
Mevrouw T. Werner-Berkhout, Kerkweg 40  3155 EE Maasland

Jaarboek en Publicatiecommissie

De 22e editie van het jaarboek werd in de oktobervergadering gepresenteerd. De samenstelling van de Publicatiecommissie is ongewijzigd gebleven en bestaat uit: Mevrouw T. Werner-Berkhout, en de heren K.F. van Dijk, drs. L.J.M.van den Ende (voorzitter) en G.J.T.C. Hamel.

Ledenbestand

Het aantal leden bedroeg 441 op l januari 2009. In het verslagjaar 2009 heeft zich de leden aanwas doorgezet, die in 2007 was begonnen. Daarmee zet de opgaande lijn zich voort en mag het Genootschap zich verheugen in een groeiende belangstelling.
Het aantal nieuwe leden bedraagt 37 leden.
Het aantal opzeggingen bedraagt slechts 12 leden.
Deze cijfers resulteren in totaal aantal leden van 456 op 31 december 2009.

We betreuren het overlijden van negen leden, te weten;
De heer H.A.C. Steentjes, Naaldwijk
De heer W. van Soest, den Haag
De heer P. Hofman, Naaldwijk
De heer A.A. Langerak, Wateringen
De heer L. Gijsberts, den Haag
De heer F.C. Groen, Wateringen
De heer L. Bravenboer, Hoek van Holland
Mevrouw J.D. van Velden-van Baalen, ‘s-Gravenzande
Mevrouw J. van Eendenburg-v. Baalen, ‘s-Gravenzande

In Memoriam F.C. Groen

Op 9 oktober is te Wateringen op 89–jarige leeftijd overleden de heer F.C. Groen. De heer Groen is van 1976 – 1990 bestuurslid geweest van het Genootschap Oud-Westland en was gedurende een belangrijk deel van die periode notulist van de vergaderingen. Hij was in 1976 met o.a. de heer M.C.M. van Adrichem een van de her-oprichters van het Genootschap na het aftreden van de heer J. Emmens.
In 1984 heeft hij het archief van het Genootschap op orde gebracht.
Voor het Historisch Jaarboek Westland schreef hij een vijftal artikelen over Wateringse onderwerpen. Naast zijn inzet voor het Genootschap was hij actief in de Historische Werkgroep Oud-Wateringen en Kwintsheul en voor het Museum voor Streek- en Tuinbouwhistorie.

Leen Valstar, secretaris