Eerste Jaarboek 37 voor pastoor en dominee

Het Historisch Jaarboek Westland 2024 is op zaterdag 7 september in de Domkerk in De Lier aangeboden aan pastoor Jaap Steenvoorden en dominee Lennert van Berkel. De keuze voor de twee geestelijken en de Domkerk is niet toevallig. In het boek is een artikel opgenomen over de eerste protestantse predikant van de Domkerk, Arend Dirkz Vos.

Arend Vos was aanvankelijk rooms katholiek priester maar werd gaandeweg een overtuigd aanhanger van de nieuwe leer. Hij hield in De Lier zijn eigen beeldenstorm door het zilver van het beeld van Sint Joris te slopen en het hout in het vuur te werpen onder de brouwketel van zijn bier. Het liep slecht af met Vos toen hij in handen viel van de inquisitie. Omdat hij weigerde zijn ‘ketterse’ opvattingen te herroepen stierf hij in 1570 de marteldood. Hij werd gewurgd en zijn lichaam belandde op de brandstapel.

Geuzenliederen

Auteur van het artikel in het jaarboek over Arend Vos is de Zoetermeerse historica, Eveline van der Pool. Zij gaf in de Domkerk een lezing over Arend Dirkz Vos, een vroegmoderne martelaar in de media. In de 16de eeuw nam de drukkunst een hoge vlucht. Daardoor raakten nieuwe religieuze opvattingen snel verspreid. Als uiting van verzet tegen de Spaanse overheersing in de Nederlanden ontstonden de geuzenliederen. In 1581 werd een zogenoemd ‘geuzenliedboek’ uitgegeven waarin twee liederen van Arend Vos werden opgenomen.

Een lied was van de hand van Vos zelf, het andere ging over zijn terechtstelling. De tekst van het lied: ‘slaat op de trommele’ is van Arend Vos en stamt uit de periode na 1566 toen een verbod op de hagenpreken was afgekondigd. Het verbod werkte averechts. Er kwamen meer bezoekers naar de hagenpreken en Vos schreef zijn lied met scherpe kritiek op de Spaanse inquisitie. Eveline van de Pool liet een moderne uitvoering van het lied horen. Het lied kreeg nieuwe actualiteit toen het in 1944 in een oplage van duizend exemplaren werd herdrukt om het verzet tegen de Duitse bezetter te inspireren.

Raad van Beroerte

Een aantal de liederen uit de 16de eeuw bespotte de priesters en de Heiligheid van de paus. De hertog van Alva reageerde na zijn aankomst in de Nederlanden onverbiddelijk  en richtte de Raad van Beroerten op. Rond de 8950 mensen werden schuldig bevonden  aan majesteitsschennis en ketterij. Vos wist twee keer de dans te ontspringen maar de derde keer volgde arrestatie. Hij werd samen met drie andere ‘ketterse’ priesters opgesloten. Drie jaar later op 30 mei 1570 werden de vier priesters in Den Haag terecht gesteld. Door de verspreiding van liederen en pamfletten kreeg het volk waardering voor de standvastigheid van de ter dood veroordeelden.

Pastoor Steenvoorden sprak zijn schaamte uit over onverdraagzaamheid en machtsmisbruik. Hij memoreerde dat er in Monster net zoals in De Lier protestantse en katholieke martelaren zijn. ,,Was het maar geschiedenis’’, verzuchtte Steenvoorden. ,,Als je nu naar de wereld kijkt, leren mensen het nooit.’’ Dominee Van Berkel zag ook in dit opzicht weinig vooruitgang: ,,Tijdens mijn Bijbellessen worden wij soms geconfronteerd met genocide en dat deze zich vandaag in Israël herhaalt, vervult mij met schaamte.’’

Foto’s: Willem de Bruijn, Frank de Klerk

Eerste Jaarboek 37 voor pastoor en dominee