Beschrijving
In het stadsarchief Amsterdam bevindt zich een unieke collectie brieven aan Theresia Allebé uit de periode 1832-1877. Theresia’s vader, de Amsterdamse makelaar in granen Jacobus Allebé, trouwde in 1810 met Maria Herckenrath. Zij was de oudste dochter van de Monsterse baljuw en arts Gerardus Herckenrath. In 1827 overleed Maria. Toen 4-jarige Theresia werd door vader Allebé toevertrouwd aan de zorgen van grootmoeder Herckenrath -Milius, als weduwe eenzaam wonend op de buitenplaats Geerbron in Monster. Vader Allebé was niet erg honkvast. De brieven aan zijn dochter zijn geschreven vanuit Amsterdam en later vanuit zijn nieuwe woonplaatsen Gogh, vlak over de grens bij Nijmegen, en Leiden, waar hij via de schoonfamilie van zijn zoon een baan kreeg bij de dekenfabriek van Scheltema.
Uit de brieven collectie komt een beeld naar voren van een wat donkere moedigen, met teleurstellingen kampende vader Allebé, ingetogen, zorgzame dochter Theresia en een succesvolle oudere broer Gerard, die naam maakte u als vooruitstrevend arts. De brieven leveren kortom een boeiende inkijk in het leven van welgestelde families in het midden van de 19e eeuw.
Leo van den Ende woont in Monster en is werkzaam geweest bij het Ministerie van Financiën. Die historie van het Westland heeft zijn bijzondere belangstelling. Hij is onder meer voorzitter van de historische vereniging Monster-Ter Heijde en heeft diverse artikelen geschreven over de geschiedenis van deze plaatsen.